Nederland moet mogelijk Curaçaose en Sint Maartense pensioenen redden

Den Haag – Het is niet uitgesloten dat Nederland financieel moet bijspringen om te voorkomen dat op Curaçao en Sint Maarten tienduizenden gepensioneerden fors worden gekort op hun oudedagsvoorziening.

Het gaat om zo’n 40.000 polishouders van Ennia dat door een kastekort van ruim 1 miljard gulden mogelijk al op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. De verzekeringsmaatschappij staat sinds 2018 onder bewind van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten. Die is met de regeringen in gesprek over het dichten van het gat. Maar beide landen gaan al diep gebukt over een astronomische staatsschuld en kampen met structureel zwakke economieën.

Directeur Jardim van de Centrale Bank waarschuwde deze week dat het moment nabij is dat stevig op uitkeringen moet worden gekort als het vermogen van Ennia niet snel wordt aangevuld. Lukt dat niet, dan moet, zo zei hij, worden gevreesd voor “sociale ontwrichting.”

De bankdirecteur deed dat tijdens de behandeling deze week van het hoger beroep in de Ennia-zaak.

Het verzekeringsbedrijf werd in 2005 overgenomen door de Amerikaans-Iraanse ondernemer Husangh Ansary (95). Hem wordt verweten Ennia te hebben “leeggezogen” door gegoochel met deelnemingen en onroerend goed plus exorbitante beloningen en (privé-)uitgaven. De rechtbank in eerste aanleg hield de zakenman, zijn dochter en lokale directeuren onder wie oud KPMG-baas Ralph Palm verantwoordelijk en verplichtte ze tot terugbetaling. Speciaal voor het hoger beroep zijn drie rechters uit Nederland ingevlogen.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.