Den Haag – De Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties heeft het verslag gepubliceerd van haar werkbezoeken aan Saba en Sint Eustatius en haar deelname aan het Interparlementair Koninkrijksoverleg op Sint Maarten van begin mei:
Van 4 tot en met 6 mei 2022 zijn delegaties van de Staten van Aruba, van de Staten van Curaçao, van de Staten van Sint Maarten en van de beide Kamers der Staten-Generaal in het kader van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) bijeengekomen te Sint Maarten. Het IPKO is de overlegstructuur van de parlementen van de landen van het Koninkrijk en vindt in beginsel tweemaal per jaar plaats. De afsprakenlijst is als bijlage bij dit verslag gevoegd.
De Nederlandse delegatie bestond uit de Tweede Kamerleden Paul (voorzitter van de delegatie; VVD), Kamminga (VVD), Wuite (D66), Van den Berg (CDA), Ceder (ChristenUnie) en Den Haan (fractie Den Haan) en uit de Eerste Kamerleden Rosenmöller (vicevoorzitter van de delegatie; GroenLinks), Atsma (CDA), Beukering (PVV), Dittrich (D66) en Ester (ChristenUnie). De delegatie werd begeleid door de griffier van de commissie Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer Meijers en de griffier van de commissie Koninkrijksrelaties van de Eerste Kamer Bergman.
De delegatie heeft van de gelegenheid gebruikgemaakt om rondom het Interparlementair Koninkrijksoverleg werkbezoeken af te leggen in Saba en Sint Eustatius. De Nederlandse delegatie brengt hierbij beknopt verslag uit van deze werkbezoeken en bedankt alle gesprekspartners voor de open dialoog en voor hun bereidwillige medewerking aan het welslagen van de werkbezoeken. De Nederlandse delegatie is tevens veel dank verschuldigd aan de waarnemend Rijksvertegenwoordiger van Nederland in Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de medewerkers van de Rijksdienst Caribisch Nederland, alsook aan de Vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten, zijn plaatsvervanger in Sint Maarten, en hun medewerkers. Ook spreekt de delegatie haar waardering uit aan de ambtenaren van Aruba, Curacao, Sint Maarten en Nederland voor hun technische briefing tijdens het IPKO over het voorstel van de consensusrijkswet COHO.
Zondag 1 mei
De delegatie reisde van Amsterdam naar Sint Maarten en arriveerde aan het eind van de middag. Zij werd ontvangen door de Voorzitter van de Staten van Sint Maarten, mw. Heyliger-Marten en de Griffier van de Staten van Sint Maarten, dhr. Richardson.
Maandag 2 mei
Op maandagochtend reisde de delegatie van Sint Maarten naar Saba. Het bezoek aan Openbaar Lichaam Saba (OLS) begon direct na aankomst op het vliegveld met een presentatie door het Sabaanse energiebedrijf SEC (Saba Electric Company) over de inzet van Saba op hernieuwbare energie. Op dit moment is 30-40% van de elektriciteit op Saba duurzaam (zonne-energie). Het streven is om tegen 2025 60% hernieuwbare energie te gebruiken, met als uiteindelijke doel 100%. Hiervoor wordt naast zonne-energie ook geïnvesteerd in windenergie. Het plaatsen van windmolens op zee is evenwel een uitdaging, omdat de wateren rondom Saba kort uit de kust al zeer diep zijn. Voor de plannen is reeds 1 miljoen dollar subsidie van de EU verkregen. Op dit moment wordt nog gewerkt aan aanvullende financiering. De investeringen in duurzame energievoorziening zijn nog urgenter geworden door het uitbreken van de oorlog in Oekraïne en de daarmee gepaard gaande stijgingen van de olieprijs. Verwacht wordt dat het volledig duurzaam maken van de energievoorziening op Saba een prijsreductie van 30% met zich meebrengt voor consumenten.
