Bonaire

COLUMN – Van een koude kermis…

Als in je eigen voet schieten een Olympisch nummer wordt, gaan Curaçao, Aruba en Sint Maarten er geheid met goud, zilver en brons vandoor. Geen ander land ter wereld kan bogen op politici die zo bedreven zijn in hun eigen glazen ingooien. En ze hebben het zelf niet eens door. Anders valt niet te verklaren dat het ten grave dragen van het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling zo uitbundig wordt gevierd op de eilanden. Evelyn Wever-Croes, Silveria Jacobs en Gilmar Pisas zijn door hun parlementen als helden binnengehaald. Ze hadden toch maar mooi Nederland in het stof laten bijten! Tijdens vierlandenoverleg op Sint Maarten kregen zij gedaan dat staatssecretaris Van Huffelen de ontwerp-rijkswet COHO bij het afval zet. Het wordt geframed als een overwinning en dat is het ook. Maar dan wel een pyrrusoverwinning.

Het afknallen van COHO is geen verrassing. Het was vanaf het begin – juli 2021 – niet levensvatbaar. Los van de vraag of het deugde, werd het door Knops en zijn staf buitengewoon slecht verkocht, onaantrekkelijk verpakt en op een verkeerd moment in de markt gezet. Het heeft bizar genoeg nog eens 2,5 jaar aan ambtenarensalarissen gekost, voordat de stekker eruit ging. Marketeers zullen de casus gretig gebruiken als voorbeeld van een productlancering, waarbij niets is nagelaten er een mislukking van te maken.

De partijen zijn overeengekomen dat de COHO-wet wordt ingeruild voor onderlinge regelingen tussen Nederland en de afzonderlijke landen. De door Den Haag gewenste hervormingen blijven echter recht overeind; aan de zogeheten landspakketten wordt niet getornd. Het mes dat in de zorgkosten moet worden gezet, is nog even scherp en de verhoging van belastingen is allesbehalve van de agenda, net als de eis de inning ervan te verbeteren.

Wat verandert er dan wel? COHO was vooral bedoeld om er op toe te zien dat de landen de in de landspakketten vastgelegde afspraken nakomen. De veronderstelde aantasting van de autonomie van de landen is inderdaad van de baan. In plaats daarvan gaan de landen elk voor zich nieuwe afspraken maken met Den Haag. Maar uitsluitend over de werkwijze, de manier van rapporteren, de duur van de regeling en de ondersteuning door Nederland. Dat kan voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten wel eens heel onvoordelig uitpakken.

Waar een bataljon Nederlandse ambtenaren nu nog als Tijdelijke Werkorganisatie hun collega’s in de landen heel veel werk bespaart, zullen die zonder COHO meer zelf de handen uit de mouwen moeten steken en denkvermogen aanspreken. Op beide terreinen blinken de overheidsapparaten op de eilanden niet uit, dus dat wordt nog peentjes zweten. Maar het linkste is dat er opnieuw onderhandeld gaat worden over Nederlandse steun. Daarvoor waren tientallen miljoenen euro gereserveerd, maar zonder keiharde garanties over en controle op een correcte besteding blijven die (terecht) op de plank liggen.

Wat het bereikte hoofdlijnenakkoord pas echt de spreekwoordelijke voor een ander gegraven kuil maakt, is de keuze van de CAS-regeringen voor een onderlinge regeling op basis van artikel 38 in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Eef, Sil en Gil hebben dat bekokstoofd tijdens een triootje voordat Alex mocht aanschuiven. De feestende Statenleden hebben er kennelijk geen idee van dat ze daarmee vakkundig buitenspel zijn gezet.

Geen rijkswet kan zonder de instemming van de Tweede en Eerste Kamer worden ingevoerd. Statenleden kunnen aan de debatten daarover deelnemen en de praktijk leert dat de Eerste Kamer nog meer dan de Tweede bezwaren van overzee zwaar laat meewegen. Daarom is de Geschillenregeling in het zicht van de haven gestrand. Bij een onderlinge regeling hebben de parlementen het nakijken en zijn ze volledig overgeleverd aan de welwillendheid van hun regeringen of ze inspraak dulden. Een onderlinge regeling is immers anders dan rijkswet een regeling tussen twee regeringen onderling.

Misschien dat Kadushi Caribische politici grof onderschat en is dit scenario van tevoren stap voor stap uitgedacht. Want het uitoefenen van je controlerende taak als volksvertegenwoordiger kost tijd en energie. Je moet ingewikkelde ambtelijke teksten tot je nemen, je verdiepen in mogelijke consequenties, slimme vragen stellen, je achterban tevreden houden, en – het allerlastigste – soms zelf met verbetervoorstellen komen. En dat voor een armoedige 15.000 gulden per maand, terwijl er zo veel leukere dingen te doen zijn.

En staatssecretaris Van Huffelen? Die zal niet ongelukkig zijn met de uitkomst van het vierlandenoverleg. De ogenschijnlijke nederlaag voelt vast als een overwinning. Voor een D66’er is het altijd leuk een wetsvoorstel van een CDA’er te laten sneuvelen, zeker als dat bovendien een hoop gezeur scheelt. Er kan weer conform de Haagse mores (wie betaalt bepaalt) gestuurd worden met de hand aan de geldkraan.

Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.