De regering trekt 5 miljoen euro uit om de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba te compenseren voor de sterk gestegen energiekosten. Wat genereus, zou je denken. Maar: om te beginnen dekt het woord compenseren niet helemaal de lading. Het is meer een pleister op de wonde van een toch al door armoede zwaar aangeslagen bevolking. Ook de wijze waarop het geld wordt verdeeld roept vragen op. Staatssecretaris Alexandra van Huffelen meldde woensdag in een debat met de Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties dat huishoudens met de laagste inkomens een eenmalig bedrag ontvangen en dat de accijnzen op brandstof worden verlaagd. Van die laatste maatregel profiteren de hoogste inkomens het meest, zoals de bewoners van de airco-gekoelde Piet Boon-villa’s aan de Bonairiaanse zuidkust met hun benzineslurpende bolides.
Zo vertoont de schone belofte uit het coalitieakkoord van Rutte-nieuw-elan-IV de armoede in Caribisch Nederland in deze regeerperiode wel serieus aan te pakken nu al de eerste barstjes. Die compensatie-tussen-aanhalingstekens zou overigens helemaal niet nodig zijn geweest als het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in 2020 het pleidooi van toenmalig Tweede Kamerlid André Bosman (VVD) had verhoord om een door Water- en Energiebedrijf Bonaire gepresenteerd plan te omarmen. Dan kwam nu tegen de 80% van de elektriciteit van de zon en de wind en waren de tarieven met ruim 40% verlaagd waardoor de wereldwijde energiecrisis aan Bonaire voorbij zou zijn gegaan. In plaats daarvan bedachten een paar ondernemertje spelende ambtenaren dat EZK – alsof de K niet staat voor Klimaat – een eigen oliehandeltje op Bonaire moest beginnen.
De Kamer verzette zich fel tegen het idee dat de staat investeert in fossiele brandstof, maar zwichtte voor de – naar we nu weten misleidende – bewering dat de twee bestaande oliesteigers als gevolg van achterstallig onderhoud zo gevaarlijk zijn dat de Inspectie Leefomgeving en Transport vorig jaar april op het punt stond het gebruik ervan te verbieden. In dat geval zou Bonaire zonder stroom, water, benzine en kerosine komen te zitten. Alleen de oprichting van het staatsbedrijf Bonaire Brandstof Terminals BV kon dat doemscenario voorkomen, hield EZK de Kamer voor de gek.
Uit de brief die minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten woensdag naar de Kamer stuurde, blijkt dat de steiger bij het vliegveld met een likkie verf en wat kluswerk nog jaren dienst kan doen. En de eerder door de ILT figuurlijk tot de zeebodem afgebrande installatie bij Bopec blijkt opeens ook weer veilig genoeg voor de aan- en afvoer van olie. Het goede nieuws is dat er dus geen nieuwe steiger in het kwetsbare koraal hoeft te worden geramd. Nog veel beter nieuws lijkt Jettens aankondiging van Caribisch Nederland een showcase voor verduurzaming te maken.
Enige argwaan is op zijn plaats, want tegelijkertijd houdt de bewindsman eraan vast tientallen miljoenen te steken in BBT dat Blue Destination Bonaire misschien wel tot de laatste druppel olie uit de aarde is geperst aan de fossiele brandstof bindt. Het staatsbedrijf bestaat uit drie riant betaalde bazen, heeft geen uitvoerend personeel en houdt – alsof het niet op kan – kantoor in een monumentaal stadspaleis aan de chique Lange Voorhout in Den Haag. De Algemene Rekenkamer waarschuwde EZK niet voor niets dat de BV gedoemd is financieel een zieltogend bestaan te leiden. Dat verklaart wellicht waarom Jetten, ondanks aandringen op openheid door het Kamerlid Lammert van Raan (PvdD), het businessplan angstvallig geheim houdt.
BBT bestaat inmiddels een jaar, maar heeft nog niets voor elkaar gekregen. Toch heeft ministerie bovenop het oprichtingskapitaal van 10 miljoen nog eens 10 miljoen van de vest- naar de broekzak verhuisd. De gedachte is dat BBT op basis daarvan tientallen miljoen extra op de kapitaalmarkt kan lenen om de uitvoering van het WEB-plan te financieren. De vraag dringt zich op: waarom weigert EZK zo halsstarrig rechtstreeks zaken te doen met WEB? Dat is immers minder ingewikkeld en veel kostenefficiënter, want de Nederlandse Staat is zo kredietwaardig dat het gratis kan lenen.
Of is het misschien de bedoeling om BBT aan een tweede, meer zekere bron van inkomsten te helpen door als geldmakelaar met de door WEB te betalen rente de verliezen op de oliehandel weg te poetsen? De rente die WEB aan BBT moet afdragen, wordt uiteraard via de tarieven doorbelast aan de gebruikers. En dus wordt het voordeel van de verduurzaming ten dele teniet gedaan. De schade is nog veel groter: je kunt er donder op zeggen dat de door de komst van BBT veroorzaakte vertraging de bouw van een zonneweide en windmolens vanwege gestegen materiaal- en transportkosten vele miljoenen duurder uitpakt dan in 2020. Het kabinet had bovendien die 5 miljoen euro, die het nu moet bijlappen om de stijgende energiekosten enigszins te verlichten, in de knip kunnen houden.
BBT-gate is het zoveelste voorbeeld van taakverwaarlozing door het Rijk jegens de bijzondere gemeenten. De kosten van levensonderhoud zijn er hoger dan in Europees Nederland, maar de sociale voorzieningen (zoal onderstand, kinderbijslag en de ouderdomsuitkering) lager. Of ze bestaan helemaal niet zoals de WW. En nationale fondsen voor verduurzaming zijn niet toegankelijk voor de BES-eilanden. Zo wordt WEB gedwongen mee te werken aan een constructie die voor haar klanten, de armsten voorop, ongunstig uitpakt.
Kadushi kan wel bedenken wat Den Haag in koor had uitgeroepen als zich zoiets op Curaçao of Aruba zou afspelen…
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.