Aansluitend heeft de delegatie gesproken met de Gezaghebber, dhr. Johnson, het Bestuurscollege en de Eilandsecretaris. Hierbij is van gedachten gewisseld over een aantal uitdagingen waar Saba voor staat, zoals op het terrein van de gezondheidszorg, als vanwege de nasleep van de COVID-pandemie en de financieringsbehoefte van het Openbaar Lichaam Saba (bijzondere vs. structurele uitkeringen).
Vervolgens sprak de delegatie met de Eilandsraad van Saba. Als aftrap van dit gesprek hield Eilandsraadslid Esmeralda Johnson een bevlogen speech, waarin zij reflecteerde op haar werk in de Eilandsraad, de uitdagingen waar Saba voor staat en waarom zij zich niet opnieuw verkiesbaar zal stellen. In het aansluitende gesprek is van gedachten gewisseld over het vertrouwen van burgers in de democratie en de (lokale) politiek, en de toegang tot een aantal basisvoorzieningen zoals banken, notarissen en post. Met zowel het Bestuurscollege als met de Eilandsraad heeft de delegatie gesproken over de mogelijkheden tot verbetering in de intereilandelijke samenwerking, zowel tussen de bijzondere gemeenten onderling als tussen Saba en de landen Aruba, Curaçao en – met name – Sint Maarten.
Vervolgens werd door medewerkers van het OLS een aantal presentaties verzorgd over belangrijke thema’s en projecten waar het OLS aan werkt. De delegatie toonde zich onder de indruk van de professionaliteit, expertise en inzet van deze lokale ambtenaren. Eerst is gesproken over het sociaal domein. Er is een toename in het aantal mensen op Saba met een inkomen dat onvoldoende is om te voorzien in de kosten van levensonderhoud. Dit leidt onder andere tot een toegenomen behoefte aan sociale huisvesting. Het OLS verzorgt voor deze mensen zoveel als mogelijk sociale hulpverlening, bijvoorbeeld op het gebied van financiële huishouding, onderwijs en gezonde voeding. Saba loopt voorop qua nieuwe initiatieven en projecten op dit gebied in vergelijking met veel andere Caribische eilanden.
Op het gebied van gezonde voeding werkt men vanuit het sociale domein samen met het departement voor publieke gezondheid en sport. De inzet van dit departement is een geïntegreerde aanpak voor publieke gezondheid, waarbij wordt samengewerkt met zorgverleners, scholen en partners in het sociale domein, met als doel een leefomgeving te creëren op Saba die een gezonde levensstijl bevordert. Er is over verschillende projecten van gedachten gewisseld, bijvoorbeeld de inzet voor seksuele gezondheid en rechten, moeder- en kindzorg en het bevorderen van sport en beweging op Saba. Hoewel de COVID-pandemie gevolgen heeft gehad voor de lopende projecten, heeft het ook momentum gecreëerd op het gebied van gezondheid en zorg die het OLS optimaal wil gebruiken.
De derde presentatie betrof de economische ontwikkeling van het eiland. Een belangrijk project waar nu aan gewerkt wordt is de bouw van een nieuwe, tweede haven, Black Rocks Harbour. Het streven is dat de oude haven, Fort Bay, uiteindelijk enkel nog gebruikt wordt voor goederenvervoer en dat al het andere verkeer via de nieuwe haven zal verlopen. Op dit moment liggen er drie mogelijke opties voor het ontwerp van de nieuwe haven op tafel, afhankelijk van de beschikbare financiering. Later op de middag heeft de delegatie de locatie van de nieuwe haven bezocht.
De nieuwe haven zal ook nieuwe kansen bieden voor de toeristische sector, bijvoorbeeld nieuwe ruimte voor pleziervaart. Toerisme is een van de belangrijkste pilaren van de Sabaanse economie. 55 bedrijven op Saba zijn direct afhankelijk van toerisme. De bereikbaarheid van Saba voor toeristen levert echter grote uitdagingen op. WinAir is de enige luchtvaartmaatschappij die op Saba vliegt en tickets worden steeds duurder. De bereikbaarheid via de veerdienst is op dit moment ook nog beperkt. Op dit moment wordt er in samenwerking met de University of Central Florida een Tourism Master Plan ontwikkeld. Dit rapport wordt in augustus 2022 verwacht. Duurzaamheid en ecotoerisme vormen een belangrijk onderdeel hiervan.
