D66 stelt deadline: Per 1 september 2024 einde aan ingreep Sint Eustatius

Den Haag – D66 wil dat de lokale democratie op Sint Eustatius uiterlijk op 1 september 2024 volledig hersteld. Dat schrijft de partij in reactie op de jongste voortgangsrapportage.

“De leden van de D66-fractie vinden de bestuurlijke ingreep op Sint Eustatius een pijnlijke gebeurtenis in de bestuurlijke geschiedenis van het eiland en binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Nog nooit heeft een bestuurlijke ingreep in een Nederlandse gemeente zolang geduurd. Deze leden zijn van mening dat wat hen betreft en conform de wet herstel voorzieningen Sint Eustatius, 1 september 2024 de uiterste deadline is voor de terugkeer van de democratie op Statia, en dat die niet meer wordt verlengd.”

De VVD is juist sceptisch over het streven van staatssecretaris Van Huffelen om zo snel mogelijk na de verkiezingen van 15 maart het budgetrecht terug te geven aan de Eilandsraad. “De leden van de VVD-fractie hebben grote aarzeling bij het teruggeven van het budgetrecht voordat aan alle voorwaarden is voldaan. Uiteraard zouden ook deze leden zo snel mogelijk terug willen naar de normale situatie, maar dit moet wel verantwoord kunnen, want anders zijn de inwoners de dupe.”

  1. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brieven van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangaande dit onderwerp. Respectievelijk de brief over de Streefdatum teruggave budgetrecht eilandsraad Sint Eustatius, Kamerstuk 35 422 nr.18,  d.d. 15 december 2022 en de brief over de Tiende Voortgangsrapportage Sint Eustatius, Kamerstuk 36 200 IV nr. 40, d.d. 16 december 2023. De leden hebben een aantal aanvullende vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie onderstrepen wederom dat zij pal staan voor het recht op democratisch zelfbestuur. Het is de plicht van politieke en bestuurlijke actoren, op alle bestuurlijke niveaus, om het democratisch zelfbestuur goed te waarborgen. Deze leden erkennen dat indien er sprake is van enige vorm van nalatigheid, verschillende bestuurlijke instrumenten toegepast kunnen worden om het tij te keren.

De leden van de D66-fractie menen echter dat een bestuurlijke ingreep een zeer ingrijpend middel is om het democratisch zelfbestuur te beschermen. Deze leden zijn van mening dat binnen het instrumentarium dit middel zeer ingrijpend is en daarmee ook consequenties heeft voor de verhoudingen tussen de burger en de (lokale) overheid. Signalen lijken helder te maken dat de huidige bestuurlijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden niet meer goed zijn te begrijpen voor de burger. Daarom vinden deze leden dat hier niet lichtvaardig over moet worden gedaan.

De leden van de D66-fractie vinden de bestuurlijke ingreep op Sint Eustatius dan ook een pijnlijke gebeurtenis in de bestuurlijke geschiedenis van het eiland en binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Nog nooit heeft een bestuurlijke ingreep in een Nederlandse gemeente zolang geduurd. Deze leden verwijzen ook naar het verantwoordingsonderzoek 2021 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, waarin de Algemene Rekenkamer benadrukt dat de bestuurlijk ingreep de Statianen het gevoel geeft dat zij van hun stemrecht zijn beroofd (Kamerstuk 35830-VII, nr. 2).

De leden van de D66-fractie vinden dat een bestuurlijke ingreep met de looptijd van zes jaar een hele lange tijd is. Dit heeft een enorme impact op het vertrouwen van de Statianen in zowel het lokaal alsook het landelijk bestuur. De facto heeft het lokale politiek bestuur in handen gelegen bij de minister/staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en dat is ver weg.

Deze leden zijn van mening dat wat hen betreft en conform de wet herstel voorzieningen Sint Eustatius, 1 september 2024 de uiterste deadline is voor de terugkeer van de democratie op Statia, en dat die niet meer wordt verlengd.

Deze leden hebben dan ook met belangstelling kennisgenomen van de brieven van de staatssecretaris (Kamerstukken 36200-IV, nr. 40 en 35422, nr. 18), de genomen stappen en voortgang die dit mogelijk maken.

De onderlinge verhoudingen moeten gestoeld zijn op wederzijds begrip en vertrouwen. Deze leden zien de democratische rechtstaat, democratisch zelfbestuur en goed bestuur als belangrijke uitgangspunten om te waarborgen. Deze leden zien diezelfde houding ook terug bij de staatssecretaris en willen de volgende vragen aan haar voorleggen.

