Slavernij

Rondetafelgesprek Slavernijverleden (1)

De Tweede Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken houdt donderdag een rondetafelgesprek over het Nederlandse slavernijverleden. Aanleiding is het rapport Ketenen van het Verleden van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden. In 3 blokken komen aan het woord L. Nooitmeer (Kenniscentrum Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee)), M. Esajas (Black archives), A. Doek (Nationaal Archief), P. Brandon (International Institute of Social History), B. Biekman (Landelijk Platform Slavernijverleden), J. Afriyie (Zwart Manifest), D. Oudshoorn (Dialooggroep Slavernijverleden) en R. Kaikusi  (Stichting Eer en Herstel). Enkele deelnemers hebben een position paper vooruitgestuurd. DossierKoninkrijksrelaties.nl zal deze in aanloop naar het rondetafelgesprek publiceren.

Adviescollege dialooggroep Slavernijverleden

Door Dagmar Oudshoorn (voorzitter)

Op 1 juli 2020 werd het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden ingesteld. Het adviescollege kreeg als taak om binnen het Koninkrijk der Nederlanden een dialoog te organiseren over het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in de hedendaagse samenleving. Een dialoog gericht op verbinding en op een bredere erkenning en inbedding van dit gedeelde verleden.

Op 1 juli 2021 bracht het adviescollege zijn rapport Ketenen van het Verleden uit.  Een opdracht als deze was in de huidige tijdgeest niet eenvoudig; een dialoog organiseren die verbindend moet zijn over een gedeeld verleden waarvan de belevingen zo uit elkaar lopen.

Een verleden dat nog steeds diepe sporen nalaat in de hedendaagse samenleving. Voor een deel van de bevolking gaat dit verleden over hoogtepunten in de Nederlandse geschiedenis, over voorspoed en welvaart. Maar voor een ander deel van de bevolking gaat het over voorspoed en welvaart die verdiend werden over de rug van hun voorouders. Zij ondervinden daar in hun dagelijks leven nog steeds de gevolgen van.

Het slavernijverleden gaat echter niet alleen over slachtofferschap, maar ook over moed, veerkracht en verzet. Dit is zeker van toepassing op al die mensen op wier schouders het adviescollege staat. Zij hebben jarenlang geijverd om het slavernijverleden en de doorwerking ervan in het heden, te agenderen. Mensen die hun stem in protest hebben laten horen, die tegen de stroom in zijn gegaan, die al vele dialogen over dit thema hebben gevoerd.

Het adviescollege heeft bij de aanpak van zijn werkzaamheden een zo breed mogelijke benadering gehanteerd om een groot bereik te hebben. Daarbij zijn ook de Nederlands-Caribische eilanden betrokken. Naast het stimuleren van de dialoog en het horen van burgers heeft het adviescollege wetenschappers geraadpleegd. De adviezen en aanbevelingen zijn integraal in de bijlagen van het rapport Ketenen van het Verleden opgenomen.

Een steeds grotere groep mensen laat een stem horen over de scheve verhoudingen binnen onze maatschappij. Zij spreken zich uit tegen racisme, discriminatie en uitsluiting. Aan de andere kant staat een groep die dat verleden niet kent of niet wil horen. Die bang is eigen tradities, houvast en ankers kwijt te raken in een toch al complexe samenleving. Een samenleving in verandering, met verschillende verhalen.

Mensen weten soms niet precies hoe zij moeten reageren. Ze hebben het gevoel niet de juiste woorden te kennen, of weten niet welke nieuwe posities zij moeten innemen ten opzichte van dit complexe onderwerp. In de georganiseerde dialogen kwam naar voren dat de kennis over het Nederlandse slavernijverleden gering is. Dat geldt voor Nederland als geheel, maar ook voor de gemeenschappen van nazaten. Er zal dus veel meer kennis en collectief bewustzijn moeten worden verworven om een gezamenlijke, nationale geschiedenis te kunnen beleven.

Als de Franse bezetting nationale geschiedenis is, dan geldt dat ook voor de bezetting van de koloniën. Als de opstand tegen Spanje nationale geschiedenis is, dan zijn de opstand van Tula en de opstand van de Marrons dat ook. Die historische bewustwording en identificatie met het verleden zijn noodzakelijk om het slavernijverleden en de doorwerking daarvan werkelijk te zien als een onderdeel van onze gezamenlijke geschiedenis.

