IpKo naar het weekeinde en met tolken

Den Haag – De Nederlandse editie van het halfjaarlijkse Interparlementair Koninkrijksoverleg wordt mogelijk voortaan van vrijdag tot en met maandag gehouden in plaats van doordeweeks zoals het tot nu toe altijd is geweest.

De Statendelegaties uit Curaçao, Aruba en Sint Maarten hebben hun teleurstelling over de geringe aanwezigheid van Kamerleden bij de bijeenkomsten deze week niet onder stoelen of banken gestoken. Gebrek aan interesse is het niet: de Nederlandse parlementariërs hebben op dinsdag, woensdag en donderdag vaak tot in de avonduren een volle vergaderagenda die zich nauwelijks laat combineren met het IpKo.

Ook aan een ander bezwaar – van met name de Curaçaose delegatie – wordt tegemoet gekomen. Hoewel Nederlands de voertaal van het IpKo blijft, is het voortaan mogelijk in de eigen taal te spreken, bijvoorbeeld Papiaments. In dat geval zal de desbetreffende delegatie wel voor een tolk moeten zorgen zodat ook de niet-Papiamentstalige deelnemers de inbreng toch kunnen volgen.

Veel concreets heeft ook dit IpKo niet opgeleverd. Niettemin toonden de delegatieleiders zich eensgezind tevreden, onder meer over het feit dat voor het eerst in IpKo-verband van gedachten is gewisseld over het koloniale/slavernijverleden en de doorwerking daarvan in de Caribische gemeenschap.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.