Curaçao, Aruba en Sint Maarten dragen bij aan mensenrechtenrapportage Koninkrijk

Den Haag – De regeringen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten hebben in ruime mate3 bijgedragen aan de rapportage van het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de vierde cyclus van de Universal Periodic Review (UPR).

De rapportage is in augustus ingediend bij het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties (OHCHR), maar pas vandaag door minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de Tweede Kamer gezonden.

De UPR is een ‘peer review’-mechanisme, waarbij in cycli van 4,5 jaar de mensenrechtensituatie in alle VN-lidstaten beoordeeld wordt. Dit proces, dat plaatsvindt onder auspiciën van de VN-Mensenrechtenraad, biedt lidstaten de kans om te laten zien welke acties zij ondernomen hebben om de mensenrechtensituatie in het eigen land te verbeteren. Vervolgens kunnen de andere VN-lidstaten aanbevelingen doen over waar zij nog verdere mogelijkhedenvoor verbetering zien.

Op 15 november 2022 vindt de mondelinge review van het Koninkrijk plaats in Genève. Bij deze ‘hoorzitting’ wordt ook gebruik gemaakt van rapportages die toezichthouders en maatschappelijke organisaties hebben ingestuurd.

Lees hier de gehele rapportage met daarin de passages over Curaçao, Aruba, Sint Maarten en Caribisch Nederland

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.