Om tot herstel te komen, zodat een gezamenlijke toekomst mogelijk wordt, vindt het adviescollege het noodzakelijk dat de Staat:

  • Erkent dat slavernij en slavenhandel misdrijven tegen de menselijkheid waren;
  • Verantwoordelijkheid neemt om de misstanden van het slavernijverleden onder ogen te zien;
  • Erkent dat de gevolgen van het slavernijverleden heden ten dage nog voelbaar zijn;
  • en excuses aanbiedt.

Het adviescollege markeert met zijn dringende aanbevelingen dat de tijd van vrijblijvendheid en wegkijken nu echt voorbij is. Het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden adviseert om bij wet te erkennen dat de slavenhandel en de slavernij die tussen de zeventiende eeuw en 1 juli 1863 direct of indirect onder Nederlands gezag hebben plaatsgevonden misdrijven tegen de menselijkheid waren. Daarbij moet ook het leed erkend worden van alle mensen die slachtoffer van deze misdrijven zijn geworden en het leed van hun afstammelingen. Het is daarnaast ook van belang de strijd, successen en invloed van degenen die zich in de loop der eeuwen tot heden toe hebben verzet tegen slavernij, racisme en discriminatie te erkennen.

Voorts adviseert het adviescollege dat de Staat der Nederlanden, mede als rechtsopvolger van eerder Nederlands gezag, die slavenhandel en slavernij direct of indirect heeft toegestaan, mogelijk gemaakt, bevorderd of bedreven, hiervoor bij wet zijn excuses aanbiedt. Het adviescollege beveelt aan dat de Staat der Nederlanden bij het aanbieden van excuses de bereidheid uitspreekt om dit historisch onrecht, dat tot op heden in velerlei vormen wordt ervaren, zoals discriminatie en institutioneel racisme, zoveel mogelijk te herstellen.

Aanbevolen wordt dat de minister-president excuses namens de regering aanbiedt. De keren dat de koning zich heeft uitgesproken over het verleden (Indonesië en Wilhelmina (WO II)), heeft dat grote symbolische betekenis gehad voor de gemeenschap. Het adviescollege adviseerde in combinatie met voornoemde de volgende acties te ondernemen:

1. Vergroot het bewustzijn over de trans-Atlantische slavernij via onderzoek, onderwijs en kunstzinnige projecten onder meer door een nationaal onderzoeksprogramma te starten naar het slavernijverleden en de hedendaagse erfenissen en doorwerkingen daarvan, waaronder institutioneel racisme. In de opstelling en uitvoering van dit onderzoek moeten zowel nazaten als niet-nazaten van totslaafgemaakten participeren. Meer onderzoek vanuit een grassrootsperspectief zou de meerstemmigheid ten goede komen. Dit onderzoek moet niet alleen de geschiedenis van slavernij omvatten, maar ook historische en hedendaagse sociaaleconomische, medisch-psychische, spiritueel-religieuze en cultureel-politieke aspecten daarvan. Bekijk op welke wijze reeds bestaande instituten zoals het NiNsee daar integraal bij kunnen worden betrokken, zodat doublures worden voorkomen en duurzaamheid wordt gewaarborgd. Wij zijn verheugd dat de eerste stappen op dit pad zijn gezet naar aanleiding van de motie Ceder en dat een veldverkenning is gestart.

2. Onderzoek daarbij op welke wijze reeds bestaande initiatieven en instituten die gericht zijn op het verdiepen van het substantieve burgerschap van Afro-Antillianen en Afro-Surinamers kunnen worden gecontinueerd, geïntensiveerd en versterkt.

3. Neem om het onderwijs te versterken maatregelen om ervoor te zorgen dat de onderwerpen slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden een vast onderdeel worden van het curriculum in alle onderwijsniveaus en vooral ook in de pedagogische opleidingen.

4. Versterk de kennis over de betekenis van discriminatie in het dagelijks leven en tref wettelijke maatregelen ter bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat. Draag zorg voor systematische handhaving. Implementeer daartoe een structureel, intersectioneel programma ter bestrijding van discriminatie en racisme, waaronder institutioneel racisme en etnisch profileren. Daarbij verdient de bestrijding van institutioneel racisme op de arbeidsmarkt, de woningmarkt, het onderwijs en de politie specifieke en dringende aandacht.

