Caribisch Nederland moet snel meldpunt voor discriminatie krijgen

Den Haag – Voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba moet binnen afzienbare tijd een meldpunt voor discriminatie worden ingericht waar inwoners terecht kunnen met vragen en klachten over de overheid, werkgevers of anderszins. Daarvoor pleit Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme Rabin S. Baldewsingh in het vandaag gepubliceerde Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme.

Constaterend dat de Nederlandse gelijke behandelingswetgeving grotendeels nog niet van toepassing is in Caribisch Nederland, dringt de NCDR aan op een spoedige opheffing van het formele en feitelijke verschil in mensenrechtenbescherming tussen Europees- en Caribisch Nederland.

Uit het Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme

Minister van BZK Hanke Bruins Slot neemt het eerste Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme in ontvangst.

Discriminatie is verboden. Of je nu in het Europese deel van Nederland of op de eilanden in Caribisch Nederland bent. Het recht op gelijke behandeling en het discriminatieverbod – gegarandeerd in artikel 1 van onze Grondwet en in internationale verdragen zoals het Europees Verdrag van de Rechten van de mens – is ook van toepassing in Caribisch Nederland.

Momenteel is de gelijke behandelingswetgeving nog niet (geheel) van toepassing in Caribisch Nederland. Dit is onder andere het gevolg van afspraken tussen de rijksoverheid en de openbare lichamen over beperkte invoering van wetgeving (legislatieve terughoudendheid) na de staatkundige wijziging in 2010. Met de introductie van het comply- or-explainprincipe wordt afstand genomen van de legislatieve terughoudendheid. De komende tijd zal in het kader van de introductie van het comply-or-explain-principe bezien worden welke wetgeving aangepast moet worden.

Een aanpassing van de gelijkebehandelingswetgeving maakt onderdeel uit van deze operatie. Het ministerie van BZK zal in het najaar van 2022 het verkennend onderzoek naar de mogelijkheden om gelijkebehandelingswetgeving in te voeren voor Caribisch Nederland afronden. Op basis van deze verkenning zullen mogelijke vervolgstappen gezet worden, samen met de eilanden.

Op dit moment is er in de bescherming van mensenrechten sprake van een differentiatie rond het thema gelijke behandeling. Discriminatie is in het Europese- en Caribische deel van Nederland verboden. Artikel 1 van onze Grondwet en ook de internationale verdragen, zoals het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, zijn ook van toepassing in Caribisch Nederland. Echter, de gelijke behandelingswetgeving is grotendeels nog niet van toepassing in Caribisch Nederland.

Voor het verbeteren van de mensenrechten is een goede infrastructuur nodig. Het is onder meer nodig om spoedig een meldpunt voor discriminatie op de eilanden te installeren waar inwoners terecht kunnen met vragen en klachten over de overheid, werkgevers of anderszins. In Europees Nederland is krachtens de WGA geregeld dat burgers zoveel mogelijk in hun directe leefomgeving terecht kunnen voor bijstand als ze te maken krijgen met discriminatie. Met deze wet is de toegang voor iedere burger tot een ADV gewaarborgd. Deze wet is niet van toepassing in Caribisch Nederland. Een spoedige implementatie van deze voorziening in Caribisch Nederland is een vereiste.

De NCDR pleit voor een spoedige opheffing van het formele en feitelijke verschil in mensenrechtenbescherming tussen Europees- en Caribisch Nederland. Dit kan door een concreet tijdpad uit te zetten voor spoedige implementatie van de gelijke behandelingswetgeving in Caribisch Nederland en de uitvoering van mensenrechten-verdragen, o.a. het VN-Verdrag Handicap, maar ook de bekrachtiging van het Verdrag van Istanbul. Dit verdrag stelt eisen aan de aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld op velerlei vlakken. Het Verdrag trad op 1 maart 2016 in Europees Nederland in werking. In Caribisch Nederland niet. De staatssecretaris van VWS heeft bij brief van 25 februari 2022 aan de Tweede Kamer toegezegd stappen te ondernemen voor bekrachtiging van het Verdrag in Caribisch Nederland en aangekondigd dat hij voornemens is het Verdrag in 2025 te bekrachtigen.

De rechten van lhbtiq+ personen in Caribisch Nederland dienen ook gelijk te worden getrokken met bestaande rechten in Europees Nederland. Zo is de ‘transgenderwet’ (die nu in Nederland van kracht is en waarin is vastgelegd dat alleen een deskundigen-verklaring hoeft te worden overlegd) in Caribisch Nederland nog niet van kracht. Op dit moment hebben transgenderpersonen alleen de optie om aanpassingen in de geslachtsregistratie in Europees Nederland, volgens de Nederlandse procedure, te regelen en het dan te laten inschrijven op de BES. Dit is onnodig omslachtig en kostbaar voor betrokkenen.

Artikel 227 van het Burgerlijke Wetboek BES bepaalt ook nog steeds dat een kind alleen geadopteerd kan worden door een paar van verschillend geslacht (en een alleenstaande). Dat is in NL al in 2009 veranderd. Verder is ook het partnerpensioen voor partners van hetzelfde geslacht nog niet geregeld.

Ook de kerndoelen over seksuele diversiteit gelden nog niet in Caribisch Nederland. De nieuwe burgerschapsopdracht (met daarin een passage over een veilige omgeving ongeacht onder meer seksuele gerichtheid) is in Caribisch Nederland nog niet van kracht. De NCDR roept de overheid op om dit ook zo spoedig mogelijk op te pakken.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.