Den Haag – Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer heeft vandaag voor de motie van Jorien Wuite (D66) gestemd waarin het kabinet wordt verzocht zo snel mogelijk het sociaal minimum voor Caribisch Nederland te herijken.
Wuite zag ook haar motie omarmd worden die van de ministeries verlangt veel nadrukkelijker te melden of nieuwe regelgeving wel of niet van toepassing is voor Caribisch Nederland en, als dat niet het geval is, het waarom beter toe te lichten.
Nagenoeg alle bij het debat over de begroting Koninkrijksrelaties en het BES-fonds ingediende moties zijn aangenomen. Alleen die van de PVV over het verbreken van de koninkrijksbanden haalde het niet. Net als voorgaande jaren stemde geen enkele andere partij voor de motie.
Aangenomen moties
Motie Wuite (D66), mede-ondertekend door Omtzigt, Van den Berg, Ceder, Van Raan, Kuiken, Bouchallikh, Sylvana Simons en Kuzu.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat de regering het principe van “comply or explain” hanteert bij wet- en regelgeving die betrekking heeft op Caribisch Nederland; constaterende dat uit antwoorden op Kamervragen blijkt dat het kabinet de herijking van het sociaal minimum van Caribisch Nederland pas in 2024 wenst in te zetten; constaterende dat het regeerakkoord stelt “we herijken elke vier jaar het sociaal minimum om vast te stellen of dit toereikend is om van te leven en mee te doen in de samenleving”; constaterende dat de minister van Armoede in haar Kamerbrief Voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum Caribisch Nederland 2022 aangeeft het bereiken van bestaanszekerheid substantieel te willen versnellen; overwegende dat diverse ontwikkelingen, rapporten en andere signalen bevestigen dat armoede in Caribisch Nederland snel toeneemt, steeds meer gezinnen niet rondkomen en het in 2019 bepaalde ijkpunt vanwege huidige crises niet langer voldoet; verzoekt de regering om de herijking van het sociaal minimum van Caribisch Nederland mee te nemen in de al lopende Commissie voor de herijking van het sociaal minimum in Europees Nederland of een nieuwe commissie hiervoor in te stellen, om zo te onderzoeken of het sociaal minimum in Caribisch Nederland niet eerder herijkt moet worden, en de Kamer voor het begrotingsdebat Koninkrijksrelaties 2024 te informeren over de onderzoeksresultaten, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Wuite (D66), mede-ondertekend door Van den Berg, Van Raan, Sylvana Simons, Bouchallikh en Den Haan.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat in de begroting is opgenomen dat het “comply or explain”-principe inhoudt “dat nieuwe Europees-Nederlandse beleidsdoelen of beleidsintensiveringen, waaronder bijbehorende nieuwe regelgeving, ook van toepassing is in Caribisch Nederland, tenzij er redenen zijn om dat niet te doen”; constaterende dat in 2023 via een projectteam “comply or explain” inhoudelijk wordt meegedacht over de toepassing van het “comply or explain”-principe; overwegende dat het op dit moment voor alle partijen in Europees en Caribisch Nederland nog onduidelijk is wat de criteria zijn van het “comply or explain”-principe, en hoe de staatssecretaris de toepassing van dit principe door andere departementen beoordeelt; verzoekt de regering om bij elke Kamerbrief waarin nieuw beleid wordt aangekondigd, standaard een passage op te nemen over Caribisch Nederland met een uitleg waarom het beleid wel of niet van toepassing is; verzoekt de regering de Kamer in het eerste kwartaal van 2023 te informeren over de vorderingen van het projectteam “comply or explain” en hoe zij vertegenwoordigers en burgers van Caribisch Nederland betrekken en informeren, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Wuite (D66), mede ondertekend door Van Raan
