Door Alex Rosaria
Mocht u nog twijfelen, bestaan haat, racisme en discriminatie echt op Curaçao. Na de laatste uitval van een radiopersoon en vader van de Gevolmachtigde minister (GevMin) dat Nazis meer Nederlanders hadden moeten afmaken omdat een Europees Nederlandse journalist zich kritisch had geuit richting zijn zoon, dacht ik: moet ik nu lachen om deze onzin? Maar na de zoveelste haatspraak tegen buitenlanders, de LGBTQ+, Aziaten, Joden, om maar enkelen te noemen, is het lachen me allang vergaan.
Hoe zou vaderlief het hebben gevonden als die jounalist had gesuggereerd dat de bemanning op een van de slavenschepen vanuit Afrika naar ons eiland, de voorouders van de GevMin had moeten omkieperen in de Atlantische Oceaan? Waarschijnlijk hadden dan minder mensen hun schouders opgehaald. Dan zou het een witte aanval zijn geweest op zwarten. Want wat me hier opvalt is dat sommigen ervan uitgaan dat racisme een éenrichtingsverkeer is. Dat is niet het geval. Haatspraak is niet beperkt tot één ras, geslacht of religieuze instelling.
We hebben onszelf jarenlang zoet gehouden met de overtuiging dat er geen haatvirus hier bestaat omdat ” tientallen verschillende nationaliteiten naast elkaar wonen”. Wij zijn dus tolerant is de conclusie. Fout. Anti-racist en anti-haatzaaier zijn , betekent niet elkaar tolereren maar in daad en woord strijden opdat iedereen, ongeacht ras, huidskleur, geslacht, religie, sexuele voorkeur of moedertaal, dezelfde rechten en plichten hebben om zichzelf te kunnen zijn.
Menige geïnstitutionaliseerde discriminatie bestaat niet meer. Een van de laatste strijden die moedige mannen en vrouwen hebben gevoerd, is tegen wettelijke discriminatie van vrouwen. Institutionele discriminatie tegen de LGBTQ+ blijft daarentegen bestaan doordat sommige groepen, vooral Christelijke organisaties blijven volharden dat gelijke rechten niet van toepassing zijn op mensen met een bepaalde sexuele geaardheid. We hebben weer moedige mannen en vrouwen, ongeacht hun sexuele voorkeuren, nodig om deze discriminatie tegen te gaan.
Het haatvirus wordt vooral in stand gehouden middels onze hedendaagse taal(gebruik). Hoe vaak hebben we niet gehoord: “Zij is zwart maar mooi (of intelligent of fijntjes)”. Benamingen voor groepen zoals kuli, bedji, sabachi, house negro worden nog steeds gebruikt. Hoe vaak hebben wij niet in de kranten gelezen dat de 45 miljoen tellende Yoruba bevolking in Afrika een stam is, maar dat dat woord nooit wordt gebruikt voor Ijsland welke slechts 350,000 zielen telt? Of dat Amharic, een taal die 2000 jaar bestaat, met een eigen alfabet en die door 65 miljoen mensen wordt gesproken, een dialect is?
Ons taalgebruik is bepalend. Weinig mensen zeggen openlijk: ik ben racist of haatzaaier. Maar dat betekent niet dat het klopt. Het haatvirus is te vergelijken met het coronavirus: met het blote oog niet zichtbaar, maar uitermate besmettelijk en onderhevig aan mutaties. We moeten net als het geval van het coronavirus, werken aan het tegengif. Goed letten op ons taalgebruik en dat van onze omgeving. Als het een groep discrimineert of pijn doet, moeten we ermee ophouden. We kunnen niet in het midden blijven, hopend dat dit weer overwaait of het onder het tapijt schuiven. Vroeger of later ontploft er een bom.
Alex Rosaria is consultant en oud-minister en oud-Statenlid op Curaçao.