Den Haag – Het ontbreken van een directeur op het Curaçaohuis wreekt zich: nu de verwarmingsinstallatie het heeft begeven, is er niemand die bevoegd is financiële verplichtingen aan te gaan.
In zijn haast om Carla Ponsioen-Provence (zijn tante) een vast inkomen als interim-directeur te bezorgen, pakte gevolmachtigde minister Carlson Manuel de goed functionerende waarnemend directeur bevoegdheden af. De benoeming van de gezond eten-consulente ging echter niet door nadat uitlekte dat de afdeling Human Resources negatief had geadviseerd. De door Manuel als ideale kandidaat voorgedragen Ponsioen-Provence is qua opleiding en werkervaring niet gekwalificeerd voor een leidinggevende functie.
Het gevolg is dat al er enkele maanden geen beslissingsbevoegde leiding is op het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister. In tegenstelling tot wat Manuel zelf dacht, heeft hij als ‘uitgezonden ambtenaar’ deze bevoegdheid niet. Om de impasse te doorbreken, heeft de Raad van Ministers besloten met spoed een directeur te werven. Intussen moet het personeel van het Curaçaohuis zich warm zien te houden met elektrische bijzet-kacheltjes en worden de deuren gesloten gehouden voor bezoekers.
Dat de verwarmingsinstallatie het laat afweten, is niet verrassend. Het in 2015 door de omstreden gevolmachtigde minister Marvelyne Wiels voor ruim 2 miljoen euro aangekochte pand aan de Prinsegracht is niet alleen veel te groot, maar verkeerde bij de aankoop al in slechte staat.