Naast toerisme zijn de medische school en visserij de belangrijkste inkomstenbronnen voor Saba. Het OLS streeft naar een robuuste en duurzame economie, die minder afhankelijk is van import en die meer zelfvoorzienend is. Belangrijke uitdagingen hierbij zijn de zeer beperkte bancaire en notariële diensten, het gebrek aan connectiviteit en de hoge kosten van bedrijfsvoering op een klein eiland.
Tot slot is er een presentatie verzorgd door de afdelingen die zich bezig houden met onderwijs en kinderopvang. De delegatie is geïnformeerd over de plannen die er zijn voor een nieuw schoolcomplex, waar de scholen op Saba geclusterd worden gehuisvest met zaken als naschoolse opvang en kinderopvang. Op een klein, vulkanisch eiland als Saba brengt dit uitdagingen op het gebied van beschikbare grond zich mee, alsmede hoge bouwkosten. Het streven is om zo optimaal mogelijk gebruik te maken van de beschikbare grond en middelen, maar met name de financiële middelen zijn op dit moment niet toereikend. Een succesverhaal voor het OLS is het programma BES(t)4KIDS, uitgevoerd in samenwerking met de ministeries van SZW, VWS, OCW en BZK en met Bonaire en Sint Eustatius. Binnen dit programma zijn er grote verbeteringen doorgevoerd in de kinderopvang op Saba. Een nieuw terrein waar het OLS zich op inzet is cultuurbeleid en -onderwijs. Dit staat nog in de kinderschoenen. Cultuur- en cultuurhistorisch onderwijs zijn hierbij belangrijke aandachtspunten.
Voordat de delegatie overging tot het fysiek bezoeken van een aantal projecten, vond er nog een informele ontmoeting plaats met de bevolking, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Zij hebben met de delegatie gesproken over wat er speelt op het eiland en over hun (persoonlijke) wensen en zorgen.
Hierna bracht de delegatie een bezoek aan de locatie voor de nieuwe haven van Saba (Black Rocks Harbour), waar Gedeputeerde Zagers samen met verantwoordelijke ambtenaren de werkzaamheden en plannen nader toelichtte. Aansluitend bezocht de delegatie de locatie van het nieuwe Marine Research Station, waar de Saba Conservation Foundation samenwerkt met onder andere de Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden en Rutgers University in de Verenigde Staten. Het nieuwe lab, dat op dit moment gebouwd wordt, biedt meer uitgebreide mogelijkheden voor onderzoek naar het behoud en herstel van koraalriffen, voor de Sabaanse kust en elders in de wereld. Ook heeft de delegatie de locatie bezocht waar gewerkt wordt aan het kweken en weer uitzetten van zee-egels, dieren die essentieel zijn voor het welzijn van het koraal.
Tot slot bracht de delegatie een bezoek aan de showroom van het hydroponic teeltbedrijf op het eiland. Hydroponics is een vorm van hydrocultuur, een methode om bladgroenten te kweken zonder grond of substraat, door minerale voedingsstoffen op te lossen in water. Het vergt minder ruimte dan vollegrondsteelt en is waterefficiënt. Het doel van dit teeltbedrijf is om uiteindelijk te kunnen voorzien in een groot deel van behoefte aan verse groenten op het eiland, waarmee de kosten aanzienlijk kunnen worden beperkt aangezien minder invoer noodzakelijk zal zijn. Tevens wordt van een grotere groentenconsumptie een positieve bijdrage aan de Sabaanse volksgezondheid verwacht. Het teeltbedrijf is in juli 2021 van start gegaan, mede dankzij financiering door het Ministerie van LNV. De lokale expert zoekt de samenwerking met instellingen in Nederland, waaronder Wageningen University & Research (WUR), en ontvangt met enige regelmaat stagiairs. Het is de bedoeling om in een volgende fase een grotere orkaanbestendige kas te ontwikkelen.
