In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen va het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Bonaire.
Taal, smoes of wapen?
Door Burney el Hage
Onze creativiteit om argumenten te vinden binnen het Koninkrijk om niet effectief in het voordeel van onze achterban te communiceren en te handelen kent een nieuw hoogtepunt. Onze meest actuele troef is ons gevecht om de eigen taal te kunnen en mogen spreken in overleggen op Koninkrijksniveau. Want, is het argument van diegenen die deze troef willen uitspelen, “geen Papiamento kunnen gebruiken als taal is een nadeel aan de gesprekstafel voor de Papiamentstalige deelnemers”.
Alle begrip voor mensen die zich vanuit hun meest ‘comfortabele zone’ willen uiten en handelen. En het is ook waar dat er elders, ook binnen het Koninkrijk, tijdens officiële gesprekken, toch Papiaments gesproken kon worden doordat er tolken beschikbaar waren. Maar, als je het nader beschouwt, vraag ik mij af of het een principekwestie is of een daadwerkelijk ‘democratisch deficit’. Volgens mij is het namelijk niet de taal an sich die reden is voor het niet bereiken van de gewenste politieke resultaten door de CAS-landen (of de BES eilanden in hun eigen relatie met Nederland).
In het Koninkrijk spreken drie van de zeven delen van het Koninkrijk Papiamento, namelijk Aruba, Bonaire en Curaçao. Het Papiamento is niet uniform op de drie eilanden. Op deze drie eilanden is het Nederlands officieel de instructietaal. Alle drie ‘Papiamento-eilanden’ garanderen in hun promotiecampagnes op toeristisch gebied dat de eigen bevolking viertalig is. Curaçao geeft zelfs als concurrentievoordeel op het gebied van ‘knowledge economy’, dat de eigen bevolking viertalig is. Qua feiten lijkt dus een voorlopige conclusie dat uitsluitend enkele politici Papiamento als een soort ‘handicap bij het golfsport’ willen gebruiken. Hoe lager je taalkennis hoe beter je bent in gesprekken, onderhandelingen en het behalen van de juiste resultaten.
Daarnaast wordt in de parlementen van Aruba en Curaçao en in de Eilandsraad van Bonaire uitsluitend Papiamento gesproken. Dit feit vertaalt zich vooralsnog niet naar een effectieve en resultaatgerichte communicatie. Ook binnen de twee Caribische landsbesturen vertaalt zich het Papiamento niet in een degelijk financieel en economisch beheer. Als je een slechte onderhandelaar bent, een slechte onderhandelingspositie hebt en qua onderhandelingsonderwerp inhoudelijk zwak bent, hef je dat niet op door je ‘eigen’ taal te spreken. Een simpel voorbeeld ter illustratie: Als je geen zangtechnieken bezit, dan ga je niet technisch goed zingen zodra je een lied in je eigen taal zingt.
Ik ben een absolute voorstander van de verdere ontwikkeling van Papiamento. Vooral als wij, gestoeld op wetenschap, de voordelen nastreven van onderwijs en instructie in de eigen taal. Bovenal omdat wij onder elkaar toch Papiamento willen blijven gebruiken. Taal is een middel tot communicatie waarmee met een woordenschat en grammaticaregels een boodschap kan worden overgebracht. Dus moet er uniformiteit, verrijking van woordenschat en eenduidigheid zijn in Papiamento. In communicatie is eenduidigheid belangrijk om elkaar goed te begrijpen en om verwachtingen helder te hebben. Als je ‘eigen’ taal uitsluitend lokaal gesproken wordt, is het verder wel een conditio sine qua non dat je, je minimaal ook nog een wereldtaal machtig bent, bijvoorbeeld Engels.
Terwijl enkele politici – op Koninkrijksniveau – een emotioneel spelletje spelen met Papiamento als smoes, is er een harde realiteit op de drie Papiamentstalige eilanden. Een groot deel van de bevolkingen heeft moeite met communiceren. In welke taal dan ook. Zowel schriftelijk als mondeling. Het echte Papiamento wordt steeds minder gesproken. Vandaag de dag wordt Papiamento doorspekt met woorden uit andere talen. Iedereen spreekt het op zijn eigen manier. We doen er weinig aan om goed met elkaar te communiceren in Papiamento.
Wat ook niet onbelangrijk is, is de toenemende trend dat de jeugd vandaag de dag steeds minder Papiamento spreekt. De jeugd communiceert onderling meer en meer in het Engels. Als we de kinderen niet blijven motiveren goed Papiamento te spreken, lopen wij het risico dat het Papiamento binnen enkele generaties niet meer dominant is op de ABC-eilanden.
Gezien deze ontwikkelingen en de harde realiteit lijkt het Papiamento eerder een wapen tegen onszelf. Zeker is het dat Nederland het Nederlands niet als wapen kan gebruiken tegen ons. We hebben genoeg voorbeelden van landskinderen die het Nederlands wel goed beheersen en het in Nederland ver geschopt hebben. De gefortuneerden en beter opgeleiden op de Papiamentstalige eilanden hebben over het algemeen geen moeite om andere talen dan Papiamento te spreken. Het lijkt er dan ook op dat de Papiamentotroef ook ditmaal weer inspeelt op de emoties van de laagopgeleide (kwetsbare) achterban. Een achterban die vooralsnog en onder huidige omstandigheden bedrogen achterblijft in verdere uitzichtloze situaties.