Den Haag – Staatssecretaris Van Huffelen (Koninkrijksrelaties) wast de handen in onschuld. Dat de klif op Sint Eustatius levensgevaarlijk is, is de verantwoordelijkheid van het lokale bestuur, schrijft ze vandaag aan de Tweede Kamer. Aan het feit dat een alarmerend rapport door toenmalig regeringscommissaris Van Rij onder het tapijt is geveegd, wijdt de bewindsvrouw geen woord.
In december velde de rechter een vernietigend oordeel over het handelen van de overheid. Formeel was het openbaar lichaam Sint Eustatius als eigenaar van de klif de gedaagde, maar sinds februari 2018 maakt Den Haag de dienst uit op het eiland. Er zijn meerdere rapporten verschenen waarin dringend werd aangeraden de klif te beveiligen. De documenten werden echter onder de pet gehouden, onder meer door Van Rij, tegenwoordig collega van Van Huffelen in het kabinet Rutte.
De Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties vroeg uitleg aan de staatssecretaris. Die benadrukt op advies van haar ambtenaren dat het een lokale aangelegenheid betreft. Dat rapporten achter zijn gehouden, wordt door diezelfde ambtenaren ontkend. Het feit dat het lokale bestuur (op aanraden van Nederland) in beroep is gegaan tegen het vonnis grijpt Van Huffelen aan om niet inhoudelijk op de kwestie in te gaan.
In 2018 en 2021 – nadat de lokale democratie aan de kant was geschoven – stak Van Huffelens voorganger Knops 11,5 miljoen euro in het versterken van de klif, maar alleen voor het deel onder Fort Oranje dat eigendom is van de Staat der Nederlanden.
Brief van Van Huffelen
De vaste commissie voor Koninkrijksrelatie heeft mij op 16 december 2022 om een reactie verzocht op het vonnis van de rechtbank in de zaak van Eco Statia tegen het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE). Tevens werd mij verzocht om in te gaan op hoe dit vonnis zich verhoudt tot de miljoeneninvesteringen die reeds zijn gedaan om kliferosie tegen te gaan.
De rechtszaak is aangespannen tegen het OLE, als eigenaar van de klif. Daarom heb ik naar aanleiding van het vonnis het OLE om een reactie gevraagd. Het OLE heeft mij laten weten dat zij hebben besloten om in hoger beroep te gaan tegen het vonnis. Daarom kan en zal het OLE gedurende de looptijd van deze beroepsprocedure niet inhoudelijk reageren op het vonnis. Wel heeft het OLE mij laten weten dat er een plan is uitgewerkt om de klif verder te verstevigen.
Op een deel van de klif staat het Fort Oranje. Fort Oranje is in eigendom van de Staat der Nederlanden, wordt beheerd door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en wordt door hen verhuurd aan het OLE. Omdat bleek uit een rapport (door DAM Caribbean in 2016) dat de klif in slechte staat zou zijn heeft het RVB in 2017 een onderzoek laten uitvoeren door Royal Haskoning DHV. Gelet op de gevaren die in het rapport zijn benoemd en de verwoestende kracht van de orkanen Irma en Maria, is in 2018 door het ministerie van BZK besloten om in totaal € 9 mln. beschikbaar te stellen uit het budget van de Wederopbouwmiddelen. Dit bedrag is besteed aan de stabilisatie van de klif onder Fort Oranje. Eind 2021 is daar nog eens € 2,5 mln. aan toegevoegd, om de eerder genomen maatregelen toekomstbestendig te maken. Denk hierbij onder andere aan onderhoud aan de cascade ten behoeve van gecontroleerde afvoer van hemelwater.
Tijdens mijn bezoek aan het Caribisch deel van het Koninkrijk verleden week sprak ik met de Regeringscommissaris over de instabiliteit van de klif en het vraagstuk dat voorligt. Het Rijk ondersteunt het OLE in deze zaak en trekt samen met hen op om een oplossing te vinden door actief mee te denken en hen te adviseren.
Lees HIER: Rechter: Overheid nalatig
Lees HIER: Alarmerende rapporten genegeerd