Aan het einde van de maandag reisde de delegatie door naar Sint Eustatius. Daar werd zij ontvangen door de Regeringscommissaris, mw. Francis en de plv. Regeringsvertegenwoordiger, mw. Toet.
Dinsdag 3 mei
Het werkbezoek aan Sint Eustatius begon op dinsdagochtend met een gesprek met de Regeringscommissaris, de plv. Regeringscommissaris en de Eilandssecretaris, mw. Dijkshoorn-Lopes. Met hen heeft de delegatie gesproken over de plannen van het nieuwe kabinet voor de eilanden, zoals vastgelegd in het regeerakkoord en een aantal uitdagingen waarvoor Sint Eustatius zich gesteld ziet. Er zijn twaalf aandachtspunten geïdentificeerd om te adresseren op de korte, middellange en lange termijn: armoede en sociale huisvesting, duurzaamheid, de geitenproblematiek, infrastructuur en wegen, notariële en bancaire dienstverlening, het centrale bestuur en de spreiding over 21 locaties, de ontwikkeling van de haven, gezondheidszorg, telecom, de toekomst van de olieterminal GTI, toerisme, en connectiviteit. Sint Eustatius kampt met vergelijkbare problemen als Saba voor wat betreft basisdiensten als notarissen, banken en connectiviteit. Daarnaast werkt het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE) aan haar eigen werkgeverschap en de doorontwikkeling van het ambtenarenapparaat, met als doel alle benodigde expertise en capaciteit voor de toekomstplannen in huis te halen.
Vervolgens sprak de delegatie met de Eilandsraad van Sint Eustatius. Met hen is met name van gedachten gewisseld over de terugkeer naar democratie op het eiland en de lopende mediation tussen de Regeringscommissaris en de Eilandsraad. Ook de Eilandsraad bracht een aantal zaken onder de aandacht van de delegatie die ook andere gesprekspartners naar voren brachten: toegang tot diensten als banken en notarissen, goede gezondheidszorg, connectiviteit en de rol van WinAir, en de kosten van levensonderhoud en het sociaal minimum op de eilanden.
Net als op Saba vonden er aansluitend op de gesprekken met de Regeringscommissaris en de Eilandsraad een aantal presentaties plaats door ambtenaren van het OLE over de projecten en het beleid waar zij zich mee bezighouden. Allereerst werd de delegatie geïnformeerd over de Project Management Organisatie, die zich inzet voor een geïntegreerd projectmanagement binnen het OLE en daarmee voor verantwoordelijkheid en eigenaarschap, conform art. 6 van de Wet herstel voorziening Sint Eustatius.
Aansluitend werd een aantal presentaties verzorgd over specifieke projecten, op het gebied van economische ontwikkeling en infrastructuur, toerisme, juridische zaken, toezicht en handhaving, het kadaster en het sociale domein door ambtenaren van OLE. De delegatie toonde zich onder de indruk van de professionaliteit, expertise en inzet van deze lokale ambtenaren.
In de middag bracht de delegatie allereerst een bezoek aan de olieterminal op Sint Eustatius, GTI. GTI is een van de grootste werkgevers van het eiland, met 117 directe werknemers aangevuld met contractanten. GTI streeft ernaar zoveel mogelijk lokale mensen in dienst te nemen, maar ook de contractanten leveren door hun verblijf in hotels en gebruikmaking van diensten op het eiland nog een extra impuls aan de lokale economie. Daarnaast stelt GTI noodhulpfaciliteiten, bijv. voor de brandweer, beschikbaar voor de rest van het eiland. De terminal verkeert in zwaar weer. De situatie in Venezuela en de olieboycot hebben grote impact gehad op het bedrijf. Ook de stijgende energieprijzen door het conflict in Oekraïne dragen hier aan bij. Er is veel leegstand en achterstallig onderhoud. GTI streeft ernaar om alle werknemers in dienst te houden, maar heeft het financieel zwaar.
