Den Haag – De autonomie van Curaçao, Aruba en Sint Maarten blijft “fier overeind”, ook na het in werking treden van de consensusrijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO). Dat betoogde senior wetgevingsjurist constitutionele zaken Jan Willem van Rossem van het ministerie van BZK vandaag tijdens een technische briefing over COHO aan de Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties.
Van Rossem wees erop dat de regeringen van de vier landen vinden dat de in februari aangeboden versie van het wetsvoorstel recht doet aan de autonomie. De autonomie is gerespecteerd, benadrukte hij. Van Rossem wees ook op het principe van wederkerigheid: als de landen uitvoering geven aan de overeengekomen hervormingen, verplicht de wet Nederland zonder dat nieuwe voorwaarden kunnen worden gesteld de toegezegde financiering beschikbaar te stellen. Dat werkt ook andersom: als een land de afspraken niet nakomt, kan de ondersteuning worden opgeschort, maar daar zal een traject van hoor en wederhoor aan voorafgaan.
De regeringen en de parlementen van de landen hebben het recht om niet met de COHO-wet in te stemmen. In dat geval valt de beoogde consensus weg en houdt de ondersteuning door de COHO-organisatie op. Directeur Koninkrijksrelaties Saskia de Reuver onderstreepte het doel van de COHO-operatie: de landen weerbaarder maken en het leven van de inwoners structureel te verbeteren.
Kijk en luister hier de briefing terug.