In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Sint Eustatius.
Het ga u allen goed!
Door Mia van Deelen
|
Een onbeschreven blad: zo zal de volgende column ‘Bericht uit Sint Eustatius’ eruitzien. Omdat ik off island ben en dus mijn observaties niet meer vanaf St Eustatius doe, is dit mijn laatste column in deze reeks. Een opvolger is nog niet gevonden: is er werkelijk niemand die de pen kan, wil of durft over te nemen? Ik realiseer mij dat veel van mijn stukjes een kritische toon kennen, maar mooiweerverhalen van de lokale overheid zijn er al genoeg.
Ik bedacht mij dat ik ook onder de kop ‘Bericht over Sint Eustatius’ zou kunnen schrijven vanaf de positie waarin ik nu zit (met input van vrienden uit St. Eustatius), maar ook dat dekt de lading niet. Mijn stukjes gaan eigenlijk niet over het eiland of de mensen die er wonen, maar over de situatie aldaar en met name over de houding van politiek Den Haag tegenover St Eustatius.
In 2014 kwamen we op Statia aan voor een verblijf van drie jaar; het werden er acht. Om de eilandelijke omstandigheden te doorgronden en mij zelf de taal wat eigen te maken leek het me zinvol de bijeenkomsten van de Eilandsraad bij te wonen. Stukje bij beetje leek ik de dynamiek van het eilandsleven te doorgronden. Met recht ‘leek’. Er was immers veel onduidelijkheid, er was weinig echte transparantie en de informatie over achtergronden van besluitvorming was niet altijd helder. Het bevolkingsregister was onduidelijk of niet up to date. Er hing een geur van bevoordeling van ‘family and friends’. Dat waren enkele factoren waarom de landelijke overheid in februari 2018 besloot in te grijpen en Statia onder toezicht te stellen.
Mijn aanvankelijk ‘berustend toekijken’ veranderde al snel in verbazing. De aangestelde regeringscommissarissen gingen met Hollandse oplossingsgerichtheid en voortvarendheid aan de slag. Mijn verbazing en verontwaardiging namen toe, zeker toen ik als lid van de Social Advisory Board meer inkijk kreeg in de manier van handelen.
Ik las mijn eerste column voor DossierKoninkrijksrelaties.nl van 28 maart 2021 er nog eens op na en ik constateer dat er weinig is veranderd. Helemaal niets. Dat wat mij indertijd verwonderde, is er nog steeds, en in verdiepende mate. Punten waar ik in de loop van de tijd over schreef:
Het gebrek aan goede en betaalbare luchtverbindingen; er is een nieuwe verkeerstoren, nieuw airportgebouw, er wordt een airportboulevard aangelegd. En dat terwijl er maar twee reguliere vluchten per dag zijn met toestellen waar zo’n negentien personen in gaan. Er zijn nog steeds weinig toeristen. Haperende gezondheidszorg met tekortschietende artsen en een zorgorganisatie die financiële doelmatigheid meer belang toekent dan de feitelijke gezondheidszorg (en een Nederlands ministerie dat hier willens en wetens voor wegkijkt).
Consequent listen verzinnen om het sociaal minimum niet gelijk te hoeven trekken met Europees Nederland terwijl de drie BES-eilanden deel uitmaken van het land Nederland. Niet zorgvuldig omgaan door overheid met erosie en gedogen dat er onzorgvuldig wordt omgegaan met natuur en kustlijn. Het zonder overleg implementeren van centrale wetgeving. ‘Comply or explain’ is het nieuwe toverwoord. Helaas gaat men er in Den Haag nog steeds van uit dat de Caribisch Nederlandse (!) eilanden geen eigen inbreng kunnen hebben.
Het vereist van beide kanten aan de oceaan geduld en aanvulling van elkaar op gebieden waar de ander wat minder behendig is. En waar Statia al decennialang op de tweede (of lagere) plaats komt in het Koninkrijk der Nederlanden, overheerst de Europees Nederlandse ONWIL om de Statianen werkelijk te helpen.
Het eiland en de mensen zijn geleidelijk, maar diep in mij geworteld. Ik zal het niet kwijtraken. Zolang ik verschillen constateer in behandeling van Europese en Caribische Nederlanders, sociale omstandigheden en de gezondheidszorg, en andere zaken die mij opvallen, zal ik blijven schrijven en dat publiceren. Ook zal ik contact blijven zoeken met leden van de Tweede en Eerste Kamer, de Nationale Ombudsman en de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme.
Het ga u allen goed!
Als import-Statiaan toonde Mia van Deelen in haar columns een grote betrokkenheid bij de samenleving. Dat houdt vast en zeker niet op met haar afzwaaien als columnist. Heel veel dank voor je bijdragen, Mia!
Het kan niet anders dan dat er over het leven op Sint Eustatius genoeg te vertellen is dat de lezers in de andere delen van het Koninkrijk boeit, verwondert en/of vermaakt. Wil jij dat er een volgend ‘Bericht uit Sint Eustatius’ verschijnt, meld je dan aan als columnist: redactienederland@gmail.com