Den Haag – Het kan nog heel lang duren voordat er helderheid komt over de toedeling van verantwoordelijkheden van de afzonderlijke landen en van het Koninkrijk als geheel. Dat blijkt uit het antwoord van het kabinet op de vraag van de Volt-fractie hoe het met de uitvoering van de motie van toenmalig Tweede Kamerlid Ronald van Raak (SP) staat.
De alweer 3 jaar oude motie luidt als volgt: “De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat besluiten van het Koninkrijk niet zelden leiden tot geschillen met de landen; constaterende dat in deze geschillen verschillen in interpretatie van het Statuut een rol spelen; verzoekt de regeringen van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland in een gezamenlijk overleg tot een nadere invulling te komen van de verantwoordelijkheden van de landen afzonderlijk en van het Koninkrijk als geheel, en de parlementen daarover te informeren, en gaat over tot de orde van de dag.”
Staatssecretaris Raymond Knops besloot, niet overlopend van enthousiasme, tot de instelling van een koninkrijksbrede ambtelijke werkgroep. De werkgroep blijkt pas in november vorig jaar voor het eerst te zijn bijeengekomen. Geconstateerd werd dat “het belangrijk is om eerst een analyse van de motie te verrichten, alvorens in te zoomen op concrete thema’s. Afgesproken is om te werken aan een gezamenlijk visiedocument, dat de basis zal vormen voor een uit te voeren onderzoek.”