Bonaire

COLUMN – Bericht uit Bonaire

In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Bonaire.

Politiek Bonaire, quo vadis?

Door Burney el Hage

Op 15 maart zijn er verkiezingen op Bonaire. Bij deze verkiezingen worden negen leden gekozen voor de Eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire. Een politiek orgaan dus. De eilandsraadsleden kiezen vervolgens de leden van het Bestuurscollege, een ander politiek orgaan, met de intentie deze te steunen voor de komende vier jaar.

Een voorwaarde is dan eigenlijk ook dat de kandidaat-politici bruisen van visie en beleidsvoornemens, bijvoorbeeld over hoe zij onze bijzondere gemeente beter tot haar recht laten komen. Zodanig dat de inwoners van Bonaire, een ‘fair share and equitable outcome’ hebben uit het Nederlandse burgerschap. Politici met visie en daadkracht. Politici die, met name als ze eenmaal gekozen zijn, politiek bedrijven met het oog op de toekomst en het algemeen belang van het eiland en zijn inwoners. Het liefst ook jongere krachten met nieuwe inzichten, met langetermijnvisie, goede communicatieve eigenschappen en die bereid zijn om zich in te zetten voor een betere toekomst van het eiland. Te beginnen bij de tekortschietende sociale voorzieningen.

De afgelopen vier jaar zijn zowel politici als bestuurders op de achtergrond gebleven. Politiek leiderschap en politieke invloed op cruciale onderwerpen zoals bijvoorbeeld sociale voorzieningen, infrastructuur, ruimtelijke ordening en economische ontwikkelingen zijn niet bepaald zichtbaar geweest. Het zijn met name ambtenaren en vertegenwoordigers van overheidsorganisaties die van zich hebben laten horen en al dan geen richting hebben gegeven aan het beleid. In de afgelopen jaren heb ik verschillende keren moeten denken aan een artikel van Dr. M.E. Beck dat in 1990 gepubliceerd was onder de titel ‘Nederland Quo Vadis’. Hierin werd onder meer het volgende gesteld: “Er is in Nederland iets grondig mis met de werking van de democratische besluitvorming. De beleidsvoorbereiders hebben vrij spel om aan de politieke weg te timmeren. De volksvertegenwoordigers hebben het nakijken.”

Misschien niet een op een te vergelijken met de situatie op Bonaire. Maar het doet mij er wel aan denken. Er lijkt een nieuwe politieke houding te zijn ontstaan. Een houding van afwachten, risicomijden en volgzaamheid. Met name op het gebied van de relatie met de Rijksoverheid, economische ontwikkeling en ruimtelijke ordening is dit te zien. De gekozen politici lijken de ambtenaren vooral niet in de weg te willen lopen. In plaats van een duidelijke koers aan te geven, lijken ze de koers van de ambtenaren te volgen. Een soort omgekeerde delegatie. Als het ware voert het ambtelijk apparaat zijn eigen beleid en de politici mogen dit beleid naar het volk toe verdedigen. Op zichzelf een te overwegen model, maar dan moeten we wel eerlijk zijn en het democratisch bestel overboord gooien. Voor alle duidelijkheid, ik ben daar geen voorstander van. Ik wil alleen aangeven dat het democratisch bestel op eilandsniveau niet optimaal functioneert. En de bottleneck is voornamelijk de mens.

De vijver van geschikte kandidaten is zo goed als leeg en vrijwel niet aan te vullen. De condities zijn simpelweg te onaantrekkelijk. In tegenstelling tot andere met name kleine gemeenten in Nederland, kan je in Bonaire politiek niet als vrijetijdsbesteding doen, want het is gewoon een fulltime job. De kleinschaligheid en de enorme geografische afstand van Den Haag brengt met zich mee dat lokale politici hier, naast reguliere kwesties van gemeentelijke aard, ook te doen hebben met onderwerpen die in Nederland door de Provincie of de Rijksoverheid worden afgehandeld. Het speelveld is ook anders. Dit feit was ingecalculeerd bij de keuze in 2010 deel van Nederland te worden.

Van het plan een gezond en veilig klimaat te ontwikkelen om sterke en integere politici te creëren is nog niet veel terecht gekomen. Het is bijvoorbeeld nog steeds lastig na een politieke carrière elders een fatsoenlijke baan te vinden. Je staat nog steeds bloot aan genadeloze aanvallen met karaktermoord tot gevolg en dat in een kleine gemeenschap. Eenmaal actief in het politieke systeem, ben je hier op het eiland negatief getekend voor het leven.

Hierdoor is de animo voor kandidaatstelling laag. Natuurlijk is dit op weg naar komende eilandsraadverkiezingen een somber beeld. Maar het zijn de feiten en ik kan van de huidige feiten geen mooier, optimistisch verhaal maken. De negatieve gevolgen van het gebrek aan sterke politieke vertegenwoordiging van de belangen van Bonaire worden ook in de wandelgangen van het Rijksbestuur in Den Haag gevoeld. Acties om een effectieve en positieve ontwikkeling op gang te brengen blijven door dit alles uit.

Hopelijk staan er toch geschikte lokale kandidaten op die hun eiland willen dienen. En hopelijk zal hun latere carrière niet door hun politieke activiteiten worden verstoord. Financieel onafhankelijke kandidaten hebben helaas een stapje voor, maar het is wat het is.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.