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat het bevorderen van de sociaal-economische structuur een beleidsprioriteit is om de economische weerbaarheid te bevorderen en sociaal-economische kansen van de Caribische landen te versterken; constaterende dat diverse publicaties concluderen dat Latijns-Amerika en het Caribisch gebied kansen hebben de creatieve economie verder te ontwikkelen; van mening dat meer aandacht voor cultuur in het Caribisch deel van het Koninkrijk bijdraagt aan verbinding en een meer gemeenschappelijke cultuur in het Koninkrijk die ook internationaal is uit te dragen; verzoekt de regering te onderzoeken hoe de culturele samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk versterkt kan worden, bijvoorbeeld door een cultureel attaché aan te stellen bij de vertegenwoordiging op Curaçao, Aruba en Sint-Maarten, die een helpdeskfunctie kan vervullen en bijvoorbeeld de haalbaarheid verkent voor een cultureel erfgoedfonds en een stimuleringsregeling voor samenwerking en creatieve vernieuwing tussen kunstenaars en culturele instellingen; en de Kamer uiterlijk voor 1 februari 2023, te informeren over de werkzaamheden én kansen voor samenwerking, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Van den Berg (CDA), mede-ondertekend door Kamminga
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat veel inwoners op de BES-eilanden in armoede leven; constaterende dat de kosten van levensonderhoud onder meer hoog zijn omdat de eilanden zeer afhankelijk zijn van dure import van voedingsmiddelen; overwegende dat het wenselijk is dat de BES-eilanden met een adequaat land- en tuinbouwbeleid zo veel mogelijk in eigen voedselproductie kunnen voorzien; overwegende dat de Kamer al sinds 2017 pleit voor versterking van land- en tuinbouw, maar dat er weinig vooruitgang is; verzoekt de regering, in overleg met de BES-eilanden, Wageningen University & Research het land- en tuinbouwbeleid te laten onderzoeken en aanbevelingen te doen voor de korte en middellange termijn, en de Kamer daarover voor april 2023 te informeren
Motie Ceder (ChristenUnie)
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat het Caribische en Europese deel van het Koninkrijk verbonden zijn door een lange gezamenlijke geschiedenis, maar dat verbondenheid ook voor de toekomst van belang is; verzoekt de regering bij de reactie op het rapport van de Dialooggroep Slavernijverleden en het 18 oktober aangeboden delegatieverslag nadrukkelijk de vraag te betrekken hoe samen met de eilanden gezamenlijke symbolen, narratieven en instituten kunnen worden gevonden om deze gezamenlijkheid ook in de toekomst te behouden, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Ceder (ChristenUnie), mede-ondertekend door Wuite
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat onderzoek aantoont dat Bonaire zeer kwetsbaar is voor de gevolgen van klimaatverandering en dat aannemelijk wordt geacht dat dit ook geldt voor de andere Caribische eilanden; overwegende dat naast klimaatmitigatie ook meer onderzoek en een breed pakket aan klimaatadaptieve maatregelen nodig is om de gevolgen van klimaatverandering voor de eilanden van het Caribisch deel van het Koninkrijk te beperken; van mening dat expertise vanuit Europees Nederland onontbeerlijk is om tot een dergelijk “Caribisch deltaplan” te komen; verzoekt de regering om samen met de lokale besturen, Rijkswaterstaat en de deltacommissaris in kaart te brengen wat er nodig is aan klimaatadaptatieve maatregelen voor de BES-eilanden en over deze thematiek ook met de landen in gesprek te gaan, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Ceder (ChristenUnie), mede-ondertekend door Kuiken
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat de kinderopvangvergoeding ook in Caribisch Nederland vanaf 2025 96% zal bedragen en daarmee met relatief hoge uitvoeringskosten een relatief laag bedrag zal worden geïnd; overwegende dat op de BES-eilanden sprake is van grote kinderarmoede, er een andere socialevoorzieningensystematiek is en dat volledige afschaffing van de vergoeding het leven meer betaalbaar maakt en arbeidsparticipatie ten goede kan komen; verzoekt de regering voor de behandeling van het commissiedebat Sociaal minimum BES inzichtelijk te maken hoe te verwachten uitvoeringskosten en te verwachten inkomsten van de kinderopvangvergoeding in Caribisch Nederland zich tot elkaar verhouden, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Van Raan (PvdD), mede-ondertekend door Simons
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat er weinig cijfers en data over de BES- en CAS-eilanden beschikbaar zijn; constaterende dat dit een belangrijke belemmering is in het evalueren en maken van beleid; verzoekt de regering in overleg te gaan met instituties, zoals Centraal Bureau voor de Statistiek en Centraal Planbureau, om afspraken te maken over het verbeteren van data ten behoeve van beleidsvorming, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Van Raan (PvdD), mede-ondertekend door Simons en Wuite
