Den Haag – Tweede Kamerlid Roelof Bisschop (SGP) vindt dat Nederland zich schuldig maakt aan “ideologisch kolonialisme” als het Curaçao, Aruba en Sint Maarten opdringt het homohuwelijk in te voeren.
De SGP’er heeft naar aanleiding van de gerechtelijke uitspraak dat de landen hun eigen wetgeving schenden door paren van gelijk geslacht niet toe te staan in het huwelijk treden schriftelijke vragen gesteld aan staatssecretaris Van Huffelen.
- Bent u bekend met het bericht ‘Aruba: in cassatie tegen homohuwelijk’ en het ingezonden artikel ‘Hoe was het standpunt van de Nederlandse Antillen en daarna Curaçao en Sint-Maarten’?
- Kunt u bevestigen dat het voor de Caribische landen van het Koninkrijk een volstrekt legitiem middel is om in cassatie te gaan tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie indien zij van mening zijn dat inbreuk is gemaakt op hun autonome bevoegdheden op grond van het Statuut?
- Deelt u de opvatting dat de keuzes over belangrijke vragen als de invulling van het familierecht onder het Statuut primair behoren tot het primaat van de democratie binnen de landen van het Koninkrijk en dat de rechter niet op de stoel van de politiek mag gaan zitten?
- Deelt u de constatering dat het Gemeenschappelijk Hof van Justitie anders dan het Hof van Justitie van de Europese Unie geen opdracht heeft om een harmoniserende uitleg toe te passen die leidt tot steeds uniformere wetgeving in de landen van het Koninkrijk? Zo nee, op welke literatuur en jurisprudentie baseert u uw opvatting?
- Erkent u dat er volgens het internationaal recht momenteel geen recht bestaat voor paren van gelijk geslacht om te trouwen? Ziet u het op grond van de Statuut ook als uw verantwoordelijkheid om de vrijheid te verdedigen van de landen van het Koninkrijk om zich te houden aan de ondergrens van het internationaal recht zolang het Statuut zelf geen nadere voorschriften geeft inzake het familierecht en discriminatie?
- Bent u ook van mening dat Nederland op dit moment respect past voor het primaat van de democratie in de landen van het Koninkrijk, zeker gezien het feit dat voorstellen in ontwikkeling zijn waarover het parlement in deze landen zich kan uitspreken? Kunt u zich voorstellen dat de druk vanuit Nederland om Nederlandse wetgeving over te nemen in de Caribische landen door velen ervaren kan worden als ideologisch kolonialisme?
- Hoe geeft u zich rekenschap van het feit dat de wens tot invoering van een homohuwelijk in de Caribische landen bij velen op grote bezwaren stuit? Bent u voornemens en bereid om in het kader van de dialoog over de mogelijkheid van een homohuwelijk ook in contact te treden met vertegenwoordigers van lokale gemeenschappen die deze bezwaren hebben, waaronder kerken?