Morgen wordt het beter. Aan dat liedje (Gerard Cox, 1974) moest Kadushi denken bij het lezen van de brief die staatssecretaris Alexandra van Huffelen rond de vrijdagmiddagborrel naar de Tweede Kamer stuurde als voorschot op het debat donderdag met de commissie voor Koninkrijksrelaties. De 9 kantjes (je zou bijna gaan denken dat ambtenaren per letter worden betaald) laten zich samenvatten in twee frasen uit het nummer: Morgen wordt ’t beter dan vandaag, of dat zo is is nog maar de vraag.
Onderwerp van het commissiedebat zijn de adviezen van de Raad van State en de werkgroep Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) hoe de samenwerking van de ministeries met de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba effectiever kan worden gemaakt.
In 2015 bevestigde een evaluatiecommissie onder leiding van oud-minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Liesbeth Spies wat velen al langer aan hun theewater voelden: in de eerste 5 jaar na 10-10-10 is er weinig terechtgekomen van de belofte het leven van burgers in Caribisch Nederland te verbeteren. Omdat er teveel met een Haagse bril naar de eilanden werd gekeken en te weinig naar ze geluisterd.
Toenmalig schertsminister Ronald Plasterk heeft het rapport waarschijnlijk in het ronde archief gedeponeerd, conform de Haagse mores kritiek weg te stoppen. Hij heeft er in elk geval niks van willen leren en zijn opvolger Raymond Knops heeft het wellicht nooit kunnen terugvinden. Die liet, onder druk van de Kamer, de Raad van State en de IBO-werkgroep nog een keer de samenwerking met de openbare lichamen tegen het licht houden.
De in 2019 gepresenteerde bevindingen waren niet verrassend: ministeries werken (nog steeds) langs elkaar heen, besteden veel geld aan dingen waar de eilanden niks aan hebben en de rijksvertegenwoordiger is eerder stoorzender dan bruggenbouwer. Daarna werd het stil: het had er alle schijn van dat de aanbevelingen hetzelfde lot beschoren waren als het huiswerk van Spies c.s. Maar dat is een misvatting, als we Van Huffelen mogen geloven: “Er zijn de afgelopen jaren stappen gezet”, schrijft ze.
Zo wordt er al twee jaar in een programmastructuur, onderverdeeld in werkgroepen, gewerkt om te zorgen voor een betere inbedding van Caribisch Nederland in de Europees Nederlandse systemen en structuren. Van Huffelen gaat op dat spoor verder en daarom zal ze de governance- en overlegstructuur versterken. Ze kondigt een nieuw plan van aanpak aan waarvan het streven is het eind dit jaar gereed te hebben. Er komt frequent en periodiek bestuurlijk en ambtelijk overleg.
Vanwege het belang van een integrale rijksbrede aanpak worden nieuwe bestuurlijke afspraken gemaakt met de eilanden. Om te voorkomen dat er even weinig van terechtkomt als de huidige bestuursakkoorden gaan er afspraken worden gemaakt over de monitoring. Maar: om het minder bureaucratisch te maken wordt het toezicht ingericht als middel en niet als doel. Een hele geruststelling!
Alsof het niet op kan, komt er ook een programma goed bestuur en uitvoeringskracht. En wat te denken van een eenjarige pilot voor een uitwisselingsnetwerk? Oja, er komt tevens onderzoek naar de mogelijkheden van het inrichten van een CIO-office CN. Er komen uitvoeringsagenda’s met daarin gebundeld, gefaseerd en getimed wat departementen doen en meer periodieke integrale weging bij de inzet, prioritering en fasering van middelen. Bent u er nog? Niet afhaken hoor, nog even doorbijten.
Van Huffelen wil de overlegstructuur over de rijksbrede agenda niet alleen versterken, maar ook nog eens aanscherpen. Het bewindspersonenoverleg wordt geïntensiveerd en naast ad hoc bilaterale overleggen komt er twee keer per jaar een kabinetsbreed bewindspersonenoverleg CN. Op ambtelijk niveau staat de Stuurgroep Caribische delen van het Koninkrijk centraal. Dat wordt uitgebreid met structureel directeurenoverleg. Om de coördinatie te verbeteren is er sinds 1 januari een ambtelijke werkgroep. Voorts wordt er een zichtbaar loket gecreëerd voor toezicht vanuit de WolBES en de FinBES. En om helemaal niets aan het toeval over te laten: er wordt ook nog een kader gemaakt.
