In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Sint Maarten.
Jumbie in het Kadaster
Door Terrance Rey
Er spookt een jumbie in het Kadaster. Jaren geleden was er een verhaal over een ghost in the courthouse. Maar dat was een verhaal ontsproten aan het brein van marketeer en salesman extraordinair Lenny Schultz die destijds faam op Sint Maarten maakte in time shares sales en als radio DJ met zijn goede vriend James Morris, bekend als Jimbo van Jimbo’s Restaurant.
Lenny deed ook de sales en marketing voor Zebrabot.com, de eerste zoekmachine op Sint Maarten in de jaren na 2000. Voor één van hun online marketingcampagnes schreef Lenny het verhaal The Ghost in the Courthouse. Het was een verzinsel uit de geest van Lenny, die helaas in 2009 onze aarde verliet na een avondje heerlijk genieten van pizza en een ijsje. Zijn lichaam gaf het op na een jarenlang gevecht met kanker. Enfin, The Ghost in the Courthouse was zeer populair in de zoekresultaten van Zebrabot. Of het echt spookte in het courthouse, weet ik niet. Waar het wel spookt is het parlementsgebouw ernaast. Maar dat is voor een andere keer.
Het spook in het Kadaster is een verhaal dat al lange tijd rondwaart: oude afbrokkelende onleesbare, slecht bewaarde akten die tientallen jaren teruggaan en die, als ze de weg van Zebrabot zouden gaan, het einde zouden betekenen van een nationaal en cultureel archief dat dient als een schat aan historische informatie over Sint Maarten. In deze archieven bevinden zich interessante familieverhalen die een kleurrijk beeld geven van de geschiedenis vanuit een ander perspectief dan dat van de gangbare historici en die zeker zullen bijdragen aan de verdere vorming van de Sint Maartense identiteit.
De Stichting Kadaster en Hypotheekwezen St. Maarten is in april 1999 opgericht nadat de uitvoering van de bestuurstaken Kadaster en Openbare Registers in 1998 verzelfstandigd werden. Het was op zichzelf al opmerkelijk dat de overheid toestond dat dergelijke vitale diensten uitsluitend worden beheerd door een particuliere entiteit – at arm’s length, maar niettemin zonder de vereiste dat winsten aan de overheid worden afgedragen. Nu wil het ministerie van Financiën n.a.v. het debacle in Curaçao, waar de overheid met lege handen achter bleef toen zij via deurwaarder en rechtbank een greep in de kas van het Kadaster probeerde te doen.
Nu wil de MinFIN deze wettelijke beperking oplossen door een concessieovereenkomst met de kadasterstichting aan te gaan waarbij die verplicht wordt surplusbedragen aan de overheid af te dragen. Maar een concessie betekent dat meerdere partijen de kans moeten krijgen een bod uit te brengen om deze taken te verrichten. De overheid moet voor het beste bod kiezen. Ik stop hier, want er zijn nog meer haken en ogen aan deze kwestie.
Hoe dan ook, ik vind dat een private partij niet kan worden belast met de verantwoordelijkheid voor de rechtszekerheid van kadastrale registratie en eigendomsrechten, waaronder de verschillende grondrechten, appartementen, grens(her)constructie (landmeetkunde) en hypotheken. Het Kadaster is van nationaal belang en moet daarom goed toegerust zijn om te functioneren. Dat betekent kennis (gekwalificeerd en goed opgeleid personeel) en tools (hardware en software). Niet alleen voor economische doeleinden is het Kadaster van belang, maar ook voor cultuurhistorische. Daarom moeten politici hun politieke ideologieën opzij zetten – als ze die überhaupt hebben – en in plaats daarvan het Kadaster benaderen met betrekking tot het bredere nationale belang.
Het economisch belang van het Kadaster is algemeen bekend en moet verder worden onderzocht. Het is het cultuurhistorische belang waar de meeste mensen zich niet bewust van zijn. Door onwetendheid en verwaarlozing verkeerden sommige registers in zo’n verslechterde staat dat ze onleesbaar zijn geworden. Er moet een trend in gang gezet worden om familieverhalen vast te leggen en met toestemming foto’s van familieleden te maken om met de registers te bewaren voor komende generaties. Het idee hierachter is dat wanneer mensen overlijden ze een stukje geschiedenis meenemen en als er een akte wordt voorgelezen, duiken er namen op, maar is er geen beeld van de betrokkenen.