Tiende voortgangsrapportage Sint Eustatius

De leden van de VVD-fractie verwijzen voor de vragen met betrekking tot de voortgang van de wet herstel voorzieningen Sint Eustatius en de overdracht van het budgetrecht naar onderstaande vragen zoals door deze leden zijn gesteld en hebben over deze specifieke brief nog enkele vragen. De leden zouden graag een nadere toelichting willen op de doelstellingen en invulling van het dialoogplatform.

Daarnaast lezen de leden van de VVD-fractie dat de staatssecretaris voornemens is om de regeringscommissaris de rechtspositionele bevoegdheid over de griffie en ambtelijke organisatie weer te laten overdragen aan respectievelijk de eilandsraad en het bestuurscollege. Deze sub-fase  (2.1) zou in werking moeten treden op 15 maart 2023, de dag van de eilandsraadverkiezingen. Er zijn echter wel enkele criteria om naar deze sub-fase over te gaan, aan welke op 1 maart 2023 moet worden voldaan. De staatssecretaris stelt in haar brief dat voor haar het weegmoment om te bepalen of dit daadwerkelijk het geval is, op 1 februari 2023 ligt. Kan de staatssecretaris aangeven of aan de criteria wordt voldaan op de streefdatum en of de rechtspositionele bevoegdheden op 15 maart 2023 overgedragen kunnen worden aan respectievelijk de eilandsraad en het bestuurscollege? Zou de staatssecretaris daarnaast kunnen aangeven hoe de criteria worden getoetst?

De leden van de VVD-fractie zijn tenslotte blij om te lezen dat er een tijdelijk waarnemend notaris is gevonden voor Saba en Sint Eustatius. Deze leden blijven dit echter kwetsbaar vinden en zouden graag meer inzicht krijgen in welke concrete stappen er in de taskforce worden gezet om een meer duurzame oplossing te realiseren.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voornemen van de staatssecretaris om de fases 2.1 en 2.2 het komend jaar in te laten gaan en de voorbereidingen te treffen voor de fase 3.0. De staatssecretaris heeft in haar voortgangsrapportage aangegeven dat zij het budgetrecht terug zal geven aan de Eilandsraad mits zij voldoet aan een aantal voorwaarden. Deze leden kijken uit naar de toezegging van de staatssecretaris dat zij de Kamer verder informeert over verdere implementatie van de fase 2.1 en 2.2. Deze leden vragen of van de zijde van Statia ook bepaalde voorwaarden en verwachtingen kenbaar zijn gemaakt, en zo ja, welke dit zijn. Dit gaat immers over een wederzijds proces.

Deze leden van de D66-fractie vragen aan de staatssecretaris of, in het kader van transparante besluitvorming en verwachtingsmanagement, de Kamer geïnformeerd wordt aan de hand van een route-tijdtabel voor de fases 3.0 en fase 4.0. Deze leden verwijzen wederom naar de uitvoering van de motie Özütok (Kamerstuk 35422, nr. 8) en het advies van de Raad van State  alsook de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 35830-VII, nr. 2). Zij hebben op verschillende momenten benadrukt dat een concreet perspectief en duidelijke tijdlijn nodig is voor het herstel.

De leden van de D66-fractie merken ook op dat de Algemene Rekenkamer ervoor heeft gepleit om meer rekening te houden met de kleinschaligheid van het bestuur van het eiland. Deze leden onderstrepen dit en ook de oproep om ondersteuning te bieden vanuit het ministerie. Deze leden hebben met belangstelling kennisgenomen van de financiële middelen die vanuit de Caribisch Nederland-envelop zijn toegekend om de lokale uitvoeringskracht verder te versterken. 

Deze leden vragen hoeveel van deze financiële middelen al zijn besteed en of er nog voldoende middelen in de begroting 2023 zijn gereserveerd om belangrijke randvoorwaarden, capaciteit en duurzame versterking te waarborgen. Terugval moet immers worden voorkomen nadat er vanuit het ministerie van BZK de plicht lag om duurzaam te versterken.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de tiende Voortgangsrapportage Sint Eustatius. Met de inwerkingtreding van artikel 14 (fase 2.1) vervalt artikel 7 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius. Dit houdt in dat de regeringscommissaris de rechtspositionele bevoegdheid over de griffie en ambtelijke organisatie weer overdraagt aan respectievelijk de eilandsraad en het bestuurscollege. De staatssecretaris schrijft dat is afgesproken dat deze subfase in werking zal treden op de dag van de Eilandsraadsverkiezingen, 15 maart 2023. De leden van de CDA-fractie vragen of inmiddels is voldaan aan alle criteria die de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius daaraan verbindt.