5. Maak het slavernijverleden zichtbaar, zodat dit een gedeelde geschiedenis kan worden.

6. Draag zorg voor een nationaal museaal centrum of nationale voorziening waarin op ruime en toegankelijke wijze het slavernijverleden en de doorwerking daarvan worden getoond met een veelzijdige blik. Draag er daarbij zorg voor dat ook in de Caribische landen en Suriname dit verleden beter gekend en getoond kan worden. Er ligt op dit moment ook een advies van de Raad voor Cultuur en de Amsterdamse Kunstraad over een Nationale museale voorziening slavernijverleden

7. Ontwikkel na afstemming met organisaties van nazaten beleid op basis waarvan er in de publieke ruimte meer nieuwe, gemeenschappelijke symbolen voor een gedeelde toekomst kunnen worden gecreëerd. Betrek daar ook bestaande, aan het slavernijverleden verbonden beelden, monumenten, gebouwen en straatnamen bij om enerzijds het verhaal van de geschiedenis te vertellen, en anderzijds de pijn die de confrontatie in de publieke ruimte bezorgt, te verzachten.

8. Maak van 1 juli een nationale herdenkingsdag, gesteund en bijgewoond door de koning en de regering (minister-president) als erkenning dat het slavernijverleden de hele samenleving aangaat. Het staat ieder deel van het voormalig Koninkrijk uiteraard vrij ook eigen herdenkingsdagen te kiezen. Maak van publieke media gebruik om die dag nationaal stil te staan bij de verschrikkingen van de slavernij en het leed en lot van de tot slaaf gemaakte mensen in het hele voormalige Koninkrijk.

9. In de adviesopdracht is gevraagd ook de rehabilitatie van Tula te betrekken. Gelet op de verstrekte adviezen van wetenschappers en bevindingen uit de dialogen, adviseert het adviescollege positief over de rehabilitatie van Tula. Het adviescollege merkt daarbij op dat de opdracht zich beperkt heeft tot Tula en dat er meer verzetshelden zijn die betrokken dienen te worden in het nationale onderzoek naar het slavernijverleden.

10. Draag zorg voor voldoende en structurele financiering van herstelmaatregelen waardoor er duurzaam geïnvesteerd kan worden in het verminderen van de gevolgen van het slavernijverleden. Het adviescollege adviseert de hiervoor genoemde erkenning, excuses en herstel te verankeren bij wet, zodat duidelijk is dat er geen sprake is van vrijblijvendheid. Het adviescollege geeft daarbij in overweging voor een consensusrijkswet te kiezen. Dit mag echter niet leiden tot vertraging om de zo noodzakelijk geachte herstelmaatregelen voortvarend te implementeren. Een consensusrijkswet biedt de Caribische landen de mogelijkheid om mee te denken over de wijze waarop Nederland overgaat tot erkenning, excuses en herstel. Naarmate erkenning, excuses en herstel meer aanvaard kunnen worden door de landen waar de slavernij plaatsvond, hebben zij meer betekenis voor de toekomstige samenleving. Daarbij zal in een consensusrijkswet nadrukkelijk tot uitdrukking moeten worden gebracht dat de verantwoordelijkheid voor het slavernijverleden uitsluitend ligt bij en genomen wordt door het Europese deel van het Koninkrijk.

11. Stel een Koninkrijksfonds ter beschikking van passende, respectvolle omvang, ter structurele en duurzame financiering van herstelmaatregelen. De herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Koninkrijk op 1 juli 2023 zou een bij uitstek geschikt moment zijn voor de inwerkingtreding daarvan.

Het adviescollege verzoekt de Tweede Kamer thans dringend om uitvoering te geven aan de aanbevelingen en acties voornoemd. Als laatste wil ik u op verzoek van de organisatoren van de dialogen in het Caribisch deel van ons Koninkrijk meegeven, dat zij het betreuren dat er door uw commissie geen vertegenwoordigers namens hen zijn uitgenodigd. De doorwerking van het slavernijverleden dat op de eilanden onlosmakelijk verbonden is met de doorwerking van het koloniaal verleden, is een gegeven waarmee zij dagelijks geconfronteerd worden. Hun aanwezigheid aan dit rondetafelgesprek is van uit hun perspectief noodzakelijk. Wij verzoeken u dit alsnog te faciliteren.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.