Het werkbezoek aan Sint Eustatius werd afgesloten met een tour in het kader van het cultureel erfgoed van het eiland. Onder begeleiding van een gids van het St. Eustatius Center for Archaeological Research (SECAR) heeft de delegatie een bezoek gebracht aan het historische centrum van Oranjestad, het museum en de recente opgravingen bij het vliegveld. De delegatie heeft zo een beter beeld verkregen van de geschiedenis van het eiland en hoe deze nog steeds doorwerkt in het heden.
Aan het einde van de dag is de delegatie teruggevlogen naar Sint Maarten. ’s Avonds heeft zij daar nog een briefing ontvangen door dhr. Johnson, hoofd van de Vertegenwoordiging van Nederland in Philipsburg (VPN), over de recente ontwikkelingen op Sint Maarten.
Woensdag 4 t/m vrijdag 6 mei
Op woensdag, donderdag en vrijdag vonden de besprekingen en werkbezoeken plaats in het kader van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO). De afsprakenlijst van dat overleg treft u als bijlage bij dit verslag.
AFSPRAKENLIJST INTERPARLEMENTAIR KONINKRIJKSOVERLEG MEI 2022
Sint Maarten 4 – 6 mei 2022
In het Presidiumoverleg van 4 mei 2022 zijn de onderstaande afspraken herbevestigd, dan wel gemaakt:
- dat het presidium bestaat uit de voorzitters van de parlementen (behalve van Nederland), de voorzitters van de commissies en de griffiers;
- dat de Statenvoorzitters van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de commissievoorzitters van Nederland de delegatieleiders zijn en de afsprakenlijst ondertekenen;
- dat de commissievoorzitters woordvoerders van de delegaties zijn, maar tijdens discussies meerdere leden van de delegaties het woord kunnen voeren;
- dat de commissievoorzitters en de Statenvoorzitters deelnemen aan de persconferentie;
- dat indien een delegatie een afwijkend standpunt heeft, dit vermeld wordt in de afsprakenlijst. Daarbij wordt verwezen naar de toelichting op dit standpunt, die wordt opgenomen in een bijlage die formeel geen onderdeel uitmaakt van de afsprakenlijst. Afwijkende standpunten worden voorafgaand aan de persconferentie schriftelijk gedeeld met de andere delegaties. Van een afwijkend standpunt van een deel van een delegatie wordt geen aantekening opgenomen;
- dat alle delegaties kunnen deelnemen aan een werkgroep. Nederland is trekker van een werkgroep indien het een specifiek onderwerp met betrekking tot Caribisch Nederland (BES-eilanden) betreft;
- dat de delegaties maximaal 15 minuten de tijd krijgen om intern beraad te plegen;
- dat het Reglement van Orde van het gastland geldt, bijvoorbeeld met betrekking tot interruptie van sprekers en persoonlijke feiten;
- dat de Voorzitter van het IPKO de tijd in de gaten houdt, opdat elke delegatie evenveel tijd krijgt om haar standpunten naar voren te brengen;
- dat het organiserende land de werkbezoeken in het IPKO vaststelt en regelt, waarbij de gastdelegaties tijdig gevraagd wordt suggesties te doen;
- dat schriftelijke standpunten van individuele leden en/of fracties niet formeel tijdens het IPKO zullen worden ingebracht;
- dat de beraadslagingen van het IPKO in beginsel openbaar zijn en dat wordt gezorgd voor een uitzending via internet. De werkbezoeken en de presidiumvergaderingen zijn in beginsel besloten;
- dat het programma van het IPKO wordt vastgesteld door het presidium. Wijzigingen in of aanvullingen op het programma dienen eerst te worden goedgekeurd door het presidium.
