Den Haag – De weg naar het door het kabinet Rutte maken van excuses voor het Nederlandse slavernijverleden blijft er een vol ongemak. In een kennelijke poging de kritiek op de aanpak te pareren heeft minister van BZK Hanke Bruins Slot mede namens staatssecretaris Alexandra van Huffelen de Tweede Kamer geïnformeerd over “de stand van zaken kabinetsreactie op het adviesrapport van de dialooggroep slavernijverleden.”
Vorige week lekte uit dat leden van het kabinet op 19 december op acht plekken in het Koninkrijk en Suriname excuses zullen uitspreken. Dat verraste alle betrokkenen, want iedereen ging er vanuit dat dit op 1 juli 2023 zou gebeuren bij de herdenking van 160 jaar afschaffing van de slavernij. Vanuit Curaçao en Suriname kwam er kritiek op de gehaastheid en gebrek aan afstemming met organisaties.
Bovendien laat de reactie van het kabinet op de inmiddels bijna anderhalf jaar oude aanbevelingen van de Dialooggroep Slavernijverleden nog altijd op zich wachten. In de brief aan de Kamer kondigt Bruins Slot aan dat deze – naar eigen zeggen “belangwekkende” -reactie op 19 december naar de Kamer wordt gestuurd.
De minister laat in het midden of dan excuses worden gemaakt: “De minister-president zal op die dag namens de regering een publieke boodschap uitspreken. Aansluitend zullen leden van het kabinet tijdens vervolgbijeenkomsten in het Caribische deel van het Koninkrijk, en in Suriname, met betrokkenen dieper ingaan op de kabinetsreactie”, aldus Bruins Slot.
Brief minister Bruins Slot
Op verzoek van uw Kamer informeer ik u, mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, over de stand van zaken en het proces rondom de kabinetsreactie op het adviesrapport van het Adviescollege dialooggroep slavernijverleden.
In 2020 stelde het vorige kabinet het Adviescollege dialooggroep slavernijverleden in met het verzoek om op basis van een brede maatschappelijke dialoog tot een advies te komen over hoe recht te doen aan het slavernijverleden.
In voorbereiding op de kabinetsreactie op het rapport van de dialooggroep heeft het kabinet gesprekken gevoerd in het Caribisch deel van het Koninkrijk, in Nederland en in Suriname om de analyse en aanbevelingen van de dialooggroep zelf te ervaren, zelf te horen in gesprekken en met eigen ogen te zien. De staatsecretaris en ik hebben een bezoek gebracht aan Sint-Maarten, Sint Eustatius en Curaçao (6-9 september j.l) en de minister-president heeft een bezoek gebracht aan Suriname (12-13 september j.l). In deze gesprekken is het belang van een weloverwogen proces duidelijk naar voren gekomen.
De staatsecretaris heeft daarom op 23 november j.l op Curaçao een verdiepend gesprek gevoerd met betrokkenen vanuit alle zes de eilanden van het Koninkrijk. Ook is er contact geweest met de Surinaamse autoriteiten en belangenorganisaties. Onder meer op 8 december gaat het kabinet in Nederland nader in gesprek met betrokkenen uit het Caribisch deel van het Koninkrijk, Suriname en Nederland. Het kabinet wil hiermee tot een belangwekkende reactie komen die recht doet aan de betekenis en beleving van het slavernijverleden.
Op 19 december aanstaande wordt de inhoudelijke reactie op de aanbevelingen van het Adviescollege aan uw Kamer gezonden. In de kabinetsreactie zal uitgebreid worden ingegaan op de aanbevelingen van de dialooggroep, inclusief die inzake excuses.
Ook zal de minister-president op die dag namens de regering een publieke boodschap uitspreken. Aansluitend zullen leden van het kabinet tijdens vervolgbijeenkomsten in het Caribische deel van het Koninkrijk, en in Suriname, met betrokkenen dieper ingaan op de kabinetsreactie.
De presentatie van de kabinetsreactie vormt een belangrijk moment in een langere periode van reflectie op en dialoog over de omgang met het slavernijverleden.