Door vast te leggen en te fotograferen bewaren we de geschiedenis zodat na verloop van tijd allerlei onderzoekers gebruik kunnen maken van deze gegevens. Destijds is hiermee een begin gemaakt in het kader van het ‘memory of the world’ project. Er kan zelfs bij het Rijksarchief in Den Haag om assistentie gevraagd worden. Het is van wezenlijk belang dat ingezien wordt hoe belangrijk de archieven van het Kadaster zijn voor de cultuurgeschiedenis van het eiland. Het is de wens dat de politici het belang van de geschiedenis van Sint Maarten erkennen en inzien dat wie er ook in het Kadasterbestuur wordt benoemd, het behoud van dat deel van de Sint Maartense geschiedenis tot een speerpunt wordt maakt naast de reguliere taken die het Kadaster eigen is.
Waar deze schrijver zich druk om maakt is het feit hoe men met ’the memory’ van Sint Maarten omgaat. Intern is de organisatie een total mess. En dat moet verbeterd worden. Van een insider heb ik begrepen dat op het moment dat hij aantrad er stapels ongetekende akten in de archiefkasten lagen, sommige dateerden van tientallen jaren geleden. “Het is voor mij totaal onbegrijpelijk dat notarissen die hebben toegestaan. Dit is een serieuze zaak, want het is niet bevorderlijk voor de rechtszekerheid als eigenaren hun Kadasterakte niet laten ondertekenen en dit behoeft uitleg voor het grote publiek”, vertelde hij mij.
Als een notaris een akte bij het Kadaster indient, moet deze aan bepaalde eisen voldoen en als dat niet het geval is, kan de akte niet in behandeling worden genomen. Vervolgens gaat het ter correctie terug naar de notaris en kan het worden verwerkt en opgenomen in de openbare registers van het Kadaster. Dit betekent dat de rechthebbende, zijnde huiseigenaar, appartementseigenaar, erfpachter of wat dan ook, slechts een bewijs heeft dat het recht, de eigendom is gevestigd met een akte die de stempels van het Kadaster bevat met vermelding van de datum van het ontvangstbewijs met daarin onder andere de tijdstempel, de aanvangsdatum met het volume en het nummer. Dit geeft de rechthebbende rechtszekerheid en biedt grond om vorderingen in te stellen tegen andere partijen. Een akte zonder deze specificaties heeft geen rechtskracht omdat het enkel de overdracht aangeeft, maar niet de registratie van de titel wat de rechtszekerheid geeft tegenover derden (“derdenwerking”).
Met name één notaris had de gewoonte dergelijke akten op te sturen en verwachtte dat het Kadaster zijn akten zou aanvaarden omdat hij notaris was en zijn akten altijd werden aanvaard. De wanpraktijken van deze notaris, die zich op een onbeschofte manier uitsprak tegen het Kadaster, was de oorzaak dat tegen een politicus een rechtszaak werd aangespannen die uitmondde in een veroordeling. Had deze notaris volgens de wet gehandeld, dan had hij de betrokken akte niet overgelegd en had de overdracht geen publiciteit gekregen, met alle gevolgen van dien.
Er gebeuren ontzettend veel vreemde dingen binnen het Kadaster. Zo was er ook het geval van een gezaghebber die zich een stuk grond liet toeëigende door het van goverment long lease land tot privé eigendom om te toveren. Zo zijn er veel akkefietjes te noemen. Je zou inderdaad denken dat het Kadaster een jumbie heeft die in het kantoor rondwaart. De geesten van onze voorouders zullen schreeuwen om rechtvaardiging en het rechttrekken van zoveel onrechtvaardigheden. Waarom denkt u dat er zoveel onenigheid binnen families over land op Sint Maarten bestaat? Binnen het Kadasterbestuur dus moeten er maatregelen worden genomen om van deze jumbie af te komen.
De politieke leiders moeten hun meningsverschillen opzij zetten en het land boven zichzelf stellen, want het Kadaster is een onopvallende hoeksteen van de economie en het is belangrijk dat dit geheel zonder veel gedoe kan opereren. Dat betekent dat ze moeten afstappen van het standpunt dat het aanstellen van lokale professionals voorrang heeft op anderen. In plaats daarvan zouden ze moeten beginnen met het aanstellen van gekwalificeerde en bekwame mensen en van daaruit beginnen met het revitaliseren van het kantoor. Dit vereist inzet en inzet voor het goede doel, maar daarmee kunnen de politici de gemeenschap laten zien dat het hen menens is om een blijvende oplossing voor dit probleem te zoeken. Tot die tijd waart die jumbie in het Kadaster rond en houdt hij zich bezig met zijn joegoe-joegoe.