Brussel – De Europese Commissie (EC) ziet het gesteggel over de oprichting van het Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (Coho) als een interne aangelegenheid van het Koninkrijk der Nederlanden. Die – niet verrassende – reactie heeft het Curaçaose Statenlid Michelangelo Martines (KEM) gekregen op zijn oproep aan ‘Brussel’ om zich met de kwestie te bemoeien.
Hoofd Sylvie Millot van het Directoraat-Generaal voor International Partnerships Overseas Countries and Territories van de EC schrijft Martines dat de Coho-wet “first and foremost a sovereign internal affair of the Kingdom of the Netherlands and its four constituent countries” is. “The European Commission does not have the competence to intervene in internal affairs of its Member States and can’t act therefore as party in the ongoing legislative deliberation.”
Vrijdag is de deadline waarop de vier parlementen hun commentaar op en vragen over het concept van de consensusrijkswet kunnen indienen. Daarna moeten de regeringen van de vier landen het eens zien te worden over de beantwoording.