Coalitie houdt ‘slachtoffer’ Manuel de hand boven het hoofd

Willemstad – De Staten hebben een marathondebat van 17 uur gewijd aan het (niet) functioneren van gevolmachtigde minister Carls Manuel. Ondanks een lange reeks klachten – niet alleen intern, maar ook van buiten de organisatie – over diens gedragingen besloot de coalitie hem het hand boven het hoofd te houden door moties waarin om onafhankelijk onderzoek wordt gevraagd weg te stemmen.

Manuel kreeg de gelegenheid zich te verweren tegen het verwijt dat hij goed functionerende medewerkers heeft weggepest, familie en vrienden baantjes op het Curaçaohuis heeft beloofd, de plaatsvervangend directeur van zijn taken heeft ontheven zodat er geen toezicht meer is op de financiële administratie, van het kabinet een partycentrum heeft gemaakt en camera’s heeft laten installeren om het personeel te bespieden.

Allemaal niet waar, aldus Manuel die zichzelf ziet als slachtoffer van medewerkers en media die tegen hem samenspannen. Op de vraag waarom zij dat zouden doen, bleef hij het antwoord schuldig. Zelf vindt hij dat hij uitstekend presteert, in tegenstelling tot zijn voorganger Anthony Begina die hij ervan beschuldigde met geld te hebben gesmeten. Bijval kreeg Manuel van Ann Phillips, die eerder als directeur van het kabinet de omstreden Marvelyne Wiels rugdekking gaf en nu rechterhand is van Manuel.

Meerdere Statenleden vonden het verweer van Manuel ongeloofwaardig omdat hij de beschuldigingen aan het adres van de medewerkers niet wist te onderbouwen. Ook het ontbreken van enige zelfreflectie werd gehekeld.  Minister-president Gilmar Pisas nam zijn partijgenoot in bescherming. Zonder de door Manuel bedoelde medewerkers gelegenheid tot wederhoor te hebben geboden, schaarde hij zich achter diens beweringen.  De premier ontkende echter niet dat Manuels broer met terugwerkende kracht is toegevoegd aan de staf van het Curaçaohuis.  

De oppositie diende moties in om onderzoeken te laten doen door de Ombudsman en de Algemene Rekenkamer naar onder meer het aanstellingsbeleid van Manuel, diens omgang met personeel en het financieel beheer. Statenlid Quincy Girigorie (PAR) voerde aan dat geen fractie bezwaar kan hebben tegen transparantie. Van de coalitie was Gwendell Mercelina (PNP) voor motie 1 en Sheldry Osepa (eveneens PNP) voor motie 2. Met de stemmen van PAR en MAN was dat te weinig om de moties aangenomen te krijgen.

De meeste afdelingen op het Curaçaohuis onbezet en de benoeming van een directeur laat al 9 maanden op zich wachten omdat zich geen geschikte kandidaat heeft aangediend.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.