Geschillencommissie: ABN AMRO mag ‘buitenlandopslag’ heffen op Bonaire

Den Haag – Het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) heeft een klacht van een inwoner van Bonaire over de ‘buitenlandopslag’ die ABN AMRO in rekening brengt aan inwoners van Caribisch Nederland verworpen. De bank mag dit doen omdat op Bonaire, Sint Eustatius en Saba de Europese wetgeving niet van kracht is.

Meerdere consumenten hebben zich bij Kifid beklaagd over het feit dat ABN AMRO vanaf 1 juli 2021 een buitenlandopslag heeft ingevoerd op hun betaalrekening. De Geschillencommissie concludeert dat de bank deze buitenlandopslag in rekening mag brengen, zo blijkt uit twee vandaag gepubliceerde uitspraken. De bank brengt deze buitenlandopslag in rekening voor betaalrekeningen van consumenten die buiten Nederland wonen, zogenoemde non-resident klanten. De kosten die de bank voor deze klanten moet maken om te voldoen aan internationale wet- en regelgeving zijn gemiddeld hoger dan voor consumenten die in Nederland wonen.

In de vandaag gepubliceerde uitspraken gaat het over een klacht van een consument die in Zwitserland woont en een klacht van een consument die op Bonaire woont. Beiden hebben een betaalrekening bij ABN AMRO. Medio april 2021 heeft de bank beide consumenten bericht dat het maandelijks tarief voor de betaalrekening vanaf 1 juli 2021 wordt verhoogd met een buitenlandopslag. De consument in Zwitserland moet 8 euro per maand meer betalen voor zijn betaalrekening en voor de consument op Bonaire geldt een verhoging van 15 euro per maand. Deze buitenlandopslag is nodig omdat de bank steeds meer kosten moet maken om te voldoen aan lokale en internationale wetgeving. Voor klanten buiten Nederland, de non-resident klanten, zijn die kosten gemiddeld hoger dan voor klanten in Nederland. Beide consumenten betwisten dat de bank deze opslag eenzijdig en selectief mag invoeren. Daarnaast vinden zij de verhoging met respectievelijk 8 euro en 15 euro per maand onredelijk hoog.

Voorwaarde oneerlijk of onredelijk?

Uitgangspunt voor de Geschillencommissie is dat een bank in de voorwaarden geen bepaling mag opnemen die oneerlijk of onredelijk bezwarend is. Dit volgt uit de Europese richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Volgens de voorwaarden die gelden voor beide betaalrekeningen kan de bank de voorwaarden eenzijdig wijzigen, mits die wijziging twee maanden van tevoren aan betrokken consumenten bekend is gemaakt. De consumenten moeten gelegenheid krijgen om de betaalrekening op te zeggen als zij dat zouden willen. Met het bericht van medio april 2021 aan betrokken consumenten heeft de bank hieraan voldaan. In die ruim twee maanden hadden de consumenten een betaalrekening kunnen openen bij een andere bank. De Geschillencommissie concludeert dat er geen sprake is van een oneerlijke of onredelijke bezwarende bepaling in de voorwaarden.

Buitenlandopslag terecht of niet?

Om te voldoen aan lokale en internationale wet- en regelgeving moet de bank steeds meer kosten maken. Voor consumenten buiten Nederland, non-resident klanten, zijn deze kosten gemiddeld hoger en zeker in landen waar de bank geen activiteiten of vestiging heeft. De bank heeft gezegd dat zij zich genoodzaakt ziet deze gemiddeld hogere kosten deels door te berekenen aan de non-resident klanten. De bank wil die gemiddeld hogere kosten niet langer laten betalen door alle klanten. Geen van beide consumenten in deze klachtzaken heeft aannemelijk gemaakt dat het invoeren van de buitenlandopslag naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Hun argumenten dat een verhoging met 8 euro dan wel 15 euro per maand onredelijk hoog is en dat het opzeggen van de betaalrekening voor hen veel administratief werk met zich mee zou brengen, maken dit niet anders. Ook het feit dat andere banken op dit punt  mogelijk een ander beleid voeren, maakt niet dat het invoeren van de buitenlandopslag onaanvaardbaar zou zijn.

Non-resident geldt ook voor Bonaire

De consument op Bonaire betwist dat de bank haar anders mag behandelen dan andere Nederlanders omdat zij op Bonaire woont. Bonaire is immers een bijzondere gemeente van Nederland. De Geschillencommissie constateert dat Bonaire in de Europese Unie de status heeft van ‘landen en gebieden overzee’. Dit heeft tot gevolg dat Europese wetgeving over de relatie tussen bank en consument niet geldt voor Bonaire, zoals die wel geldt voor consumenten in Nederland. Daarom oordeelt de Geschillencommissie dat de bank de consument op Bonaire anders mag behandelen dan consumenten die in Nederland wonen.

In beide uitspraken is de conclusie van de Geschillencommissie dat de bank voor de betaalrekening van beide consumenten de buitenlandopslag van 8 euro dan wel 15 euro per maand in rekening mag brengen.

Meer klachten

Kifid heeft op dit moment nog enkele soortgelijke klachten in behandeling. Bij de beoordeling van deze klachten zal de Geschillencommissie vasthouden aan de lijn zoals in deze uitspraak uiteengezet. Vanzelfsprekend wordt iedere klacht op zijn eigen merites beoordeeld en kunnen specifieke omstandigheden ertoe leiden dat een uitspraak afwijkt.

Lees hier de volledige uitspraak over de klacht uit Bonaire

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.