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat Plantage Bolivia onderdeel is van een important bird area; constaterende dat volgens de huidige bestemmingsplannen niet gebouwd mag worden op Plantage Bolivia; constaterende dat een projectontwikkelaar plannen heeft om te bouwen op Plantage Bolivia; constaterende dat recent onderzoek van de Raad voor de rechtshandhaving aantoont dat uitgifte van land op Bonaire niet altijd volgens de regels verloopt en waarschijnlijk mede hierdoor veel gebouwd wordt op Bonaire zonder de juiste vergunningen; verzoekt de regering om in gesprek met het openbaar lichaam Bonaire ervoor te zorgen dat er geen onomkeerbare stappen worden genomen voor wat betreft bouwen op Plantage Bolivia totdat het ontwikkelingsprogramma is vastgesteld, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Den Haan (Fractie Den Haan), mede-ondertekend door Kamminga en Van den Berg
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat de vergrijzing in Caribisch Nederland een enorme impact zal hebben op de woningmarkt, de zorg, het onderwijs en de arbeidsmarkt; overwegende dat het belangrijk is om te kunnen anticiperen op deze ontwikkelingen; overwegende dat de Staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050 is ingesteld om zicht te krijgen op de scenario’s, mogelijke beleidsopties en handelingsperspectieven van de regering in relatie tot de maatschappelijke gevolgen van de demografische ontwikkelingen, in het bijzonder van vergrijzing en migratie tot ten minste 2050, tegen de achtergrond van de bredewelvaartsbenadering; verzoekt de regering Caribisch Nederland mee te nemen in de opdracht aan de Staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Den Haan (Fractie Den Haan), mede-ondertekend door Simons en Van Raan
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat in Caribisch Nederland het aantal gezinnen dat problemen heeft als gevolg van armoede, gebrek aan psychische zorg, huiselijk geweld, verslaving et cetera toeneemt; constaterende dat deze gezinnen ondersteuning nodig hebben van social workers maar er een tekort is aan dit soort ondersteuning; overwegende dat je dit soort problemen in een vroeg stadium moet kunnen adresseren en kunnen begeleiden zodat je erger kunt voorkomen; verzoekt de regering te onderzoeken in hoeverre een regionaal netwerk van social workers aan meer ondersteuning zou kunnen bijdragen en, zo ja, hoe dit dan vorm moet krijgen en hoeveel capaciteit qua menskracht dan nodig is, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Simons (BIJ1), mede-ondertekend door Koekkoek, Den Haan, Van Raan en Wuite.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat de beschermingsprocedure in Curaçao als bedoeld in artikel 3 EVRM niet voldoet aan de internationale standaarden, dat het verkrijgen van rechtsbijstand voor (kwetsbare) vluchtelingen in veel gevallen niet mogelijk is en deze (kwetsbare) vluchtelingen, waaronder kinderen, onder ondermaatse omstandigheden worden opgesloten of in detentie worden gezet, of zonder geldige procedure naar het land van herkomst worden teruggestuurd; constaterende dat de Koninklijke Marechaussee een grote rol zal vervullen bij de versterking van het grenstoezicht in de autonome landen Curaçao, Aruba en Sint-Maarten; overwegende dat Nederland op grond van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden zorg hoort te dragen voor het waarborgen van menselijke rechten en vrijheden; verzoekt de regering te onderzoeken hoe zij desgevraagd en op maat gesneden technische assistentie, ervaringen en expertise in kan zetten om de andere autonome landen te assisteren bij de aanpak van de bovenstaande problematiek, en om het gesprek aan te gaan met de regeringen van de autonome landen over de rol die ngo’s hierbij kunnen spelen, in het bijzonder mensenrechtenorganisaties, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Simons (BIJ1), mede-ondertekend door Van Raan, Koekkoek, Bouchallikh, Den Haan en Wuite.