“Het eiland is dankzij de bijna altijd schijnende zon, een heerlijk verkoelende passaat en de vijftig tinten blauw gekleurde zee populair bij toeristen die weinig geven om cultuur, natuur en klimaat. Het beroerde serviceniveau – van onvriendelijke immigratie-beambten op het vliegveld tot en met de onbeholpen bediening in restaurants door brutale stagiairs uit het moederland – ontging ze volledig, want van huis uit waren ze gewend aan horkerigheid. Als de zon maar schijnt, het bier koud is en door de boxen van de strandbar André Hazes of Wolter Kroes schalt. Niet bepaald de om hun volle portemonnee geliefde high end toeristen dus; die laten zich liever pamperen op buureiland A of B.”
Zo begint de synopsis van een nog in de steigers staand boek die Kadushi van een bevriende auteur kreeg toegestuurd met het verzoek om feedback. Ja, geloof het of niet, maar er zijn er die het oordeel van uw stukjesschrijver waarderen. Voor lezers die in die eerste alinea een specifiek eiland denken te herkennen, benadrukt de auteur dat eventuele gelijkenissen met werkelijke gebeurtenissen, locaties en personen op louter toeval berusten. Jammer, want een boek dat het echte (tragische) verhaal van niet-zo-Dushi Korsow vertelt, zou meer dan welkom zijn geweest. Boeiende schrijfstof genoeg voor een geheide bestseller onder de titel Piks Paradijs.
“Wat de zonaanbieders bradend op een ligbedje ook ontging, was dat het eiland in de wurggreep van de gokmaffia zat. Vijf ogenschijnlijk keurige ondernemers hadden de overheid met medewerking van corrupte politici ooit zogeheten masterlicenties ontfutseld om webcasino’s te mogen exploiteren. Dat deden ze niet zelf: ze beperkten zich tot het verkopen van illegale sublicenties. Want met handel vul je je zakken zonder je je in het zweet hoeft te werken èn je handen in onschuld kunt wassen. De sublicenties vonden gretig aftrek bij internationale criminele organisaties die hun winsten uit drugs-, wapen- en mensenhandel wilden witwassen. Ze vlogen dan ook als warme broodjes over de digitale toonbank, met duizenden tegelijk.
Het eiland zelf verdiende er geen cent aan. Belasting werd niet afgedragen, dankzij schimmige offshoreconstructies via trustkantoren die van de toezichthoudende Centrale Bank niks te vrezen hadden. Ook het Openbaar Ministerie stak de kop in het zand. Want de masterlicentiehouders waren door het doen van strategische donatietjes aan goede doelen in de armen gesloten door de plaatselijke elite en zodoende graag geziene gasten bij officiële gelegenheden waar steevast een plek op de eerste rij voor ze was gereserveerd. Als nette mensen onder elkaar.
De enige politicus die een einde aan deze praktijk wilde maken, werd op brute wijze geliquideerd. Een eenzaam opererende blogger werd doelwit van consiglieri’s van de gokmaffiosi en moest onderduiken. Geen wonder dat lokale media het liever bij veiliger onderwerpen houden; voor je het weet, word je arm geprocedeerd. En zo verwierf het eiland de bedenkelijke reputatie van worldcapital of the gambling mafia. Oftewel meetingpoint voor de nietsontziende onderwereld en een gewetenloze bovenwereld waar miljarden worden witgewassen.
Maar plotsklaps was daar een minister die aanvankelijk door niemand voor vol werd aangezien. Hij beledigde voortdurend zijn collega-ministers en schoffeerde de onder hem vallende overheidsdiensten. Juist hij besloot de slapend rijker en rijker wordende masterlicentiehouders een hak te zetten. Dat had hij overigens niet zelf bedacht: een onbekende had hem uitgenodigd naar Malta te komen en deed daar een lucratief voorstel: ‘Je kunt de rest van je leven 24/7 facebooken terwijl je tot aan je dood twee keer zo veel gaat verdienen als dat schamele ministersloontje van je.’
De minister kreeg een kant en klare online gambling-wet in handen gedrukt, inclusief een niet van echt te onderscheiden positief advies van de Raad van Advies. Het enige dat van hem verwacht werd, was zijn premier mee te krijgen (geen probleem, die had het veel te druk met zijn nieuwste buitenvrouw die – hoe toevallig – een hoge positie bekleedde bij een van de wereldspelers in de online gaming-industrie) en de rest van de Raad van Ministers (ook geen probleem, want die waren gefocussed op het vergroten van hun bijverdiensten en het bedenken van baantjes voor family & friends). ‘En over die dwarsliggers bij jullie coalitiegenoot hoef je je ook geen zorgen te maken. We hebben wat compromitterend beeldmateriaal van ze.’
De masterlicentiehouders verzetten zich er met hand en tand tegen dat zij buitenspel werden gezet, maar de nieuwe gokwet werd met alleen de stemmen van de oppositie tegen aangenomen. 31.454 kilometer westwaarts, op Malta, knalden de champagnekurken. De buit was binnen!”
Kadushi heeft na drie keer lezen de auteur afgeraden het boek uit te geven: het verhaal is té ongeloofwaardig. Zoiets zou zich zelfs op Curaçao nooit kunnen voordoen…
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.