In onderstaande opiniebijdrage over de sociale ongelijkheid tussen Europees en Caribisch Nederland richt een oud-inwoner van Sint Eustatius zich tot de Tweede en Eerste Kamer.
Door Ir. J.H.T. (Jan) Meijer MBA
Meer en meer voel ik mij dat kleine jongetje langs de kant van de weg – ik refereer aan het sprookje uit 1837 van Hans Christian Andersen “De nieuwe kleren van de keizer” – dat bij het passeren van de keizer in zijn nieuwe gewaad uitroept “…maar de keizer is naakt, hij heeft helemaal niets aan“. Ik bedoel hiermee: “Iedereen kan het zien, maar niemand wil het zien”. Waar gaat het dan over?
Over de onwil van het kabinet om de bewoners van Caribisch Nederland te zien en te behandelen als gewone, volwaardige Nederlanders in de context van de Nederlandse wet- en regelgeving. Voor de wet zijn alle Nederlanders gelijk en zullen in gelijke omstandigheden gelijk worden behandeld; met zoveel woorden wordt dit gesteld in artikel 1 van de Nederlandse Grondwet.
En al geruime tijd duikt er dan ineens een soort camouflage-taal op met woorden als “gelijkwaardig”, “ijkpunt”, “sociaal minimum voor Caribisch Nederland”, etc. U ziet allemaal – net als ik – dat de Caribische Nederlander door dit toneelspel over het sociaal minimum om de tuin wordt geleid, om niet te zeggen: regelrecht en doelbewust wordt belazerd! Dit is allemaal een grote poppenkast die – naar mijn beste overtuiging – in juridische zin kant noch wal raakt.
Al dit gedoe leidt er alleen maar toe dat de ongelijkheid tussen Caribisch en Europees Nederland in stand wordt gehouden (of zoals ik ook al eens heb gelezen in De Correspondent “beleid is van het kabinet”). En dan komt er op een vreselijk laat moment een brief van de minister van Armoedebeleid waarin in 15 pagina’s (exclusief bijlagen) staat uiteengezet hoe “goed” het allemaal gaat. Dat we het ontbijt op de scholen in Caribisch Nederland zijn vergeten te organiseren terwijl dat in heel Europees Nederland wel van de grond komt, vergeet ik hier dan maar even (maar dat blijft natuurlijk ook tenenkrommend beschamend).
Als ik de inhoud van de brief (van minister Schouten) tegen het licht hou en ik kijk tussen mijn oogharen naar wat ik dan zie als centrale boodschap, dan bemerk ik één grote weerzin van het kabinet om überhaupt een vinger uit te steken naar Caribisch Nederland. Die centrale boodschap luidt “we doen helemaal niets“. Heel de sociale infrastructuur in Caribisch Nederland moet mijns inziens op de schop ten faveure van hetgeen in Nederland (ik doel nu op Europees, en eigenlijk dus op geheel Nederland) vigerend is. Dan komt er tenminste een behoorlijk minimumloon en uitkeringen in geval van – bijvoorbeeld – werkloosheid.
Ik kom terug op mijn beginalinea. Iedereen ziet het en niemand stelt de werkwijze ter discussie! We doen toch ook niet een discussie over het sociaal minimum voor de gemeente Oldenzaal, de gaswinningsgebieden in Groningen, het vissersdorp Katwijk of de Waddeneilanden? Dat jongetje langs de kant van de weg (ik dus) zou graag eens zien dat dit soort fundamentele vragen gesteld worden in plaats van een procentje zus of een procentje zo. Caribisch Nederland is gewoon “Nederland”, niets meer of minder dan Europees Nederland dat is.
En mocht al iemand de diepte in willen gaan: de kosten van het levensonderhoud zijn in Caribisch Nederland hoger dan in Europees Nederland, dus een gelijke behandeling van alle Nederlanders is wel het minste wat gedaan zou moeten worden. En telkens zijn er weer geïnteresseerde bezoekers (ministers) die zich rot schrikken van wat ze aantreffen. Tja, daar waar de Caribische Nederlander gebaat zou zijn bij een kritisch parlement ziet deze groep Nederlanders alleen maar niet werkelijk betrokken of geïnteresseerde plucheplakkers (in zowel parlement als regering).
En nee, denk nu niet in termen van nog eens een vertragend onderzoekje naar iets dat al bekend is. Dat soort argumenten slaan bij de Caribische Nederlander die nog een greintje vertrouwen in Den Haag heeft, allang niet meer aan. Dat het respect in Caribisch Nederland voor de Nederlandse overheid tanende is, lijkt me een eufemisme en u mag zelf raden hoe dat komt.