Den Haag – Anderhalve week nadat DossierKoninkrijksrelaties.nl meldde dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een voorstel voor de verlaging van vliegtarieven van Sint Eustatius en Saba naar Sint Maarten alweer op de lange baan heeft geschoven, heeft minister Harbers dat besluit in een brief aan de Tweede Kamer toegelicht.
Bij het ministerie ligt al een jaren een advies van de Commissie Hartman om de vliegverbindingen tussen de Bovenwindse eilanden vanwege het sociaalmaatschappelijke belang in de vorm van een ‘openbare dienst’ te gieten. Het kabinet Rutte III schoof een besluit voor zich uit: er was nog een ‘verkenning’ nodig. De Tweede Kamer dwong de toezegging af dat IenW voor het einde van dit jaar met een concreet voorstel zou komen.
Op 14 december ontving de Kamer de planning van het ministerie voor 2023 met daarin diep weggestopt in een 15 pagina’s tellend overzicht van honderden dossiers de aankondiging dat dat voorstel pas eind volgend jaar komt, zonder nadere toelichting. Dat viel niet in goede aarde op de eilanden. Nu is Harbers alsnog met een verklaring voor het nieuwe uitstel gekomen: de ‘verkenning’ zou na een jaar nog niet zijn afgerond. Bovendien wil IenW een andere ‘verkenning’ naar de financiering.
In de brief gaat de bewindsman ook in op het aandeelhouderschap van de Staat der Nederlanden in Winair. Daar komt een einde aan zodra er “een alternatief instrument” beschikbaar is.
Uit de brief van Harbers
In de brief aan de Kamer van 10 december 2021 is toegezegd om een openbaredienstverplichting als alternatief instrument voor de staatsdeelneming in Winair te verkennen om zo de bereikbaarheid van Caribisch Nederland te borgen. Daarbij is aangegeven dat de Kamer eind 2022 over de uitkomsten van die verkenning wordt geïnformeerd. De verkenning is nog niet afgerond, maar de Kamer wordt hierbij geïnformeerd over de voortgang.
Het ministerie bereidt een wijziging van de Luchtvaartwet BES voor. Dit moet een grondslag bieden voor het vaststellen van een openbaredienstverplichting op slecht bediende routes van en naar Caribisch Nederland. De verbeterde ontsluiting van gebieden zoals Saba en Sint Eustatius is van vitaal belang voor de sociaal-economische ontwikkeling van deze gebieden.
Het voorstel wordt naar verwachting in het 4e kwartaal van 2023 aan de Kamer aangeboden. Voor het opleggen van een openbaredienstverplichting is financiering nodig. De mogelijkheden hiervoor worden komende periode verkend. De Kamer wordt in de tweede helft van 2023 geïnformeerd over de uitkomst van de verkenning hiernaar.
Aandeelhouderschap Winair
Het Rijk bezit 7,95% van de aandelen in de luchtvaartmaatschappij Winair. Dat belang is in 2010 verworven om de bereikbaarheid van Saba en Sint Eustatius te borgen. Op 10 december 2021 is aangegeven dat een staatsdeelneming niet het meest geschikte instrument is om dit belang te borgen. Daarom is aangegeven dat de aandelen in Winair worden afgestoten zodra een alternatief instrument kan worden ingezet. Dat maakt dat de focus van het Rijk in het aandeelhouderschap is komen te liggen op drie prioriteiten. De eerste prioriteit is het zo goed mogelijk borgen van de bereikbaarheid van Saba en Sint Eustatius totdat een alternatief instrument dit beter kan. Daarbij is in het bijzonder aandacht voor ticketprijzen, regelmaat en continuïteit. De tweede prioriteit is het borgen dat de lening die het Rijk aan Winair heeft verstrekt tijdens de COVID-19-pandemie tijdig wordt afgelost. De derde prioriteit is het klaarstomen van het bedrijf voor een ordentelijke aandelenoverdracht.
Tot slot, Winair is in oktober 2022 begonnen om de lening, die het Rijk tijdens de COVID-19-pandemie verstrekte, in 15 maanden terug te betalen, inclusief rentelasten. Dat betekent dat de lening binnen de daarvoor gestelde termijn zal worden afgelost.