Bewindslieden hebben toestemming Van Huffelen nodig voor bezoek aan Cariben

Den Haag – Nederlandse bewindslieden die op werkbezoek naar het Caribisch deel van het Koninkrijk hebben daarvoor toestemming van de portefeuillehouder – op dit moment staatssecretaris van Koninkrijksrelaties Alexandra van Huffelen – nodig. Dat blijkt uit het handboek voor bewindslieden, het zogeheten Blauwe Boek dat nieuwe ministers en staatssecretarissen wegwijs maakt in het woud van (gedrags)regels.

In het Blauwe Boek wordt de afspraak benadrukt het aantal bezoeken aan Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba te beperken. Tevens staat er in het handboek een uitgebreide toelichting op de Rijksministerraad.

Uit het Blauwe Boek voor bewindslieden

Dienstreizen Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Voor bezoeken van bewindspersonen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten gelden de volgende procedureafspraken. Alvorens afspraken te maken of een definitieve toezegging te doen, licht de betrokken bewindspersoon tijdig de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), of de bewindspersoon belast met Koninkrijksrelaties, in over het voorgenomen bezoek. Met de DG Koninkrijksrelaties van het ministerie van BZK wordt ambtelijk vooroverleg gevoerd over het tijdstip van het voorgenomen bezoek, de gespreksonderwerpen en de te bezoeken autoriteiten en instellingen.

Nadat met de minister van BZK overeenstemming is bereikt zal een gesprek tot stand worden gebracht tussen de betrokken bewindspersoon en de gevolmachtigde minister. Vervolgens wordt de gouverneur van Aruba, Curaçao of Sint Maarten door of namens de minister van BZK ingelicht over het aanstaande bezoek. Gelet op de kleinschaligheid is afgesproken het aantal bezoeken van bewindspersonen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten te beperken.

Dienstreizen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Voor bezoeken van bewindspersonen aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba gelden ook enkele regels. Alvorens afspraken te maken of toezeggingen te doen licht de betrokken bewindspersoon de minister van BZK in over het voorgenomen bezoek. Met de rijksvertegenwoordiger voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt ambtelijk overleg gevoerd over het tijdstip van het voorgenomen bezoek de gespreksonderwerpen en de te bezoeken autoriteiten en instellingen. Nadat de minister van BZK heeft ingestemd met het bezoek kan in ambtelijk overleg met de rijksvertegenwoordiger het bezoek worden voorbereid. Gelet op de kleinschaligheid van de eilanden is het van belang het aantal bezoeken van bewindspersonen aan de eilanden te beperken.

De rijksministerraad

Naast de ministerraad bestaat de ministerraad van het Koninkrijk (de rijksministerraad). Aan de vergaderingen van de rijksministerraad nemen naast de leden van de ministerraad de gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten deel. De rijksministerraad kent geen apart Reglement van orde. De bepalingen uit het Reglement van orde voor de ministerraad zijn van overeenkomstige toepassing. In de aanhef van het Koninklijk Besluit wordt daarom niet alleen naar artikel 45 van de Grondwet verwezen, maar ook naar artikel 10 van het Statuut.

3.2.1 De leden en de voorzitter

De ministerraad van het Koninkrijk bestaat uit de Nederlandse ministers en de gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten (art.7 Statuut). Het voorzitterschap en de vervanging bij afwezigheid is hetzelfde als bij de Nederlandse ministerraad. De rijksministerraad vergadert in beginsel iedere vier weken of zoveel vaker als nodig is op vrijdag bij het ministerie van Algemene Zaken, voorafgaand aan de ministerraad.

3.2.2 De gevolmachtigde ministers

Een gevolmachtigde minister is mandataris van de regering van Aruba, onderscheidenlijk Curaçao en Sint Maarten en kan derhalve door deze regering ter verantwoording worden geroepen. De gevolmachtigde heeft de status van minister en als zodanig stemrecht in de rijksministerraad. Bij afwezigheid wordt de gevolmachtigde minister door een plaatsvervanger vervangen die ook met betrekking tot het stemrecht volledig in de plaats van de gevolmachtigde minister treedt. Indien de Nederlandse ministers demissionair worden, geldt dat niet voor de gevolmachtigde ministers. Hun ambtstermijn is gekoppeld aan die van de regeringen van hun land.

De regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn ieder gerechtigd om, indien een bepaald onderwerp daar aanleiding toe geeft, naast de gevolmachtigde minister tevens een minister van de eigen regering met raadgevende stem te laten deelnemen aan de vergaderingen van de rijksministerraad (art.10 Statuut). De stemverhouding verandert daardoor niet.

3.2.3 De onderwerpen waarover de rijksministerraad beraadslaagt en besluit

In de vergadering van de rijksministerraad komen alle aangelegenheden van het Koninkrijk aan de orde. De belangrijkste worden in artikel 3 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden genoemd:

a. de handhaving van de onafhankelijkheid en de verdediging van het Koninkrijk;

b. de buitenlandse betrekkingen;

c. het Nederlanderschap;

d. de regeling van de ridderorden, alsmede van de vlag en het wapen van het Koninkrijk;

e. de regeling van de nationaliteit van schepen en het stellen van eisen met betrekking tot

de veiligheid en de navigatie van zeeschepen, die de vlag van het Koninkrijk voeren,

met uitzondering van zeilschepen;

f. het toezicht op de algemene regelen betreffende de toelating en uitzetting van

Nederlanders;

g. het stellen van algemene voorwaarden voor toelating en uitzetting van vreemdelingen;

h. de uitlevering.

Daarnaast kunnen op grond van artikel 38 van het Statuut ook onderlinge regelingen worden getroffen met betrekking tot andere onderwerpen, op basis van consensus.

3.2.4 Medegelding van verdragen

De regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden met betrekking tot alle verdragen verzocht aan te geven of het verdrag in kwestie hun land raakt en of zij medegelding voor hun land wenselijk achten. Bij de bespreking van de parlementaire goedkeuring van een verdrag in de ministerraad of rijksministerraad dient in de voorgestelde conclusie van het voorstel expliciet vermeld te worden of het verdrag Aruba, Curaçao en/of Sint Maarten zal raken en of het verdrag al dan niet voor hen zal gelden. Dit aspect zal ook naar voren komen bij het officieel om advies aanhangig doen maken van het verdrag in kwestie bij de Raad van State van het Koninkrijk.

3.2.5 Voortgezet overleg

Indien de gevolmachtigde minister met de Nederlandse bewindspersonen over een te nemen besluit van mening verschilt en het overleg in de rijksministerraad niet tot overeenstemming leidt, regelt het artikel 12 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden de voorziening van het voortgezet overleg.

Aan het voortgezet overleg nemen naast de minister-president twee Nederlandse ministers, de gevolmachtigde minister die bezwaar maakt en een door de betrokken regering aan te wijzen landsminister of bijzonder gemachtigde deel. Indien ook (één van) de andere gevolmachtigde ministers aan het overleg deel wensen te nemen treden deze in de plaats van de landsminister of bijzonder gemachtigde. Wel kan in dat geval naast de gevolmachtigde minister tevens een landsminister met raadgevende stem aan het overleg deelnemen. De minister-president neemt in dit overleg als voorzitter van de rijksministerraad de belangen van alle betrokken landen en van het Koninkrijk als geheel in aanmerking.

Ingeval de Nederlandse ministers van mening blijven verschillen met de vertegenwoordigers van het andere land of de andere landen heeft de minister-president een doorslaggevende stem. De uitkomsten van het voortgezet overleg worden geagendeerd in de rijksministerraad, die in de regel plaatsvindt op dezelfde dag als het voortgezet overleg. Deze oordeelt overeenkomstig de uitkomsten van het voortgezet overleg.

Van het voortgezet overleg wordt een verslag gemaakt dat nadien ter kennisneming aan de deelnemers van het overleg wordt gezonden. Het verslag wordt vergezeld van een brief van de secretaris van de rijksministerraad waarin de vertrouwelijkheid ervan wordt benadrukt.

Raad van State van het Koninkrijk

De samenstelling van de Raad van State van het Koninkrijk bestaat uit de Raad van State, aangevuld met een lid voor Aruba, voor Curaçao en voor Sint Maarten. De Raad van State van het Koninkrijk wordt gehoord over ontwerpen van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur die voor Aruba, Curaçao en/of Sint Maarten zullen gelden of anderszins deze eilanden raken. Daarnaast is de Raad van State van het Koninkrijk belast met het voorbereiden van het ontwerpbesluit inzake de beslissing op het Kroonberoep tegen aanwijzingen gegeven in het kader van het financieel toezicht van het Koninkrijk op Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.