Den Haag – De regeringen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten hebben zich de afgelopen maanden in de ogen van Nederland voldoende ‘constructief’ opgesteld zodat er geen reden meer is voor nog het langer opschorten van de liquiditeitssteun.
Dat betekent niet dat de geldkraan meteen weer wijd open wordt gezet. Het College financieel toezicht heeft berekend dat Curaçao en Sint Maarten het dit kwartaal zonder financiële steun uit Den Haag kunnen uitzingen. Aruba heeft slechts een beperkt bedrag nodig. De Rijksministerraad heeft vandaag besloten de benodigde 12 miljoen gulden naar Oranjestad over te maken.
In december gaven de landen nog aan vele tientallen miljoen nodig te hebben om het eerste kwartaal door te komen. De Rijksministerraad (lees: Nederland) besloot echter de verzoeken niet te honoreren omdat de Caribische landen dwarslagen bij het afronden van de ontwerp-rijkswet voor de oprichting van het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling.
Begin deze maand gaven de regeringen het verzet op, zonder dat staatssecretaris Van Huffelen had toegegeven aan hun bezwaren. In de Rijksministerraad werd geconstateerd dat het COHO in oprichting vindt “dat de uitvoering van de Landspakketten in de afgelopen drie maanden over het algemeen naar tevredenheid en in constructieve samenwerking tussen de Landen en het COHO i.o. is verlopen.”
Op 1 april eindigt de looptijd van de tot nu toe (renteloos) verstrekte leningen. Over het verloop van de gesprekken over verlenging en de voorwaarden die Nederland daaraan verbindt, houden alle betrokkenen de kaken stijf op elkaar.
Lees hier de gehele besluitenlijst van de RMR