Den Haag – Ook het kabinet Rutte IV schuift – ondanks de in het coalitieakkoord breed uitgemeten ambities – de introductie van een sociaal minimum voor Caribisch Nederland voor zich uit. Het houdt er aan vast in deze regeerperiode niet verder te gaan dan toe te werken naar het eerder vastgestelde ijkpunt dat ergens tussen de 30 en 50% onder het werkelijke bestaansminimum ligt.
Dat blijkt uit de voortgangsrapportage die minister voor Armoedebeleid Carola Schouten vandaag – met veel vertraging – naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Daaruit kan worden opgemaakt dat het kabinet weigert afscheid te nemen van het mislukte tweesporenbeleid van Rutte II en Rutte III: inkomens stapje voor stapje verhogen en synchroon de kosten van levensonderhoud verlagen. Het eerste verloopt tergend traag, van het tweede is nauwelijks iets terechtgekomen.
Schouten heeft voor de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba niets te melden dat al niet op Prinsjesdag bekend is geworden. Zelfs een percentage waarmee het minimumloon en daarmee o.a. de onderstand per 1 januari wordt verhoogd, geeft ze niet.
Lees hier de brief van Schouten, hier de bijlage, hier een rapport over bijverdienen in de onderstand en hier het reisverslag van het werkbezoek van de minister aan de BES-eilanden.