Den Haag – Maatregelen om het vliegen in Caribisch Nederland voor de inwoners betaalbaar te maken laten opnieuw langer op zich wachten. Dat blijkt uit een planning die minister van Infrastructuur en Waterstaat Mark Harbers vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In tegenstelling tot wat het vorige en het huidige kabinet hebben beloofd, komt het ministerie niet dit jaar, maar pas eind 2023 met een voorstel om het vliegverkeer tussen de bijzondere gemeenten als een vorm van openbaar vervoer te organiseren en de ticketprijzen door middel van subsidie maatschappelijk aanvaardbaar te houden.
Het daadwerkelijk invoeren van goedkopere tickets zal op zijn vroegst in de loop van 2025 kunnen, want daarvoor met de Luchtvaartwet BES worden aangepast. Harbers verwacht het wetsvoorstel in het vierde kwartaal van 2023 aan de Tweede Kamer aan te bieden waarna ook de Eerste Kamer er nog over moet besluiten. Pas dan kan een begin worden gemaakt met het aanbesteden van de routes.
Door het Tweede Kamerlid Jorien Wuite (D66) gevraagd waarom er niets gedaan is met de aanbevelingen uit het in 2019 verschenen rapport van de Commissie Hartman, antwoordde staatssecretaris Barbara Visser in juli 2021 “op dit moment de mogelijkheid van een openbaredienstverplichting op de routes tussen Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius te verkennen.”
Over de uitkomsten van de verkenning zou de Kamer eind 2021 worden geïnformeerd. Na het aantreden van Rutte IV werd de deadline naar het vierde kwartaal van dit jaar verschoven, maar ook die wordt niet gehaald. Over de reden van het uitstel zwijgt het ministerie: de nieuwe planning zit diep weggestopt in een 15 pagina’s tellend overzicht van honderden dossiers.