Den Haag – “In het Koninkrijk delen we een verleden én een toekomst. Na ruim tien jaar economische stagnatie en de klappen van orkanen, een pandemie en andere crises wil Nederland op voet van gelijkwaardigheid, wederkerigheid en wederzijds vertrouwen zich inspannen voor een betere, hoopvolle toekomst voor het gehele Koninkrijk.” Met deze woorden begint de vandaag op Prinsjesdag gepresenteerde begroting 2023 voor Koninkrijksrelaties en het BES-fonds.
“Het kabinet zet zich in 2023 dan ook in om Caribisch Nederland een gelijkwaardig deel van Nederland te laten zijn. De uitdagingen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn groot: de fysieke infrastructuur is nog niet op orde, maar bovenal is de diepgewortelde armoede een grote bron van zorg. De mondiale ontwikkelingen, zoals de stijging van prijzen, treffen veel inwoners van Caribisch Nederland hard. In 2023 worden belangrijke stappen gezet om de verschillen in (sociale) voorzieningen met Europees Nederland te verkleinen. De in het Coalitieakkoord ter beschikking gestelde middelen van structureel € 30 mln. spelen hierbij een belangrijke rol. Om de levenstandaard van de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba te verbeteren, kunnen en moeten de overheden beter presteren. Dat geldt voor de rijksoverheid zelf (in Caribisch Nederland én Den Haag), de openbare lichamen en voor de samenwerking tussen rijksoverheid en openbare lichamen. Een belangrijke rol hierin spelen de in 2023 te maken bestuurlijke afspraken met de nieuwe bestuurscolleges, na de eilandsraadverkiezingen van 2023.
Ook spant het kabinet zich in 2023 in voor de drie autonome landen. Onderdeel van de inzet van het kabinet is om de samenwerking met en tussen de drie Landen op de langere termijn te bevorderen. Hiertoe streef het kabinet ernaar uitvoering te geven aan de motie van Raak c.s. (Kamerstukken II, 2018-2019, 35099, nr. 23) en in gezamenlijk overleg tot een nadere invulling te komen van de verantwoordelijkheden van de landen afzonderlijk en het koninkrijk als geheel. Uitgangspunt blijft uiteraard dat de drie landen staatkundig autonoom zijn en een eigen verantwoordelijkheid hebben. In lijn met het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen de landen rekenen op hulp en bijstand, wanneer daarom verzocht en passend binnen de kaders van gemaakte afspraken. Een voorbeeld van huidige samenwerking is te vinden bij de landspakketten.”
Klik hier voor de gehele begroting