Oscar van Dam/Caribisch Netwerk
Willemstad – Als het aan staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties) ligt, moet het bedrijfsleven op Curaçao ook haar verantwoordelijkheid nemen om het eiland vooruit te helpen. Niet alleen door meer belastingen te betalen, maar ook door meer kansen te grijpen in bijvoorbeeld digitalisering.
Van Huffelen bracht een flitsbezoek van vier dagen aan Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Ze wilde opnieuw met inwoners praten en hun dromen horen. Wat betreft de dromen is het lastig te beoordelen hoe openhartig de mensen zijn in gesprekken met de staatssecretaris, maar zorgen worden duidelijk geuit tijdens demonstraties op Aruba en Curaçao.
Terwijl de staatssecretaris dinsdagmiddag haar flitsbezoek aan Aruba aan het afronden was, ziet ze in de verte een demonstratie, vlakbij de luchthaven. De vakbonden protesteren omdat ze het beleid van het kabinet Wever-Croes naar eigen zeggen ‘helemaal zat zijn’. Volgens de vakbonden is de bevolking ‘moe’ en ‘gefrustreerd’.
Ze had op Aruba geen afspraak met de vijf vakbonden op haar agenda, maar maakte daar spontaan tijd voor. Na het gesprek vloog Van Huffelen naar Curaçao. Ook daar wordt ze opgewacht door enkele demonstranten die ‘onafhankelijkheid’ voor het eiland willen, omdat Nederland volgens hen steeds onenigheid creëert.
‘Mensen voelen uitzichtloosheid’
Van Huffelen hield bij de centrale bank een ontbijtlezing voor leden van de Vereniging Bedrijfsleven Curaçao (VBC). De boodschap: de economie van Curaçao heeft veel potentie. Zij ziet een veerkracht en optimisme van mensen, maar ook mogelijkheden als het gaat om de natuur, erfgoed en bedrijvigheid.
Tegelijkertijd beleeft Curaçao volgens haar geen makkelijke jaren. De economie kent jaren van stagnatie, met als gevolg hoge werkeloosheid en dat is vooral te zien onder de jongeren.
“Kijken we naar de kille cijfers, dan is de economie door corona vijftien jaar terug in de tijd gezet”, aldus Van Huffelen over de stand van de economie door de gevolgen van het corona-virus. “Per saldo daalt het inkomen per hoofd van de bevolking al decennia. En dat voelen steeds meer mensen, helaas. Er is armoede, er zijn sociale problemen, mensen voelen uitzichtloosheid.”
Staatssecretaris ziet mogelijkheden
Toch ziet de staatssecretaris Koninkrijksrelaties mogelijkheden in Curaçao. “Er is een uitstekende haven, er zijn nieuwe bedrijven die werken aan schone brandstof uit plantaardige oliën en dierlijke vetten”, vertelt ze. “Er liggen kansen in het repareren van schepen of het slopen van scheepswrakken.”
“Hopelijk lukt het ook om de raffinaderij op een verantwoorde manier nieuw leven in te blazen. Waar bij we rekening houden met milieu en gezondheid.’’
Van Huffelen noemt ook digitalisering als kans; een portefeuille die de staatssecretaris heeft naast Koninkrijksrelaties. “U bent verbonden met een heel goed ict-netwerk. En de regio kan niet tippen aan het datacenter van Curaçao”, zegt ze tegen de ondernemers in de zaal. Verder ziet ze veel ‘ontwikkelkansen’ voor het toerisme.
‘Bedrijfsleven moet helpen’
Als autonoom land is Curaçao volgens Van Huffelen in de eerste plaats architect van haar eigen toekomst. Er ligt dus een grote taak voor de regering. Het bedrijfsleven kan de motor zijn achter een nieuwe toekomstvisie, vindt ze. ‘‘Laat ik het maar duidelijk zeggen: u moet daar als bedrijfsleven bij helpen. De overheid kan nooit alle oplossingen bieden – maar ze moet wel aan de slag.”
‘Betaal je belastingen’
De staatssecretaris roept de aanwezige ondernemers op om de nieuwe economische kansen te grijpen. ‘‘Zet daarvoor ook uw eigen heilige huisjes opzij”, aldus Van Huffelen. “Vraag niet alleen wat de overheid voor jou kan doen, maar wat jij voor Curaçao kunt betekenen.”
“Bijvoorbeeld dat je niet alleen je belastingen écht moet betalen, maar dat ze soms ook hoger moeten zijn. Zeker als dat geld leidt tot nieuwe investeringen in samenleving.”
“Curaçao is een prachtig eiland vol optimistische en veerkrachtige mensen. Met mooie natuur, prachtig erfgoed en heel veel kansen voor de economie. Laten we dat samen gaan verzilveren. En laten we dat doen met un relashon duradero ku rèspet mutuo, een langdurige relatie met wederzijds respect.”