Den Haag – Als de regering van Aruba aanbevelingen van het College financieel toezicht blijft negeren, kunnen acute betalingsproblemen ontstaan doordat crediteuren hun tegoeden gaan opeisen, vreest staatssecretaris Van Huffelen.
Dat blijkt uit haar antwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Roelien Kamminga (VVD) en Joba van den Berg (CDA). Aanleiding om aan de bel te trekken was de constatering dat het kabinet Wever-Croes zich weinig aantrekt van de adviezen van het CAft en onverminderd blijft doorgaan met meer geld uit te geven dan er wordt ontvangen.
Van Huffelen noemt de financieel-economische staat van Aruba “zeer zorgelijk”, maar voor een aanwijzing vindt zij het te vroeg nu het CAft en de Arubaanse regering nog in een ‘hoor-en-wederhoor’ proces verkeren.
1. Bent u bekend met het bericht ‘Aruba heeft geen boodschap aan RMR en Cft: Geld vliegt de deur uit’?
Antwoord vraag 1 Ja.
2. Deelt u de mening dat de constateringen van het College financieel toezicht (Cft) zeer zorgelijk zijn en zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 2 Ja. De financieel-economische staat van het land is met een staatsschuld boven 100% BBP en een zeer kwetsbare economie zeer zorgelijk.
3. Wat zijn de financiële gevolgen van de stijgende overheidsschuld van Aruba en hoe beoordeelt u dat?
Antwoord vraag 3 Indien de stijgende overheidsschuld het gevolg is van Nederlandse liquiditeitsleningen, zijn er niet of nauwelijks directe financiële gevolgen omdat Nederland over deze leningen met looptijd tot 10 oktober 2023 geen rente vraagt. Indirect kan een stijgende overheidsschuld de door Aruba te betalen rentetarieven doen toenemen. Dit kan onder meer een rol spelen als Aruba in 2023 en verder haar aflopende binnenlandse en buitenlandse schulden moet gaan herfinancieren. Indien Aruba de RMR-besluitvorming en de CAft-adviezen niet opvolgt, kunnen de betalingsachterstanden van Aruba oplopen. Dit omdat het land in dat geval voor meer uitgaven verplichtingen aangaat dan dat ze aan liquide middelen in kas heeft of krijgt. Dit kan uitmonden in acute betalingsproblemen als crediteuren hun tegoeden gaan opeisen en Aruba hier niet aan kan voldoen.
4. Hoe verhoudt het Arubaanse beleid zich tot de gemaakte afspraken met Nederland op dit gebied?
6. Bent u bereid het kabinet Wever-Croes aan te spreken op het gekozen meerjarig financieel beleid en hier consequenties aan te verbinden? Zo ja, aan welke consequenties denkt u dan en zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 4 en 6 Over het door Aruba gevoerde begrotingsbeleid loopt in kader van de Vastgestelde Begroting 2022 momenteel een artikel 11-procedure met een hoor en wederhoor traject. Dit betreft de procedure die doorlopen wordt als het CAft van oordeel is dat de Begroting van Aruba niet voldoet aan de gestelde normen. Ik heb het bestuur van Aruba hiervoor aandacht gevraagd. Ik wil de voltooiing van deze zorgvuldige procedure evenwel graag afwachten en de procedure niet met mijn beantwoording doorkruisen. Ik zal uw Kamer informeren zodra in de RMR-besluitvorming heeft plaats gevonden over het CAft advies met betrekking tot de artikel 11-procedure.
5. Welk effect heeft het gevoerde beleid op de overeengekomen hervormingsagenda?
Antwoord vraag 5 Wat het effect van het gevoerde begrotingsbeleid op de overeengekomen hervormingsagenda is, is mij niet bekend. Het is de verantwoordelijkheid van de landen om voldoende middelen ter beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de landspakketten. Andersom is in de RMR afgesproken dat de landen de gevolgen van de uitvoering van de landspakketten meenemen in de begroting.