Den Haag – De Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties wil weten hoe het ervoor staat met de Rijkswet Aruba financieel toezicht. De commissie heeft staatssecretaris Van Huffelen gevraagd de Kamer te informeren over de stand van zaken en de verdere planning.
Het wetsvoorstel is ruim een jaar geleden (9 februari) aan de Kamer en de Staten van Aruba aangeboden. De Rijkswet vervangt de in 2015 tot stand gekomen Landsverordening op grond waarvan Aruba – in navolging van Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden – onder begrotingstoezicht van het College financieel toezicht kwam te staan.
Met de Arubaanse regering is afgesproken de in de loop van dit jaar eindigende Landsverordening te vervangen door een rijkswet in de vorm van een onderlinge regeling. Hoewel het kabinet Wever-Croes heeft ingestemd met de inhoud van de ontwerp-rijkswet (die grote gelijkenis vertoont met de landsverordening) werkt het niet enthousiast mee om deze ook daadwerkelijk in te voeren.
Zo zijn Den Haag en Oranjestad het nog altijd niet eens over hoe de op 20 mei 2022 door de Tweede Kamer en de Staten van Aruba ingediende vragen worden beantwoord. De vraag is of staatssecretaris Van Huffelen de vaststelling van de RAft betrekt bij de deze week gestarte onderhandelingen over het al dan niet verlengen van de op 10 oktober aflopende coronaleningen om zo de medewerking van Aruba af te dwingen.