Bonaire

COLUMN – Bericht uit Bonaire

In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Bonaire.

De weg naar reconciliatie

Door Burney el Hage

Mijn vorige column (13 november) ging over het slavernijverleden. In vervolg hierop en gelet op de eindejaarsdagen wil ik het jaar afsluiten met een vooruitblik. Ook al is het slavernijverleden “op zichzelf” geen dagelijkse gesprekstof, de naweeën zijn er nog wel.

Eerder deze week heeft Nederland excuses aangeboden voor zijn rol in deze periode uit de geschiedenis van ons Koninkrijk. Dit lijkt mij een mijlpaal waarbij tegelijkertijd een basis is gecreëerd voor een gezamenlijke weg naar de reconciliatie, en hopelijk een constructieve (door)start naar de afronding van het emancipatieproces dat op 1 juli 1863 is gestart.

Tot nu toe verliep dit emancipatieproces min of meer op “een ieder voor zich” basis en zonder erkenning of hulp, laat staan excuses van de Nederlandse staat of ex-slavenhandelaren of slavenhouders. En eerlijk gezegd waren de afstammelingen van de vrijgemaakte slaven eigenlijk meer bezig met overleven, zowel financieel-economisch als mentaal. Waar hoor je bij, tot welke vooruitstrevende cultuur/ras/groep hoor je, waar mag je trots op zijn? Vragen die tot nu onbeantwoord zijn gebleven en dat misschien wel voor altijd blijven. In ieder geval was en ben je geen Arabier, Jood, Portugees of Europese blanke Nederlander.

Zoals ik vorige keer aangaf vind ik, gelet op het tijdsverloop en de veranderende samenstelling van de maatschappij aan beide kanten van ons Koninkrijk, de erkenning belangrijker dan excuses. Wat ik toejuich is het feit dat dit onderwerp nu op de agenda staat en besproken wordt. Dit zou ook op de eilanden door ons zelf gedaan moeten worden. Onze eigen persoonlijke (overgeleverde) verhalen zouden meer naar voren moeten komen. De succesverhalen en de tragedies. De nadruk zou meer gelegd moet worden op het feit dat wij deze gruwelijke jaren hebben overleefd, een bewijs van de kracht in ons.

Realiteit is wel dat een te groot deel van de afstammelingen van de vrijgemaakte slaven vandaag de dag te weinig kansen krijgt in de maatschappij. Velen zitten vast in de vicieuze cirkel van gebrekkige scholing en vorming, werkloosheid, armoede, slechte huisvesting, geweld en criminaliteit en een “minderwaardig” zelfbeeld. De meest elementaire voorwaarden om een degelijk bestaan te kunnen leiden zijn er voor velen niet. Het is nu meer een kwestie van kansen en (on)gelijkheid geworden. En hier is de helpende hand nodig van Nederland. En, laten wij alstublieft niet de “moderne slavernij” wegargumenteren. De continue import van “gastarbeiders” (ook soms ongedocumenteerden) tegen een hongerloon en geen of zeer onfatsoenlijke huisvesting. En dit alles gesteund door wetgeving die in het voordeel van de perverse commercie is opgesteld.

Emancipatie is een intrinsiek proces. Dus op de eilanden moeten ook wij actief aan de slag om onszelf (en elkaar) vooruit te helpen en kansen te grijpen. Dit proces is al gaande, maar moet versneld worden. Zelf zie ik het verschil tussen de jaren 70 en nu. Onder de jongere generatie speelt het rassen- en klassenverschillen veel minder dan toen. Van invloed is tevens dat de bevolkingssamenstelling, met name door immigratie en vermenging, is veranderd. En, zeer belangrijk, er hebben zich rolmodellen ontwikkeld. Nazaten die door goed gebruik van talenten en kansen, zich hebben ontwikkeld tot lokale, en zelfs internationale, professionals. Deze rolmodellen zijn van onschatbare waarde voor de mentale emancipatie. En dit laatste heeft weinig te maken met geld.

De excuses hebben de deur geopend om gezamenlijk het emancipatieproces verder te doorlopen. Open en eerlijk samen met elkaar kijken naar de huidige stand van zaken en de toekomstige mogelijkheden. Grijp de “low-hanging fruits”. Waarom bijvoorbeeld zou Nederland belastingbetalende burgers in het Caribische landsdeel ongelijk blijven behandelen op fundamentele punten waarop er geen verschil tussen Europa en de Cariben zou mogen zijn? Woorden krijgen pas de waarde van “gemeend” als er aantoonbare daden op volgen.

Verder gaat mijn voorkeur ernaar uit om de focus te leggen op onderwijs en (persoonlijke)vorming, met name voor de kwetsbare groepen. Hierbij wil ik refereren aan mijn eerdere column over “ghetto stories”. Daarnaast denk ik dat wijzelf op de eilanden met elkaar in gesprek moeten over ons gezamenlijke verleden. Want de nazaten van slavenhandelaren of slavenhouders wonen hier ook en stroomt hun bloed soms in onze aderen. De meeste van ons hebben een gedeelde historie en zijn meer verweven met elkaar dan wij zelf vermoeden.

De toekomst is niet meer zwart of wit, maar koffiekleurig zoals de Antilliaanse schrijver Cola Debrot jaren geleden al voorzag. We moeten blijven praten, met Nederland maar voornamelijk ook met elkaar, op onze eilanden. Ik heb goede hoop. Fijne feestdagen!

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.