Bonaire krijgt intensive care-faciliteiten

Den Haag/Bonaire – Het zorgaanbod in ziekenhuis Mariadal wordt structureel uitgebreid met intensive care. Dat kondigt minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers vandaag aan in een brief aan de Tweede Kamer met een lange termijnvisie op pandemieën als die van Covid.

Hieronder de gehele passage over het Caribisch deel van het Koninkrijk

VWS draagt verantwoordelijkheid voor de zorg in Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Caribisch Nederland) en heeft tijdens de COVID-crisis ondersteuning geboden in de bestrijding van het virus. Ook voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn de herziene kabinetsdoelen dan ook van toepassing. Aan de andere, autonome, landen binnen ons Koninkrijk (Aruba, Curaçao, Sint Maarten) is tijdens COVID-19 ook op diverse terreinen hulp en bijstand geleverd. Gezien de landen zelf verantwoordelijkheid dragen voor de zorg is deze ondersteuning geboden in reactie op bijstandsverzoeken. Wanneer nodig kunnen de landen ook op de lange termijn formeel om bijstand vragen aan Nederland.

Op Saba en Sint Eustatius is mede in het licht van de herziene kabinetsdoelstellingen de containment strategie losgelaten en wordt overgegaan naar een mitigation strategie. Dit betekent dat een influx van het virus en een beperkte circulatie ervan onvermijdelijk is. De toenemende vaccinatiegraad en opgebouwde immuniteit wegens een reeds doorgemaakte infectie, i.c.m. de kenmerken van de huidige Omikronvariant, maakt dat het risico van beperkte circulatie acceptabel geacht wordt door de openbare lichamen, het RIVM en VWS. Ook op Bonaire wordt ingezet op het verder openen van de samenleving, waarbij de beschikbaarheid van zorg een randvoorwaarde is. Er wordt gewerkt aan een plan om de special care in het ziekenhuis om te bouwen naar Intensive Care.

Bij het afschalen van maatregelen door de (ei)landen en het afschalen van de hulp en bijstand door Europees Nederland staat beschikbaarheid van de gehele zorgketen centraal. In Caribisch Nederland speelt dit gezien het insulaire karakter en de kleinschaligheid – ten opzichte van Europees Nederland – des te meer. Gezien de hoogte van de vaccinatiegraad en het insulaire karakter van Caribisch Nederland kan het bij oplopende positieve casussen noodzakelijk zijn om afgeschaalde maatregelen tijdelijk weer opnieuw in te stellen om de situatie beheersbaar te houden.

Ditzelfde geldt voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten, van wie Caribisch Nederland ook sterk afhankelijk is in haar zorgcapaciteit. In de komende maanden zal het door VWS via het internationale uitzendbureau AMI ingezette zorgpersoneel verder worden afgebouwd. Indien nodig zal via bijstandsverzoeken van de Caribische landen van het Koninkrijk opnieuw inzet van extra zorgpersoneel overwogen kunnen worden. Momenteel wordt door VWS in samenspraak met de Dutch Caribbean Health Alliance (DCHA) en de adviseurs van de ministers van Gezondheid van Aruba, Curaçao en Sint Maarten gesproken over zorgcapaciteit. Er wordt onder andere gekeken naar mogelijke alternatieven voor het door VWS ingezette IC personeel en er wordt gewerkt aan een gezamenlijk plan voor het duurzaam opleiden van zorgpersoneel.

De DCHA is een coöperatie die momenteel wordt opgericht en die voor de lange termijn een rol zal spelen in de samenwerking tussen de ziekenhuizen op de zes eilanden. Hiermee wordt beschikbaarheid van (COVID-)zorg op een duurzame manier gewaarborgd en kan onderlinge uitwisseling van personeel plaatsvinden, alsook uitzendingen van patiënten.

VWS voert momenteel tevens gesprekken met alle zes de eilanden over hoe het testbeleid, het bron- en contactonderzoek en de (booster)vaccinatiecampagnes verder voort te zetten en vorm te geven. Hierbij dient opgemerkt te worden dat Aruba, Curaçao en Sint Maarten autonome landen zijn, die hier uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor zijn en hun eigen beleid bepalen. Ten slotte worden gesprekken gevoerd over het verbeteren van pandemische paraatheid in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen aspecten waarop ieder land een eigen verantwoordelijkheid kan nemen en onderdelen waarop gezamenlijk opgetrokken kan worden, zoals het versterken van de implementatie van de onderlinge International Health Regulations (IHR) regeling en gezamenlijk opleiden van personeel. De specifieke inzet en voortgang op het terrein van pandemische paraatheid zal nader toegelicht worden in de daarvoor bestemde brief.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.