COLUMN – Bericht uit Sint Eustatius

In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Sint Eustatius.

Wat de Statianen vinden doet er niet toe

Door Mia van Deelen

Vorige week schreef mijn collega-columnist van Bonaire over het vergunningenbeleid of het ontbreken daarvan. Het was mooi dat Tweede Kamerlid mevrouw Van Esch vragen stelde over de illegale zandsuppletie bij het Chogogoresort op Bonaire. Het is jammer dat zij niet meteen de praktijken bij het in aanbouw zijnde resort op Sint Eustatius meenam in haar vraagstelling.

De reactie van de minister was overigens weinig hoopgevend. Ongetwijfeld is deze gebaseerd op hetgeen door het eilandsbestuur is medegedeeld, namelijk dat de gaten in de vergunningverlening zijn gerepareerd en dus de zandsuppletie rechtmatig is.

Omdat Statia niet betrokken was in de vraagstelling zou ik de leden van de Commissie Koninkrijksrelaties in overweging willen geven ook over de gang van zaken op Statia vragen te stellen met betrekking tot de bouw van een 5-sterren resort.

Er is geen enkele voorlichtingsavond geweest waarop de bevolking is geïnformeerd over de bouw van het resort in de huidige vorm. Er zijn twee townhallmeetings geweest, maar die voorlichting was van een andere investeerder, betrof een kleiner project op een naastgelegen stuk grond. Andere stukken, bijvoorbeeld over het huidige project, konden niet worden overlegd.

Vooruitlopend op welke instemming of vergunning dan ook werd voortvarend begonnen met het kaal maken van een heel groot perceel grond. Geen enkele maatregel is getroffen om de overlast van stof voor naastgelegen woningen te beperken. Vervolgens is begonnen met bouwrijp maken, wederom met veel stofoverlast, en is met de bouw gestart. Dit alles zonder vergunning en eveneens zonder traceerbare consultatie van natuurorganisatie Stenapa.

Pas nadat de bouw al in een vergevorderd stadium was, doken vaag omschreven aanvragen tot bouwvergunningen op. Inmiddels is de ontwikkeling van het resort bijna in het eindstadium beland. Dan wordt bij toeval ontdekt dat er paden vanaf het resort naar de een stuk lagergelegen zee zijn geshoveld. Bij het bekijken via Google Earth is duidelijk te zien dat de paden verbreed zijn. Verder is er in de publicaties van het Bestuurscollege een verzoek tot het verlenen van een vergunning voor een Beachbar gedaan. Er is daar helemaal geen strand.

Sinds november 2021 ben ik bezig om inzicht te krijgen in verleende adviezen door de vermelde natuurorganisatie en de verleende bouwvergunningen. Die blijken vooralsnog gewoonweg niet te bestaan. Als ik al een reactie krijg, dan is de toon vaak in de trant “er hoeft aan u helemaal geen verantwoording te worden afgelegd; u bent immers niet de Tweede Kamer”.

Nee, natuurlijk ben ik geen Tweede Kamerlid. Wel een bezorgde en betrokken bewoner van het eiland dat ook mij aan het hart gaat. Eerder heeft een andere betrokken en bezorgde Statiaan zijn zorgen geuit aan de Tweede Kamer (onlangs werd deze Statiaan geduid door staatssecretaris Van Huffelen in een Kamerbrief als ene J.M. te S.)

Ook hij heeft al jaren zeer geregeld in zijn brieven aan de Tweede Kamer melding gemaakt van de onvolkomenheden bij de bouw van het resort door een financieel zeer draagkrachtige investeerder. Het is zo verschrikkelijk jammer dat dit soort projecten zonder enige inbreng van de bevolking tot stand komen waarbij alle regels met voeten worden getreden.

Ik wil hier niet de lezer verwarren door nu allerlei dossiers naast elkaar te benoemen, maar ik wil de lezer er wel op attenderen dat het hier niet slechts een bouwtraject betreft. In zo goed als alle dossiers doet de regeringscommissaris haar zin (of: de zin van Den Haag), gebruikmakend van het feit dat bewoners niet worden gehoord en de Eilandsraad niet wordt geïnformeerd.

Je zou het als een grap kunnen lezen wanneer ik de vergelijking trek met het dorp van Asterix en Obelix in het overigens door de Romeinen bezette Gallië (Frankrijk). Dit dorp met zijn twee helden zet de bezetter telkens weer op het verkeerde been, geholpen door een onoverwinnelijk makende toverdrank. In de werkelijke wereld zie ik wel een trots eiland (deel uitmakend van het land Nederland) dat graag zijn eilandelijke zaken zelf wil besturen, maar waarin Den Haag gewoon zonder tegen- of inspraak van de bewoners of van de Eilandsraad gewoon de eigen zin blijft doordrijven. Ongehoord dat deze praktijken ook gewoon deel uitmaken van “ons beschaafde Nederland”.

Voor de goede orde merk ik op dat ik niet uitgesproken voor of tegen dit project ben. Wel vind ik dat ook bij zeer vermogende investeerders de normale regels en procedures in acht moeten worden genomen. Naar mijn persoonlijke mening wordt de vermogende toerist (Amerikaan of Europeaan) straks aangetrokken door deze investering waardoor de autochtone Statiaan verder wordt weggeduwd van zijn of haar eigen eiland. Een soortgelijke ontwikkeling is onlangs op Bonaire ook onder uw aandacht gebracht. Deze (toekomstige) scenario’s blijven onderbelicht. Anders gezegd: het wordt er voor de Statiaan door deze ontwikkelingen naar mijn stellige overtuiging zeker niet beter op, eerder slechter.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.