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat Bonaire de eerste gemeente van Nederland is die onder water zal komen te staan als gevolg van de klimaatcrisis, en ook Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Statia en Saba harder zullen worden geraakt door de klimaatcrisis dan Europees Nederland; overwegende dat dit de noodzaak van klimaatbestendig beleid en adaptatiemaatregelen in het Caribische gedeelte van het Koninkrijk benadrukt; constaterende dat er nauwelijks tot geen wetenschappelijk onderzoek bestaat over de gevolgen van de klimaatcrisis voor het Caribische gedeelte van het Koninkrijk om adequaat beleid op te baseren; verzoekt de regering om, in navolging van het breed ingestoken onderzoek van het Instituut voor Milieuvraagstukken, onderzoeken naar de gevolgen van de klimaatcrisis voor Bonaire, Statia en Saba zo snel mogelijk te (laten) uitvoeren, en daarin ook de gevolgen mee te nemen voor de cultuur, het cultureel erfgoed, de volksgezondheid, de leefomgevingen en de economie; verzoekt de regering om te onderzoeken hoe Nederland Aruba, Curaçao en Sint-Maarten kan ondersteunen in het uitvoeren van soortgelijke onderzoeken en beleid, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Simons (BIJ1), mede-ondertekend door Van Raan, Bouchallikh en Den Haan.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat de relatie tussen Nederland, Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Bonaire, Statia en Saba voortkomt uit een 400 jaar lange geschiedenis van kolonialisme en slavernij; overwegende dat die geschiedenis in verschillende vormen van ongelijkheid nog doorleeft in het heden, zoals de ongelijkwaardige reactie op de gevolgen van de klimaatcrisis voor het Caribische gedeelte van het Koninkrijk; constaterende dat Bonaire de eerste gemeente van Nederland is die onder water zal komen te staan als gevolg van de klimaatcrisis, en dat ook de andere vijf eilanden hier harder door zullen worden geraakt dan Europees Nederland; overwegende dat dit tekenend is voor klimaatracisme, wat inhoudt dat de landen en regio’s die het minst hebben bijgedragen aan de klimaatcrisis het hardst worden geraakt en tegelijkertijd het minst worden gesteund in het komen tot zelfstandig klimaatbestendig beleid; verzoekt de regering in het kader van heling en herstel ook maatregelen ter bestrijding van klimaatracisme mee te nemen in de voorbereidingen op het herdenkingsjaar 150 jaar afschaffing van de slavernij, en gaat over tot de orde van de dag.
Verworpen motie
Motie De Graaf (PVV)
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat het proces van dekolonisatie met betrekking tot de andere landen als voltooid mag worden beschouwd; overwegende dat zowel het Statuut als het ongeschreven recht Nederland niet de mogelijkheid biedt om zelfstandig verder te gaan; overwegende dat zulks inhoudt dat dit het ooit als kolonisator optredende land tot in de eeuwigheid gemaakt heeft tot de speelbal van de ooit gekoloniseerde landen; overwegende dat dit, juist na alle onder andere financieel-economische hulp in de afgelopen eeuw, als discriminerend kan worden beschouwd; verzoekt de regering het proces van dekolonisatie als voltooid te beschouwen en het proces van verzelfstandiging van de landen van het Koninkrijk, op welke manier dan ook, in gang te zetten, en gaat over tot de orde van de dag.
Aangehouden motie
Motie Bouchallikh (GroenLinks), mede-ondertekend door Simons en Van Raan De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat de klimaatcrisis grote gevolgen kan hebben voor de eilanden in het Caribisch gebied en bewoners van de eilanden zich hier grote zorgen over maken; constaterende dat uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat de komende periode flinke stappen gezet moeten worden om de gevolgen van klimaatverandering voor Bonaire te beperken; overwegende dat het van belang is om tijdig concrete en adequate maatregelen te nemen om de gevolgen van de klimaatcrisis in het gehele Koninkrijk te beperken; overwegende dat het klimaatakkoord van Parijs nog niet van toepassing is op Caribisch Nederland zolang het VN-Raamverdrag uit 1992 nog geen medegelding heeft voor Caribisch Nederland; verzoekt de regering om – in samenspraak met de openbare lichamen en de inwoners – een actieplan op te stellen voor de aanpak van de klimaatcrisis en de klimaatadaptieve maatregelen voor Caribisch Nederland, en de Kamer hierover voor 1 juli 2023 te informeren; verzoekt de regering zich tevens in te zetten voor de medegelding van VN-klimaatverdragen voor Caribisch Nederland, en gaat over tot de orde van de dag.