Den Haag – Aruba kan starten met de afbouw van de salariskorting van 12,6%. Dat is vandaag besloten in de Rijksministerraad. Voor Curaçao en Sint Maarten is er nog geen groen licht, die weigeren zich vooralsnog neer te leggen bij de voorwaarden.
Staatssecretaris Van Huffelen van Koninkrijksrelaties kondigde vorige maand aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten de ruimte bieden de salariskorting af te bouwen. Zij zegt blij te zijn dat Aruba nu een eerste stap kan zetten. “Iedereen ziet dat de kosten voor levensonderhoud momenteel pittig stijgen. Dan is het logisch dat er ook gekeken wordt naar het afbouwen van de salariskorting. Het is mooi dat Aruba daar nu mogelijkheden voor ziet.”
Voor het afbouwen van de salariskorting heeft Nederland vier voorwaarden aangegeven:
- Het invoeren van de landsverordening normering topinkomens
- Het geld voor de gehele of gedeeltelijke afbouw moet binnen de eigen begroting worden gevonden. Het C(A)ft toetst dit.
- Wanneer de salariskorting helemaal is geschrapt, mag er geen tekort op de begroting meer zijn tenzij er nieuwe onvoorziene omstandigheden zijn.
- De korting van 25% op de salarissen voor politieke ambtsdragers blijft vooralsnog in stand.
Verder is aan de landen gevraagd om, indien mogelijk, bij de afbouw:
- In ieder geval de salarissen in de laagste schalen als eerste te laten stijgen omdat die medewerkers het hardst worden geraakt door de oplopende prijzen.
- Aandacht willen hebben en houden voor de eerder in de landspakketten afgesproken versobering van de arbeidsvoorwaarden.
- Stil te staan bij het feit dat door de afbouw van de korting het salaris van sommige ambtenaren mogelijk hoger ligt dan dat van politieke ambtsdragers waarvoor de korting van 25% gehandhaafd blijft.
Staatssecretaris Van Huffelen verwacht dat Curaçao en Sint Maarten binnenkort ook stappen gaan zetten om de salariskorting af te bouwen. De regeringen in die landen voelen de druk van de vakbonden om hun verzet tegen de voorwaarden op te geven en het voorbeeld van Aruba te kiezen. Om tijdens het zomerreces niet te hoeven wachten tot een volgende Rijksministerraad is zij samen met de minister van Financiën gemachtigd om te beoordelen of aan de voorwaarden is voldaan en daarover een besluit te nemen.