Den Haag – Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten zijn er nog niet uit onder welke voorwaarden de in de afgelopen 2 jaar verstrekte ‘coronaleningen’ worden verlengd. De looptijd eindigt op 10 april. Inmiddels is het geleende bedrag opgelopen tot ruim 1 miljard euro.
Aflossen per 10 april is geen optie. De landen zullen ondanks het ingezette economisch herstel ook dit jaar nog met grote tekorten afsluiten. De vraag richt zich dan ook vooral op de voorwaarden waaronder de nu nog rentevrije leningen zullen worden verlengd. Staatssecretaris Van Huffelen verklaarde vandaag in een debat met de Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties nog in onderhandeling te zijn met de landen en daar niet op vooruit te willen lopen. Ze liet zich ook niet verleiden te reageren op de suggestie van Attje Kuiken (PvdA) om de landen bij wijze van perspectief in het voorzicht te stellen dat een deel van de schuld zal worden kwijtgescholden.
De landen moeten ook niet te veel verwachten van Nederland als het gaat om het compenseren van de door de oorlog in Oekraïne sterk gestegen prijzen van olie en gas. Het pakket waar de Nederlandse regering op studeert, geldt alleen voor de eigen burgers, inclusief die in Caribisch Nederland. Van Huffelen erkende dat de gevolgen van duurdere energie misschien nog wel een grotere impact hebben in de CAS-landen dan Nederland, maar benadrukte dat de landen autonoom zijn. Wel toonde zij zich op aandringen van Joba van den Berg (CDA) bereid mee te denken, bijvoorbeeld over gezamenlijke inkoop van olie waardoor Curaçao, Aruba en Sint Maarten kunnen meeprofiteren van de volumeafspraken die Nederland maakt.
Het 2,5 uur durende debat leverde niets concreets op: vrijwel alles wat Van Huffelen te vertellen had, staat in de brief over de hoofdlijnen van haar beleid die zij eerder deze week naar de Kamer stuurde en haar verslag van de kennismakingsreis langs de eilanden. Alles wijst erop dat zij inhoudelijk de lijn van haar voorganger Knops voortzet, al verwoordt zij het met meer empathie en tact. Zo is het “less for less en more for more” vervangen door het meer bondgenootschappelijk klinkende “You need to help me to help you”. En waar Kamerleden te veel van haar vroegen, trok ook Van Huffelen een duidelijke grens: “Het zijn zelfstandige en autonome landen die hun eigen keuzes maken. We kunnen niet de verantwoordelijkheid overnemen en dat moeten we ook niet willen. Wij zijn bereid te helpen, maar de landen staan zelf aan het roer van hun eigen toekomst.”