Het kabinet Rutte lijkt nog niet uitgekibbeld over een kwestie die eigenlijk 159 jaar en 1 dag geleden opgelost had moeten worden: het aanbieden van excuses voor de Nederlandse rol in het slavernijverleden. Luttele uren voordat gisteren in Amsterdam de nationale herdenking/viering van de afschaffing op 1 juli 1863 van de slavernij in de Caribische delen van het Koninkrijk begon, berichtte minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Hanke Bruins Slot dat het kabinet meer tijd nodig heeft voor een reactie op het rapport ‘Ketenen van het verleden’.
Een van de aanbevelingen van de Dialooggroep Slavernijverleden is dat de Staat der Nederlanden formeel excuses maakt voor wat tot slaafgemaakten uit nietsontziend winstbejag is aangedaan. Het rapport ligt alweer een jaar op de Haagse burelen en als we de bewindsvrouw mogen geloven is er in het kabinet de afgelopen maanden intensief over gesproken en nagedacht. Maar kennelijk hikken VVD en CDA er nog tegenaan het hoge woord publiekelijk uit te spreken. Het D66 van nu is voor het aanbieden van excuses, maar dat is niet altijd zo geweest.
Toenmalig minister Rogier van Boxtel wilde daar in 2001 nog niet aan. In zijn toespraak tijdens een VN-conferentie tegen racisme in Durban ging hij niet verder dan “diepe spijt” te betuigen. In 2021 benadrukte minister-president Rutte nog eens niets te voelen voor excuses: “Wie ben ik om de morele vinger te heffen voor iets wat 150 jaar geleden is gebeurd in een tijd waarin Nederland een autocratisch bestuurd land was.” Vorig jaar werd een motie waarin de regering werd opgeroepen excuses te maken aangehouden om te voorkomen dat de van rechtse tot eng-rechtse meerderheid in de Kamer die zou wegstemmen.
De terughoudendheid komt ook – en misschien wel vooral – voort uit typisch Hollandse benepenheid: de vrees dat excuses juridisch kunnen wordt uitgelegd als een schuldbekentenis op basis waarvan wellicht met succes herstelbetalingen kunnen worden opgeëist. Met name op Curaçao wordt daar wel eens op gezinspeeld, maar dan vallen er in de wereld nog wel meer rekeningen te vereffenen. Bovendien: de nazaten van de tot slaafgemaakten zijn in veel opzichten (zeker materieel) beter af dan de nakomelingen van degenen die destijds in Afrika zijn achtergebleven.
Hoewel het inmiddels ook tot VVD en CDA is doorgedrongen dat excuses onvermijdelijk zijn, schuift het kabinet de hete aardappel nog even voor zich uit, kan worden opgemaakt uit de brief van Bruins Slot. Alvorens later dit jaar een standpunt in te nemen, wil team Rutte het slavernijverleden “zelf ervaren, horen en zien”. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Een speciale ministerraad over het slavernijverleden houden in het donkere, benauwde en stinkende ruim van een replica van een WIC-schip?
Of denken ze aan een rollenspel? Zodat Rutte kan ervaren wat Tula heeft gevoeld toen die werd gevierendeeld, Carola Schouten door een plantage-eigenaar spelende acteur wordt verkracht, Ernst Kuipers 100 zweepslagen krijgt, Wopke Hoekstra na te zijn gebrandmerkt op de markt wordt verkocht en de rest wordt afgebeuld op het land van een boer die vanwege de stikstofellende uit het leven is gestapt. Wat het kabinet ook gaat doen, die excuses komen er. Waarschijnlijk volgend jaar als op 1 juli 160 jaar afschaffing van de slavernij wordt gevierd. Beter anderhalve eeuw te laat dan nooit.
Maar Rutte IV zal – als het niet voor die tijd struikelt over de uitkomst van de net begonnen parlementaire enquête naar het Groningse aardgasschandaal – met meer over de brug moeten komen. Bijvoorbeeld het Amsterdamse plan voor een slavernijmuseum naar Koninkrijksniveau te verheffen zodat er ook volwaardige dependances op alle 6 Caribische eilanden en in Suriname komen. Minstens zo nodig is een forse investering in het onderwijs, in Nederland om jongeren bekend te maken met deze “zwarte episode” in de vader/moederlandse geschiedenis, en in de Cariben om de emancipatie te bevorderen.
Maar eerst gaan we natuurlijk met zijn allen genieten van het WK voetbal in Qatar…
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.