Slavernij

Kamerdelegatie kan beter een bibliotheek bezoeken dan Suriname, Curaçao en Bonaire

Den Haag – De Tweede Kamerdelegatie die deze week Suriname, Curaçao en Bonaire bezoekt om er achter te komen hoe het slavernijverleden doorwerkt in het heden, had zich de lange reis kunnen besparen, betoogt slavernijhistoricus Piet Emmer in een opiniebijdrage op de website Wynia’s Week.

“De uitspraken van de delegatieleider, Kiki Hagen (D66), maken duidelijk dat zij tegen aanzienlijk lagere kosten naar de bibliotheek om de hoek had kunnen lopen, want zij laat doorschemeren geen benul te hebben van dat verleden”, aldus de om zijn provocerende stijl bekendstaande professor.

Lees hier de gehele bijdrage van Emmer

Ook de Curaçaose oud-minister Omayra Leeflang heeft een tip voor de Kamerdelegatie. Op Linkedin post zij: “Ik hoop dat ze ook komen praten met de zelf-geëmancipeerde nazaten van tot slaaf gemaakten, die naar het model van Bob Marley, zichzelf hebben bevrijd van mentale slavernij en een succesvol leven hebben.” Zij sluit haar post af met de hashtag #bengeenslachtoffer.

De Kamerleden (van de commissie voor Binnenlandse Zaken) beginnen vandaag in Paramaribo aan hun werkbezoek. Daarna reizen ze door naar Willemstad waar ze onder meer de Tula-herdenking bijwonen om tenslotte Bonaire aan te doen. Opvallend is dat Nederlandse media heel veel meer aandacht hebben voor het Surinaamse deel van het programma dan dat op Curaçao en over Bonaire al helemaal niks hebben weten te bedenken in relatie tot het slavernijverleden.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.