Den Haag – Regeringspartijen VVD en CDA vinden het verwonderlijk dat politici op Curaçao, Aruba en Sint Maarten zo “triomfantelijk” hebben gereageerd op het inruilen van de rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling voor een onderlinge regeling omdat zij daarmee afstand doen van hun zeggenschap over de afspraken die hun regeringen met Nederland gaan maken.
De Tweede Kamerleden Roelien Kamminga (VVD) en Joba van den Berg (CDA) memoreerden vanavond in een commissiedebat dat een belangrijk bezwaar van de Staten van de CAS-landen tegen de COHO-wet juist was dat ze onvoldoende betrokken waren bij de totstandkoming. Bij een onderlinge regeling is die betrokkenheid er helemaal niet, zo beaamde staatssecretaris Van Huffelen. Na ondertekening door de regeringen zal zij de regeling ter kennisgeving naar de Kamer sturen.
VVD en CDA zagen nog een tweede voordeel vanuit Caribisch perspectief aan COHO: dat was een onafhankelijk orgaan dat er niet alleen toezicht op zou houden of de landen zich bij de uitvoering van de landspakketten aan de afspraken zouden houden, maar ook Nederland op de vingers had kunnen tikken. De plaats van COHO dat onder onafhankelijk bestuur zou komen te staan, wordt ingenomen door de reeds bestaande Tijdelijke Werkorganisatie die rechtstreeks wordt aangestuurd door het ministerie van BZK.
Een derde nadeel dat naar voren werd gebracht van het wegvallen van onafhankelijk toezicht is het potentiële risico van geschillen. “Het toezicht gaan we samen doen en als we het ergens niet over eens zijn halen we er iemand bij die het kan oplossen”, aldus Van Huffelen. Later in het debat erkende ze dat het laatste woord aan Nederland blijft: als een land zich niet aan de afspraken houdt, kan de financiering worden stop gezet.
De onderlinge regelingen krijgen een looptijd van 4 jaar met de mogelijkheid deze telkens met 2 jaar te verlengen. Een land kan de regeling niet tussentijds opzeggen als Den Haag daar niet mee akkoord gaat. Ondanks het gevoel van “ongemak” geven VVD en CDA hun zegen aan de intrekking van de COHO-wet. Jorien Wuite (D66) en Kauthar Bouchallikh (GroenLinks en mede namens de PvdA en BIJ1 sprekend) hadden sowieso geen bezwaar: zij vinden een onderlinge regeling getuigen van gelijkwaardigheid.
COHO mag dan van tafel zijn, de concept-Rijkswet Aruba financieel toezicht (RAft) is dat allerminst. Het is de Arubaanse regering tot nu toe gelukt de parlementaire behandeling te traineren, maar dat kan zich wel eens tegen het land keren. Volgende maand begint het ambtelijk overleg over de voorwaarden waaronder de tijdens de coronacrisis verstrekte liquiditeitssteun moet worden terugbetaald. Zonder een door de Staten van Aruba vastgestelde RAft zal de geleende 900 miljoen gulden in oktober in één keer moeten worden afgelost.
Kijk HIER het gehele debat terug