“Goeie grutjes”, moet staatssecretaris van Koninkrijksrelaties Alexandra van Huffelen hebben uitgeroepen toen ze erachter kwam dat haar chef tijdens zijn bezoek aan Suriname gesprekken zou voeren over het slavernijverleden. Niet uitgesloten is dat ze onmiddellijk met driftige pasjes over de gladde kinderhoofdjes van het Binnenhof naar het Torentje is gebeend: “Wat flik je me nu? Dat gaat verkeerd vallen op mijn eilanden, want daar heb je nog nooit een woord gewisseld over de slavernij. Ik doe er alles aan om de lieve vrede met die lastpakken aan de overkant te bewaren en dan zal jij de boel wel even op scherp zetten. Gaat niet gebeuren.”
Of het zo is gegaan? Het zou zomaar kunnen. Feit is dat Rutte deze week in Suriname was om zoete broodjes te bakken met president en familyman Santokhi. Voor het Nederlandse bedrijfsleven is de voormalige aan grondstoffen rijke kolonie buitengewoon interessant. En als er “samen geld te verdienen valt” is de premier er als de kippen bij, kunnen ze zich op Curaçao nog herinneren. Dat vicepremier Brunswijk een veroordeelde drugscrimineel is, telt dan even niet. Dus gloort er wellicht zelfs ook nog hoop voor Gerrit Schotte ooit weer in de Haagse armen te worden gesloten…
Omdat Rutte zijn meereizende zakenvrienden niet wilde laten zakken (nee, die uiteraard niet), was afzeggen geen optie. Bovendien, hij was er wel aan toe even te ontsnappen aan het gezeur op zijn thuismarkt – VVD’ers hebben het altijd over de BV Nederland – dat hij onzichtbaar is in de energiecrisis, de asielcrisis, de wooncrisis, de stikstofcrisis en de inflatiecrisis… Om nog maar te zwijgen van het eeuwige gezever geen visie te hebben. Gezeik van de eilanden over de slavernij wilde hij er niet bij hebben.
Maar de optie op weg naar Paramaribo – je komt er tenslotte toch bijna overheen –langs Philipsburg, Willemstad en Oranjestad te hoppen, zag Rutte waarschijnlijk niet zitten. Al helemaal niet zolang de oprichting van het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling door de CAS-landen wordt gedwarsboomd, het kabinet Wever-Croes ervan verdacht wordt vooral de familiekas te spekken, er twijfels zijn of premier Jacobs en haar ministers wel 25% salaris hebben ingeleverd en minpres Pisas een stagiair van de clownsschool De Domme August naar de Rijksministerraad afvaardigt.
Dus werd bedacht dat minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Hanke Bruins Slot en haar stas dan maar snel de koffers moesten pakken om nog voor het Surinametripje van de grote baas op Curaçao, Sint Maarten en Sint Eustatius met bedrukte gezichten aanhoren dat het verleden nog diepe sporen in het heden trekt op de eilanden. Waarmee er voor de Antillianen met hun falta di rèspèt altijd voor op de tong in elk geval geen reden zou zijn zich gepasseerd te voelen.
Van de Rijksvoorlichtingsdienst kregen de dames vast nog de tip mee toch vooral veel op sociale media te berichten over hun ontmoetingen en te benadrukken hoe de getuigenissen van de nazaten van tot slaaf gemaakten hen hadden geraakt: “Het waren oprechte gesprekken, intens en emotioneel. Mashi danki, thank you, dank u wel aan iedereen voor het warme welkom en de openheid over dit onderwerp”, aldus hun sluitpost op Twitter. Rutte kon met een gerust hart richting Suriname.
Na een brasa met zijn gastheer ging de premier in zijn toespraak voor de Nationale Assemblee uitgebreid in op het slavernijverleden. De passage “Het herdenkingsjaar 2023 moet in het teken staan van erkenning van het afschuwelijke leed dat de tot slaaf gemaakten is aangedaan” duidt op inkeer, vermoedelijk als voorbode van officiële excuses. Dat is natuurlijk mooi, maar jammer is het wel dat deze woorden buiten de grenzen van het Koninkrijk werden uitgesproken en, bijvoorbeeld, niet volgende week maandag bij de opening van het Interparlementair Koninkrijksoverleg.
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.