Openingsspeech en presentatie recente ontwikkelingen per land
De Voorzitter van de Staten van Sint Maarten, mw. G.S. Heyliger-Marten, opent het IPKO op Sint Maarten en heet alle deelnemers van harte welkom, alsmede allen die via de livestream de bijeenkomst volgen.
De delegaties nemen met belangstelling kennis van de openingsspeeches van de voorzitter van de Staten van Aruba, dhr. E.G.A. Vrolijk, de voorzitter van de Staten van Curaçao, mw. C.M. America-Francisca, en de leider van de Staten-Generaaldelegatie en voorzitter van de Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties, mw. M.L.J. Paul. De actuele ontwikkelingen in het land Aruba worden mede toegelicht door mw. S.M. Tromp-Lee, voorzitter van de commissie Koninkrijks Aangelegenheden en Buitenlandse Betrekkingen van de Staten van Aruba, die betreffende het land Curaçao door dhr. A.C.M. Thodé, voorzitter van de commissie Rijksaangelegenheden, Interparlementaire Relaties en Buitenlandse Betrekkingen van de Staten van Curaçao, en ten slotte inzake het land Sint Maarten door dhr. R. Brison, vicevoorzitter van de commissie voor Koninkrijksaangelegenheden en Interparlementaire Relaties van de Staten van Sint Maarten.
Technische briefing inzake voorstel van Rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling en nabespreking in vier deelgroepen
De delegaties hebben – onder dankzegging – een openbare technische briefing ontvangen over het voorstel voor de consensusrijkswet Regels omtrent de instelling van het Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (Kamerstuk 36 031 (R2161)) door regeringsambtenaren van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland. Daarna werden door de ambtenaren vragen beantwoord die leven in de vier parlementaire delegaties. Aansluitend hebben de parlementariërs in vier deelgroepen van gemengde samenstelling uit alle parlementen gedurende bijna twee uur intensief met elkaar gesproken over genoemd Rijkswetsvoorstel. Doel van deze besprekingen was beter inzicht te verkrijgen in en begrip voor elkaars overwegingen bij genoemd wetsvoorstel, zodat het begrip voor elkaars standpunten wordt vergroot, wat tijdens de formele wetsbehandeling vruchten kan afwerpen. Ook werd in deze bespreking informatie uitgewisseld die de parlementariërs kunnen gebruiken bij het verdere vervolg van het wetstraject. Bij de behandeling van het COHO-wetsvoorstel in de Tweede Kamer wordt gezocht naar additionele concrete momenten van afstemming (eventueel ook virtueel). De delegaties van de Staten van Aruba en Sint Maarten geven aan dat in hun ogen geen sprake is van vrijwillige consensus tussen de regeringen. De delegatie van de Staten van Curaçao verwijst ter zake van het voorstel van rijkswet naar de aangenomen moties d.d. 26 april jl.
De vertegenwoordigende lichamen van de vier landen zullen op 20 mei 2022 hun verslag over het wetsvoorstel uitbrengen.
Dodenherdenking
Om precies 18.00 uur lokale tijd op 4 mei 2022 namen alle deelnemers in de plenaire zaal twee minuten stilte in acht om allen te herdenken – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord; zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië, als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.
Consensusrijkswetten
De vier delegaties spreken over consensusrijkswetten op basis van artikel 38 van het Statuut voor Koninkrijk der Nederlanden. Aan het einde van de plenaire gedachtewisseling worden zes aandachtspunten geformuleerd:
Betere en duurzame relaties binnen het Koninkrijk
In vier deelgroepen wordt gesproken over betere en duurzame relaties binnen het Koninkrijk. Aansluitend volgt een plenaire terugkoppeling.