Jaja, het valt niet mee om als 12 ministeries met 29 bewindspersonen en een bataljon aan ambtenaren en – niet te vergeten consultants – drie eilanden met zo’n 27.000 (niet veeleisende) zielen te besturen. Maar de ambities van Rutte IV liegen er dan ook niet om: “Mijn inzet is gericht op het verbeteren van het leven van de mensen in ons Koninkrijk”, sluit Van Huffelen haar brief af. Het is precies dezelfde belofte die Den Haag de eilanden in de aanloop naar 2010 ook al deed en daarna vaak heeft herhaald.
Het kan zijn dat de staatssecretaris de beste bedoelingen heeft, maar waarom zet ze haar handtekening onder zo’n draak van een brief? Natuurlijk, de vrijdagmiddag was al aardig op streek en het 38 verdiepingen tellende ministerie zo goed als leeggestroomd. Probeer dan nog maar eens een ambtenaar van de overvolle terrassen op het Plein terug te roepen. Tijd voor een nieuwe brief was er sowieso niet, de Kamer zat er vingertrommelend op te wachten.
Dan maar snel iets toevoegen over gelijkwaardigheid, zal Van Huffelen wellicht hebben bedacht. Maar ook weer niet té gelijkwaardig. Het kan zo maar zijn dat de volgende, voor de ware intenties van het kabinet onthullende zin zo in de brief is beland: “Het kabinet streeft ernaar dat Caribisch Nederland qua voorzieningenniveau op termijn gelijkwaardiger is aan het niveau van het Europees Nederlandse stelsel.” Dus een beetje meer kinderbijslag, een beetje meer onderstand, een beetje meer aov en wie weet ook wel een beetje ww… Maar vanwege de implementatie wel op termijn, natuurlijk.
De commissie heeft 2,5 uur voor het debat uitgetrokken. Er zullen behartenswaardige woorden gesproken worden. Over de eilanden, maar opnieuw zonder ze, want naar ze luisteren – zoals de Commissie Spies in 2015 indringend aanraadde – maakt het nog lastiger dan het al is. Vandaar ook dat de schriftelijke reactie op de rapporten van Raad van State en de IBO-werkgroep die de openbare lichamen destijds hebben ingestuurd nooit door BZK met de Kamer zijn gedeeld.
Kadushi is er niet gerust op dat het debat tot iets leidt. Dat realisme is mede ingegeven door de bijna 3 uur durende gedachtewisseling die commissie op 23 maart aan Caribisch Nederland wijdde. De staatssecretaris toonde zich – mogelijk mede dankzij haar ervaring met de afhandeling van het toeslagendossier – buitengewoon bedreven in de kunst van het vooruitschuiven. Alles wacht op de Voorjaarsnota of moet nog onderzocht, dan wel verkend worden.
Gerard Cox zong wat de Bonairianen, Statianen en Sabanen lijdzaam ondergaan sinds ze onder de rechtstreekse hoede van ministeries vallen: “Iedereen die heeft ’t over morgen wordt ’t beter, morgen zal het heus niet beter gaan.”
Hieronder de tekst van ‘Morgen wordt het beter’
Iedereen die heeft ’t over morgen wordt ’t beter
Morgen wordt ’t beter dan vandaag
Ik voor mij, ik zeg ’t zelden, morgen wordt ’t beter
Of dat zo is is nog maar de vraag
Want ik voel die nieuwe morgen komt eraan
En misschien is daarom ook dit lied ontstaan
Iedereen die heeft ’t over morgen wordt ’t beter
Morgen zal het heus niet beter gaan
‘k sprak laatst een Bonairiaan
die had een droom al sinds ‘ie jong was
Die man was nu al eenentachtig jaar
Hij zei tot de mensen luister, morgen wordt ’t beter
Niemand dacht ach, is dat nou wel waar
En hij zei, ‘k voel die nieuwe morgen komt eraan
En in z’n ogen waren lichtjes aangegaan
Iedereen die heeft ’t over, morgen wordt ’t beter
Als de morgen dan nog maar bestaat
Want ik voel die nieuwe morgen komt eraan
En misschien is daarom ook dit lied ontstaan
Iedereen die heeft ’t over, morgen wordt ’t beter
Morgen zal het heus niet beter gaan
En ’t geeft niet hoe geëngageerd je bent
En ook niet welke partij of dat je stemt
Iedereen die heeft ’t over morgen wordt ’t beter
Zorg toch maar vandaag dat je er bent
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.