Streefdatum teruggave budgetrecht eilandsraad Sint Eustatius

Een belangrijke aanleiding voor de bestuurlijke ingreep op Sint Eustatius in 2018 was gelegen in het feit dat de financiële administratie alsmede de financiële besluitvorming niet tot nauwelijks voldeed aan de eisen die daaraan werden gesteld. De leden van de VVD-fractie lezen in de brief dat er grote stappen zijn gezet en dat is mooi, maar dat er op het terrein van financieel beheer nog veel moet gebeuren en dit nog tot minimaal september 2023 zal vergen om alle verbeteringen door te voeren. De leden van de VVD-fractie hebben dan ook met verbazing kennisgenomen van het voornemen van de staatssecretaris dat zij vooruitlopend hierop bereid is om het budgetrecht zo spoedig mogelijk na de eilandsraadsverkiezingen van 2023 terug te geven. Kan de staatsecretaris haar besluit nader toelichten en daarbij ook ingaan op hoe zich dit verhoudt tot de juridische verplichting die voortvloeit uit de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius? Deze wet stelt immers als voorwaarde dat de eilandsraad en het bestuurscollege hun taken en bevoegdheden op grond van de FinBES zelf naar behoren kunnen vervullen. In hoeverre heeft zij juridisch deze ruimte?

Los van het juridisch kader hebben de leden van de VVD-fractie grote aarzeling bij het teruggeven van het budgetrecht voordat aan alle voorwaarden is voldaan. Uiteraard zouden ook deze leden zo snel mogelijk terug willen naar de normale situatie, maar dit moet wel verantwoord kunnen, want anders zijn de inwoners de dupe. De leden van de VVD-fractie lezen in de brief dat een voorwaarde voor de snelle overdracht is dat er middels tussentijdse afspraken flinke stappen gemaakt zullen worden. Een deel daarvan moet voor de verkiezingen worden afgerond, de rest daarna. Kan de staatssecretaris toelichten welke afspraken dat zijn, hoe hard en concreet die zijn, op welke wijze wordt beoordeeld of hieraan wordt voldaan en hoe zeker ze is dat die stappen ook daadwerkelijk worden gezet? De leden van de VVD-fractie vragen zich in dit licht af waarom de staatssecretaris reeds nu al kiest voor een voorhang en of dat niet te prematuur is. Welke afspraken zijn er gemaakt over de resterende verbeterpunten mocht er worden overgegaan tot vroegtijdige teruggave van het budgetrecht aan de Eilandsraad? Welke punten zijn dat, welke risico’s voor goed financieel bestuur zijn hiermee gemoeid en wat de is de impact bij het uitblijven van deze verbeteringen? En wat als ze deze verbeteringen na de verkiezingen niet worden doorgevoerd? Kan het besluit bijvoorbeeld weer worden teruggedraaid en zo ja, welke criteria zijn daarvoor afgesproken en met welke termijn? En zo nee, hoe wordt dan geborgd dat de benodigde stappen ook daadwerkelijk worden gezet?

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris over de streefdatum teruggave budgetrecht eilandsraad Sint Eustatius. De staatssecretaris schrijft dat in het mediation-traject geen overeenstemming is bereikt over de streefdatum voor de teruggave van het budgetrecht aan de eilandsraad (ook wel bekend als fase 2.2: de inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius). De staatssecretaris wil, ondanks dat bij de verkiezingen van maart 2023 nog niet alle verbeterstappen zijn afgerond, de wens van de gedeputeerden en eilandsraad – om het budgetrecht zo spoedig mogelijk terug te geven – honoreren. De leden van de CDA-fractie vragen hoe dit voornemen zich verhoudt tot de voorwaarde die de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius stelt aan de teruggave van het budgetrecht, namelijk dat de eilandsraad en het bestuurscollege hun taken en bevoegdheden op grond van de FinBES zelf naar behoren kunnen vervullen.

Overig

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de laatste stand van zaken met betrekking tot de GTI. Deze leden vragen wanneer de staatssecretaris de Kamer gaat informeren over de scenario’s met de mogelijke toekomstperspectieven voor de GTI. Deze leden vragen of de staatssecretaris na de Eilandsraadverkiezingen maar voor de zomer de Kamer kan informeren.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.