Binnen deelgroep 1 spreken leden van de vier delegaties over het Statuut voor het Koninkrijk en specifiek samenwerking, hulp en bijstand, en liquiditeitssteun. Er wordt naar voren gebracht dat de relaties binnen het Koninkrijk de bepalingen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden overstijgen. Daarmee is niet gezegd dat de bepalingen niet belangrijk zijn; zij structureren en bieden een juridisch kader voor de onderlinge relaties. Het biedt rechtszekerheid voor alle partners in het Koninkrijk. Tevens bestaat het gevoelen dat het Statuut op onderdelen verder zou kunnen worden verduidelijkt en gemoderniseerd. Het initiatief daarvoor zou primair moeten uitgaan van de regeringen en de Koninkrijksregering en dat is een tijdrovend en ingewikkelde operatie. Er wordt wederom geconstateerd dat de mogelijkheden die het Statuut biedt nog beter benut kunnen worden, zowel op lands- als op Koninkrijksniveau.
In deelgroep 2 spreken parlementariërs van de vier landen over het thema mensenrechten, rechtsstaat en deugdelijk bestuur. Er is per land gesproken over de situatie op dit gebied. Met betrekking tot Curaçao spreekt de deelgroep over de opvang van migranten en de rechten voor LHBTI-personen. Met betrekking tot Sint Maarten is gesproken over de situatie rond de gevangenis. Doorlopend aandachtspunt voor Nederland is de afwikkeling van de kinderopvangtoeslagaffaire. Ook het voor de andere landen in het Koninkrijk ratificeren van het VN-verdrag Handicap, het Verdrag van Istanbul en het VN Vluchtelingenverdrag is naar voren gebracht. Aruba geeft aan graag het VN Vluchtelingenverdrag ook voor Aruba te ratificeren. Ook is het geregistreerd partnerschap voor mensen van hetzelfde geslacht onlangs mogelijk gemaakt.
Aanvullend hebben de delegaties in deelgroep 3 gesproken over de uitvoering van de motie Rosenmöller (Kamerstuk 35 570 IV, L). De delegaties benadrukken het belang van onderling contact, bijvoorbeeld bij het IPKO en ook tussentijds wanneer wenselijk, met als uiteindelijk doel de processen binnen het Koninkrijk te verbeteren. Op deze manier kunnen de gezamenlijke doelen verder worden geconcretiseerd en zaken gezamenlijk worden opgepakt. In dit licht hebben de delegaties met belangstelling kennisgenomen van de paragraaf “Een betere toekomst voor het hele Koninkrijk” in het Nederlandse regeerakkoord van januari jl. (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77). Hierbij is het van belang dat ook de parlementariërs die niet bij het IPKO aanwezig zijn, goed kennisnemen van wat er tijdens het IPKO gewisseld wordt. Tevens zal aan het begin van ieder IPKO ook kort plenair stil worden gestaan bij de afsprakenlijst van het vorige IPKO en de uitvoering daarvan. Voor het onderlinge contact is het tevens van belang dat de contactgegevens van de verschillende parlementariërs met elkaar worden gedeeld, zodat het persoonlijk contact kan worden geïntensiveerd.
Als conclusie uit de besprekingen in deelgroep 4 verzoeken de delegaties hun regeringen om een reactie op de uitvoeringsstatus en het tijdspad van de moties Van Raak c.s. (Kamerstuk 350 99 (R2114), nr. 23) en De Graaf (Kamerstuk 34300 IV/CXIX, P) en over de betrokkenheid van elk van de landen.
Presentatie Ministerie van Justitie – Gevangenissysteem Sint Maarten
De directeur van de Point Blanche Prison geeft aan de IPKO-deelnemers, in aanwezigheid van de minister van Justitie van Sint Maarten, mw. A.E. Richardson, een presentatie over de uitdagingen waarvoor de detentiefaciliteiten op Sint Maarten zich geplaatst zien, de wijze waarop deze worden aangepakt en de resultaten die zijn behaald, alsmede de plannen voor de korte en middellange termijn. Aansluitend is er gelegenheid tot het stellen van vragen.
