Nederland staat in de wereld aangeschreven als een gul land. Dit jaar wordt er een kleine vijf miljard uitgegeven aan ontwikkelingssamenwerking; bepaald geen kattenpis. Het was ook de Nederlandse delegatie die tijdens de (jammerlijk grotendeels mislukte) COP27 in Egypte hartstochtelijk pleitte voor een ‘schade- en verliesfonds’ voor arme landen die part noch deel hebben aan klimaatverandering, maar wel als eerste de rekening gepresenteerd krijgen. In de vorm van overstromingen, krachtigere stormen en orkanen, hittestress, droogte en tegelijkertijd zware stortregens.
De rijkste landen zijn veruit de grootste veroorzakers van de opwarming van de aarde en moeten daarom armere landen behalve met expertise ook financieel steunen om zich tegen de volgens wetenschappers desastreuze gevolgen te beschermen, vindt minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten. Dus maakte hij zich tijdens de klimaattop hard voor een ‘schade- en verliesfonds’. Na veel gekibbel werd op het nippertje een akkoord bereikt, maar niemand die een idee heeft hoe het praktisch vorm te geven.
Jettens eveneens in Egypte aanwezige partijgenoot en Tweede Kamerlid Raoul Boucke was er als de kippen bij de bewindsman de suggestie aan te reiken als Nederland het goede voorbeeld aan de wereld te geven door via een pilot in het ‘eigen’ Caribisch deel van het Koninkrijk uit te vinden hoe je klimaatschade en -verlies berekent en verdere schade voorkomt. De minister hield de boot af en dat past in de afstandelijkheid die de vier achtereenvolgende kabinetten Rutte etaleren. Alsof Den Haag er maar niet aan kan (of wil?) wennen dat Bonaire, Sint Eustatius en Saba toch echt net zo veel bij Nederland horen als bijvoorbeeld Ameland of Zoutelande.
Het hemd is nader dan de rok is een oer-Hollands gezegde, maar dat niet opgaat voor de bijzondere gemeenten en al helemaal niet voor de partnerlanden Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Hoe groot de structurele armoede daar ook is, ze hebben bij het verdelen van de miljarden voor ontwikkelingssamenwerking over soms door en door corrupte buitenlanden het nakijken. Zoals de CAS-landen ook geen aanspraak kunnen maken op veel ontwikkelingsfondsen van de VN en EU, omdat ze deel uitmaken van het Koninkrijk dat geacht wordt bemiddeld genoeg te zijn om de welvaart binnen de eigen grenzen eerlijk te verdelen.
Het gevolg is dat veel overzeese Nederlanders in armoede leven, het onderwijs er dik onvoldoende is, de gezondheidszorg ziek en de criminaliteit welig tiert. Dat is, zo voert rechts Den Haag aan, vooral het gevolg van onkunde en onwil. Dat kan misschien zo zijn, de bestuurlijke mores is er wel (mede) door Nederland gezaaid. Eeuwenlang hebben naar de eilanden uitgezonden Nederlanders – van gouverneurs tot ondernemers – het verkeerde voorbeeld gegeven. De excuses voor de rol in de trans-Atlantische slavenhandel die leden van het kabinet op 19 december in alle delen van het Koninkrijk en Suriname gaan uitspreken zouden ook betrekking moeten hebben op de koloniale overheersing die tot 1954 heeft voortgeduurd.
Terug naar het schade- en verliesfonds. Jetten wil niet aan een pilot. Ook nu kijkt hij liever over de grenzen van het Koninkrijk. Zo zullen voor de Klimaatconferentie die Aruba in samenwerking met Nederland in maart wil houden ook eilanden uit de regio worden uitgenodigd. Op zichzelf valt daar weinig tegen in te brengen, ware het niet dat Den Haag halsstarrig weigert zich een bondgenoot van de CAS-landen te tonen in de strijd tegen de impact van klimaatverandering. Want het zijn tenslotte autonome landen, is de aloude smoes om weg te kijken.
De minister maakte deze week goede sier met de benoeming van klimaatpaus Nijpels tot kwartiermaker van de Klimaattafel Bonaire. Opeens doen vijf betrokken departementen voorkomen dat ze vervuld zijn van zorgen over Bonaire waarvan over enkele decennia grote stukken verzwolgen dreigen te worden door de zee. Daarvoor was het wel nodig dat Greenpeace Nederland aankondigde via een rechtszaak tegen de Staat der Nederlanden te zullen afdwingen dat de regering eindelijk haar verantwoordelijkheid neemt.
Het is geweldig dat Nederland gevoelig is voor de noden in arme landen en dat moet vooral zo blijven. Maar dat hoeft niet in de weg te staan dat voor klimaatadaptatie een koninkrijksfonds wordt ingesteld waaraan de vier landen naar draagkracht bijdragen.
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.