Acht jaar lang heeft Politiek Den Haag zich doof gehouden voor de wake-up call van de Commissie Spies, maar nu lijkt het alsnog tot een deel van de Tweede Kamer te zijn doorgedrongen dat inwoners van Caribisch Nederland als tweederangslandgenoten worden behandeld. En dat de elkaar opvolgende kabinetten Rutte lak hebben aan de grondwettelijke plicht burgers gelijk te behandelen. Het is D66 die – eindelijk – de vraag opwerpt of sprake is van gemakzucht of mogelijk zelfs van discriminatie. Het één sluit het ander niet uit, Bonairianen, Statianen en Sabanen zijn slachtoffer van de optelsom van een onverschillig parlement, een onkundig ambtelijk apparaat en een onwillige regering.
Op weg naar 10-10-10 leek het alle betrokkenen een goed idee niet in één keer alle Nederlandse wet- en regelgeving uit te storten over de bijzondere gemeenten. Hun kwantitatief goed, maar kwalitatief onderbezette overheidsapparaten zouden dat niet aankunnen. Bovendien wilde niemand de eilanden opschepen met zaken die er helemaal niet relevant zijn, heette het. In het Statuut en later de Grondwet werd een artikel opgenomen om te rechtvaardigen dat er in het rijksbeleid rekening wordt gehouden met de lokale omstandigheden. Dat leek mooi, maar is door ministeries vooral aangegrepen om de openbare lichamen van bijna alles wat in Europees Nederland vanzelfsprekend is uit te sluiten.
In 2015 adviseerde de Commissie Spies het kabinet de Haagse bril af te zetten. Toenmalig minister van (of tegen?) Koninkrijksrelaties Ronald Plasterk – tegenwoordig als columnist van de Telegraaf spreekbuis van bekrompen rechts Nederland – heeft het vuistdikke rapport vol wijze lessen waarschijnlijk nooit opengeslagen. Hij had evenmin boodschap aan de alarmerende uitkomsten van onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Nibud naar de onder Hollands bewind om zich heen grijpende armoede op de BES-eilanden.
Plasterk en zijn partijgenote staatssecretaris van Sociale Zaken Jetta Klijnsma wezen de roep om in navolging van Europees Nederland voor Caribisch Nederland een leefbaar bestaansminimum vast te stellen resoluut van de hand. Met heel veel pijn en moeite waren ze nog net bereid tot een ietsiepietsie kinderbijslag. Rutte II ging vloeiend over in Rutte III. Ook Raymond Knops weerstond de roep om een sociaal minimum. Hij en staatssecretaris Tamara van Ark gingen niet verder dan een lichtjaren van de realiteit verwijderd ijkpunt. Ze sloten tevens de ogen voor meerdere schokkende rapporten van Nationale ombudsman Reinier van Zutphen.
Met een grotere D66-stempel op Rutte IV zou een einde komen aan de systematische taakverwaarlozing jegens Caribisch Nederland, beloofde het coalitieakkoord. De werkelijkheid: staatssecretaris Alexandra van Huffelen en minister voor Armoedebeleid Carola Schouten doen niet meer dan ver onder de armoedegrens levende BES-burgers geheel naar koloniale traditie zoet te houden met spiegeltjes en kraaltjes. “We doen al heel veel”, klopte de stas zich onlangs op de borst in reactie op kritiek van het College voor de Rechten van de Mens. Overigens: van wat D66’s ongekroonde modekoningin uitgeeft aan haar Caribische reisgarderobe kunnen heel wat gezinnen het jaar rondkomen.
Inmiddels is Den Haag tot inkeer gekomen: al het nieuwe beleid geldt voortaan automatisch voor het gehele land, tenzij er gegronde redenen zijn een uitzondering te maken. Maar dan moeten bewindslieden het waarom wel overtuigend duidelijk maken. In de praktijk komt er van dit zogeheten comply or explain-principe helemaal niets terecht. D66 verwoordt dat nogal eufemistisch: Caribisch Nederland wordt “nog te vaak vergeten”. Nee, het is niet vergeten: sommige ministeries hebben – om het op zijn Hollands te formuleren – schijt aan de eilanden.
Dat zelfs Van Huffelens eigen partij openlijk twijfelt aan de intenties van het schandalen verzamelende kabinet een einde te maken aan het al ruim twaalf jaar consequent achterstellen van de openbare lichamen wil wat zeggen. Maar als de stoere woorden zoals gemakzucht en discriminatie niet door daden worden gevolgd, zal er niets veranderen. Tot nu toe heeft de Kamer zich keer op keer als een kudde makke schapen in de luren laten leggen met onderzoek op onderzoek op onderzoek. Op 13 april kan D66 de daad bij de woorden voegen. Dan staat er een debat met de staatssecretaris op de agenda.
Dé kans om – indien nodig in een motie verpakt – te eisen dat per direct een realistisch sociaal minimum wordt ingevoerd en voor het einde van het jaar (wets)voorstellen voor WW en gelijke behandeling etc. etc. ter behandeling aan de Kamer worden aangeboden. Of voldoende fracties ongevoelig zijn voor het arsenaal aan kabinetssmoezen is zeer de vraag. Het verleden leert dat de commissie voor Koninkrijksrelaties wel eens gromt en soms zelfs blaft, maar nooit doorbijt.
Daarvoor zijn er kennelijk te weinig kiezers in de drie tropische achtertuintjes van het land.
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.