“Definitief akkoord” over COHO-wet vol losse eindjes: zorgen om autonomie niet weggenomen

Den Haag – Is er werkelijk sprake van een doorbraak of wordt een lastige discussie uitgesteld om de sfeer van het kennismakingsbezoek van staatssecretaris Van Huffelen (BZK) aan de CAS-landen dat donderdag start, niet op voorhand te verpesten?

“Overeenstemming over Rijkswet” luidt de kop boven een verklaring van de vier betrokken regeringen. Daaruit blijkt echter dat het “definitieve akkoord” nogal wat losse eindjes heeft. Zo is het allergrootste bezwaar van Curaçao, Aruba en Sint Maarten, dat de rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling de autonomie van de landen aantast, niet weggenomen.

Net als onder staatssecretaris Knops gaat zijn opvolgster niet verder dan de bereidheid uit te spreken de gesprekken daarover voort te willen zetten “en afspraken te maken”. Dat duidt erop dat de partijen sinds de presentatie van de conceptwet nu bijna 2 jaar geleden op het punt van de autonomie niet veel dichter tot elkaar zijn gekomen. Volgens de gezamenlijke verklaring moet er overigens over nog meer cruciale bevoegdheden van COHO worden gesproken.

“Curaçao en Sint Maarten hebben aandacht gevraagd voor een aantal punten van zorg met betrekking tot de uitvoerbaarheid van de wet binnen de constitutionele rechtsorde. Die punten behelzen het waarborgen van beleidsruimte en autonomie van de regeringen, de samenloop tussen C(A)ft en COHO en de ruimte voor investeringen om de hervormingen en flankerend beleid te kunnen uitvoeren. Nederland heeft toegezegd hierover in gesprek te gaan en afspraken te maken”, zo staat te lezen in de verklaring.

Waarom de regeringen in Willemstad, Oranjestad en Philipsburg nu opeens wel genoegen nemen met een open eind wordt niet toegelicht. Het “definitieve akkoord” betekent wel dat de wet nu ter behandeling aan de parlementen kan worden aangeboden. Die zal zeker aan Caribische kant op massief verzet kunnen rekenen;.

Overeenstemming over Rijkswet

Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland hebben overeenstemming bereikt over het indienen van het voorstel van Rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO). De Rijkswet vormt het fundament voor een nieuwe vorm van meerjarige samenwerking tussen de landen in het Koninkrijk.

Door de COVID-19 pandemie zijn de economieën van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zwaar geraakt. Nederland bood hulp bij de bestrijding van COVID-19 en ondersteunde ook met voedselpakketten. Daarnaast werd voor een miljard euro aan noodsteun in de vorm van liquiditeitsleningen verstrekt om de openbare financiën te ondersteunen bij het plotseling stilvallen van de economische bedrijvigheid.

Als voorwaarde voor het verlenen van de liquiditeitsleningen is afgesproken dat de landen versneld werken aan hervormingen die hen versterken. De landen houden zich aan die afspraak. Het streven is daarbij dat de economie en samenleving in de toekomst beter een crisis kunnen opvangen zodat de regeringen in staat zijn nieuwe kansen te bieden aan inwoners en bedrijven. Om de landen daarbij te ondersteunen is afgesproken dat er een onafhankelijk Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling wordt opgericht.

Vooruitlopend op de formele oprichting van het COHO is met Aruba, Curaçao en Sint Maarten elk een landspakket afgesproken. De maatregelen uit de landspakketten worden per land verder uitgewerkt in opvolgende uitvoeringsagenda’s. Zo is ieder Caribisch land in staat stappen te zetten op een manier die bij hen past. Het COHO gaat ondersteuning geven en toezicht houden op de uitvoering van in de pakketten omschreven onderwerpen. Deze taken worden nu nog uitgevoerd door de Tijdelijk werkorganisatie (TWO).

De vier landen hebben deze week een definitief akkoord bereikt over uitwerking van de Rijkswet. Wijzigingen ten opzichte van vorige overleggen behelzen duidelijkere afspraken met de landen over de verwerking van de landspakketten in de onderscheiden begrotingen. Ook is afgesproken dat de  bezwaren die er bestaan over de bevoegdheden van de financieel toezichthouders C(A)ft in de implementatiefase verder worden uitgewerkt.

Ook worden de afspraken over de mogelijke implicaties van de uitwerking van het samenwerkingsprotocol tussen het C(A)ft en het COHO met daarin de onderlinge taken, rollen en verantwoordelijkheden vastgelegd. COHO en het C(A)ft zullen met de besturen van de landen over het samenwerkingsprotocol overleggen, voor dit tot stand kan komen of kan worden gewijzigd.

Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben aandacht gevraagd voor een aantal punten van zorg met betrekking tot de uitvoerbaarheid van de wet binnen de constitutionele rechtsorde. Die punten behelzen het waarborgen van beleidsruimte en autonomie van de regeringen, de samenloop tussen C(A)ft en COHO en de ruimte voor investeringen om de hervormingen en flankerend beleid te kunnen uitvoeren. Nederland heeft toegezegd hierover in gesprek te gaan en afspraken te maken.

Het wetsvoorstel gaat nu naar de Staten van de landen en de Tweede Kamer. Verderop in het proces buigt ook de Eerste Kamer zich erover.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.