Briefing door de National Recovery Program Bureau inclusief werkbezoek NRPB
De directeur van de NRPB geeft een presentatie aan de parlementariërs van de vier landen. Na de verwoestingen die in september 2017 door de orkanen Irma en Maria zijn aangericht, is de regering van Sint Maarten begonnen met een grootschalig programma om Sint Maarten weer veerkrachtiger te maken. Dit programma is vastgelegd in het National Recovery and Resilience Plan (NRRP). Het Sint Maarten Trustfonds wordt gefinancierd door de Nederlandse overheid, beheerd door de Wereldbank en uitgevoerd door het National Recovery Program Bureau (NRPB) en heeft een looptijd tot en met 2025.
De NRPB is in december 2018 bij landsverordening ingesteld. De NRPB is namens de regering van Sint Maarten verantwoordelijk voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de projecten die worden gefinancierd uit het Trustfonds (april 2018, met een omvang van ca.470 miljoen euro (US $553 miljoen)) of uit andere beschikbare financieringsbronnen. De NRPB is een ZBO.
Er vallen circa 10 projecten direct onder de verantwoordelijkheid van de NRPB voor een bedrag van US $ 323,2 miljoen. Het gaat bijvoorbeeld om projecten als herstel van het vliegveld, het oppruimen van de verwoestingen, het opleiden van medewerkers ten behoeve van de hospitality sector, de bouw van een nieuw ziekenhuis en projecten gericht op rampenbestrijding (CDEMA en CCRIF).
Omdat het niet mogelijk was om een fysiek bezoek te brengen aan het Princess Juliana International Airport (PJIA), hebben de CEO en de Technical Director van PJIA een presentatie verzorgd voor het IPKO. In de afgelopen jaren heeft PJIA te maken gehad met twee grote crises: eerst de orkanen Irma en Maria, die veel schade aan het vliegveld hebben veroorzaakt, gevolgd door de COVID-crisis, met sterk afgenomen passagiersstromen tot gevolg. Op dit moment wordt gewerkt aan het herstel van het vliegveld. De bouwwerkzaamheden voor dit project zijn begonnen in oktober 2021. De verwachting is dat het volledige project in het derde kwartaal van 2023 zal zijn afgerond. Het vliegveld wordt in die tijd niet alleen volledig herbouwd, maar er worden ook enkele verbeteringen doorgevoerd, zoals nieuwe roltrappen en liften, en toevoeging van diensten zoals selfservice bagage drop-off. Ook wordt de nieuwe luchthaven beter bestendig gemaakt tegen natuurrampen. In de presentatie werden beelden van de werkzaamheden en het uiteindelijk ontwerp met de parlementariërs in het IPKO gedeeld. Alle werkzaamheden worden uitgevoerd terwijl het vliegveld operationeel is.
Aansluitend aan de presentaties hebben de delegaties een bezoek gebracht aan het Sint Maarten General Hospital, en de vuilnisbelt, waar zij meer informatie hebben gekregen over de projecten die onder auspiciën van het NRPB daar worden uitgevoerd.
Werkbezoek Point Blanche Prison
Op de laatste ochtend van het IPKO hebben de delegaties in groepen een bezoek gebracht aan de Pointe Blanche Prison. Hier hebben zij de werkzaamheden en verbeteringen kunnen zien, waarover zij de dag ervoor gebrieft zijn door de directeur van de gevangenis.
Slot
De delegaties spreken hun waardering uit voor de organisatie van het IPKO door de Staten van Sint Maarten en voor de goede, constructieve en open sfeer waarin de besprekingen van soms ingewikkelde punten hebben plaatsgevonden.
Komend IPKO Het presidium beraadt zich op eventuele aanvullende agendapunten. In een videoconferentie ter voorbereiding op het komende IPKO wordt definitief over de agenda besloten. Het volgende IPKO zal plaatsvinden van 27 tot en met 30 september 2022 in Den Haag, Nederland.