Den Haag – Staatssecretaris Knops (BZK) heeft geen enkel begrip voor het verzet van de Arubaanse regering tegen verlenging van het protocol waarin het financieel toezicht wordt geregeld. Dat kan worden opgemaakt uit een brief die hij vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De bewindsman noemt het dan ook “logisch” dat Nederland niet bereid is afspraken te maken over de herfinanciering van de inmiddels 900 miljoen gulden aan coronaleningen waarvan de looptijd op 1 april eindigt. Aruba kan, zo lang de “patstelling” duurt, ook fluiten naar nieuwe liquiditeitssteun. Hieronder de brief van Knops:
Verlenging Protocol Aruba – Nederland 2019-2021
Aruba en Nederland zijn helaas niet tot overeenstemming gekomen over begrotingsnormen per 1 januari aanstaande. Deze situatie ontstaat omdat het huidige protocol op die datum afloopt. Dat betekent dat er vanaf 1 januari 2022 onduidelijkheid is over de normen voor het financieel toezicht en alleen al om die reden was mijn advies aan de RMR om niet in te stemmen met de toepassing van artikel 23 LAft om af te mogen wijken van de begrotingsnormen.
Het verlengen van het protocol of andere afspraken over begrotingsnormen met een termijn die lang genoeg is om een vacuüm te voorkomen is dan ook geen nieuwe voorwaarde, maar een logisch gevolg van het ontbreken van heldere begrotingsnormen met ingang van 1 januari 2022. Ik ben daar in de gesprekken hierover met Aruba de afgelopen weken altijd helder geweest.
Nadat Nederland heeft aangegeven het protocol te willen verlengen zonder einddatum en Aruba te kennen heeft gegeven slechts met een jaar te willen verlengen, heeft Nederland gepoogd een oplossing te vinden door een gebruikelijke verlenging van drie jaar en beëindiging zoveel eerder als de RAft in werking treedt voor te stellen. Dit voorstel is ook door Aruba afgewezen, hetgeen betekent dat wij in een patstelling terecht zijn gekomen.
Het ontbreken van afspraken over financieel toezicht is niet uit te leggen in de huidige situatie waarin door Nederland AWG 903,5 mln. aan liquiditeitssteun is verstrekt. De onduidelijkheid over de normen weerhoudt Nederland er logischerwijs van om verdere afspraken met Aruba te maken over herfinanciering van deze leningen of het verstrekken van additionele middelen.
Het is aan Aruba om de verlenging van het protocol en de eventuele gevolgen daarvan met de Staten te bespreken. Dat is noch aan de Nederlandse regering, noch is het de bedoeling van Nederland om de Staten buitenspel te zetten.