Door Aart G. Broek
Het coalitieakkoord voor het kabinet Rutte IV zou een uitnodiging kunnen zijn voor de eilanden om als gemeenten Nederland in te stappen. De Nederlandse regeringspartijen ontfermden zich nadrukkelijker dan voorheen over de Caraibische koninkrijksdelen in het akkoord Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst. In hoofdstuk 1 en onder de kop ‘Een betere toekomst voor het hele Koninkrijk’ wordt er ingezoomd op de CAS-landen (Curaçao, Aruba en Sint-Maarten) en de BES-eilanden (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba). De eilanden bungelen er niet maar wat bij zoals te doen gebruikelijk. Integendeel, in de betreffende paragrafen trekt de Haagse politiek de eilanden dichter naar zich toe. Vanzelfsprekend gebeurt dit op zalvend uitnodigende wijze in de hoop vooral niemand aan de andere zijde van de oceaan te schofferen. Er staat in de openingsalinea dan ook geen zin die een nauwkeurig waarheidsgehalte heeft.
“In het Koninkrijk [der Nederlanden] delen we een verleden én een toekomst. Een toekomst die we samen vormgeven. Na tien jaar economische stagnatie en de klappen van een orkaan en een pandemie wil Nederland de drie Caribische landen ondersteunen bij het inslaan van een pad naar duurzame groei. We doen dat zoals bedoeld in het Statuut: op basis van gelijkwaardigheid, wederkerigheid en aan de hand van een eerlijke verkenning over wensen tot eventuele aanpassing van het Statuut. In Caribisch Nederland blijven we ons inspannen om Bonaire, Saba en Sint Eustatius een gelijkwaardig deel van Nederland te laten zijn.” (p. 4)
Gunsten
Nederland toont zich al jaren een sterk betrokken koninkrijkspartner (al zullen boze tongen dit als ‘bemoeizucht’ kwalificeren). Los van de traditionele moederlandse taken geldt de toegenomen betrokkenheid van Nederland ongetwijfeld in bestuurlijk, financieel, justitieel en politioneel opzicht. In dezen kan verwezen worden naar – door Nederland aangestuurde – Colleges Financieel Toezicht (Cft), het Team Bestrijding Ondermijning (TBO) en het Recherche Samenwerkingsteam (RST).
Bij de totstandkoming van dergelijke vormen van ‘samenwerking’ wordt steevast gewezen naar de preambule van het Statuut, waarin sprake is van een aardse drie-eenheid: gelijkwaardigheid, zelfstandigheid en wederkerigheid. Dat klinkt menigeen als muziek in de oren, maar hiervan is in vrijwel geen enkel opzicht daadwerkelijk sprake. Autonomie is een hersenspinsel.
Inderdaad, vanaf de eilanden komen onder meer het literaire werk van Boeli van Leeuwen, de excellente zang van Tanja Cross en de kennis van oncoloog Bob Pinedo naar de andere zijde van de oceaan. Dit neemt niet weg dat praktisch de eilanden niet gelijkwaardig noch zelfstandig zijn en er overwegend sprake is van eenrichtingsverkeer, d.w.z. van Nederland naar de eilanden. Aanhoudend wordt de schijn opgehouden van een zekere mate van zelfstandigheid, gelijkwaardigheid en wederkerigheid, terwijl het bovenal een afwachten is wat Nederland wel of juist niet zal (kunnen) doen voor de eilanden. Vanachter het schild van autonomie gaat voortdurend een dalvende hand naar Nederland. Het bedelen van de eilanden kent de gunst van Nederland als keerzijde.
Problemen te over: ontoereikende criminaliteitsbestrijding, overrompelende milieuproblematiek, gemankeerd onderwijs, onduldbare (intereilandelijke) infrastructuur, falende handhaving mensenrechten, uitzonderlijke gewelddadigheden, belabberde ambtelijke dienstverlening, ongebreideld huiselijk geweld, haperende kinderbescherming, hoge werkloosheid, frauduleus bestuur, behoeftige gezondheidszorg en onbeheersbare overheidsfinanciën in de eilandelijke samenlevingen, enzovoorts.
Verkenning
Het afwachten is ook voor Nederland geen zegenrijke aangelegenheid. Voor de consequenties van het vele dat gemankeerd uitpakt draait het moederland uiteindelijk toch op. Nederland staat erbij, kijkt ernaar en wordt – onder druk van autonomie – gedwongen af te wachten.
Het schooieren van de eilanden gaat steevast gepaard met verbeten pogingen om zoveel mogelijk voorwaarden te verwijderen, die Nederland aan de giften, leningen en expertise verbindt. Hoewel Nederland hiervoor wat minder gevoelig lijkt te zijn geworden, wordt dit afbikken van de voorwaarden nog steeds begeleid door venijnige kanttekening over rekolonisatie, racisme en de noodzaak om de veronderstelde gevolgen van de slavernij ruimhartig te (blijven) compenseren.
De Nederlandse regering zoekt weer naar nieuwe mogelijkheden om het ‘hoofdpijndossier Caribisch Nederland’ voor langere tijd te verlichten, zo mag worden opgemaakt uit het coalitieakkoord. Niemand zit te wachten op een wijziging van het Statuut, want dit vereist de instemming van alle vier de landen binnen het Koninkrijk en levert zodoende jarenlange discussies op. Tóch zet de nieuwe regering de deur weer op een kier door expliciet te stellen dat ‘een eerlijke verkenning over wensen tot eventuele aanpassing van het Statuut’ een optie is.
Koninkrijksniveau
Bij een dergelijke formulering moet gedacht worden aan het onttrekken van bepaalde verantwoordelijkheden aan de autonome bestuursmacht van de Caribische landen, zoals defensie en buitenlandse betrekkingen dat werde vanaf het begin van het Statuut. Dit zijn aangelegenheden van het Koninkrijk, wat in de praktijk betekent dat Nederland de touwtjes in handen heeft. Het wil niet zeggen dat de landen er geen rol in hebben te spelen, maar die is geheel ondergeschikt aan Nederlandse kaders.
De voornoemde bestuurlijke, financiële, justitiële en politionele banden kennen al de nodige bemoeienis op het niveau van het Koninkrijk – dus van Nederland. Die kunnen echter wel verder opgeschaald worden, steeds nadrukkelijker in handen van Nederland komen te liggen en beduidend meer dan ondersteuning, advisering en toezicht behelzen. Er resteren daarenboven nog vele maatschappelijke velden waar de stilstand, verloedering of teloorgang schreeuwt om Nederlandse betrokkenheid met een krachtdadiger vermogen dan nu.
Bovenal moet er niet steeds wezenloos lang vergaderd behoeven te worden over voorwaarden en over het daadwerkelijk voldoen aan die voorwaarden, zoals bij het wel of juist niet toekennen van honderden miljoenen voor schade door een orkaan, een pandemie of een toestroom van vluchtelingen uit een Latijns-Amerikaans buurland. Er zou gehandeld moeten kunnen worden.
Alternatief
Inderdaad, het is hoog tijd om te komen tot ‘een eerlijke verkenning over wensen tot eventuele aanpassing van het Statuut’. Het is echter zaak om die verkenning een fundamenteel karakter te geven. De autonomie realiseert op de eilanden niets aan welzijn en welvaart voor de meer of minder donker gekleurde vuilnisman, leerkracht, alleenstaande moeder, verpleger, politieman, ambtenaar, bendedó di bièchi, brandweerman, drugsverslaafde, schoonheidsspecialist, visser, winkelbediende, kleuterleidster, gehandicapte jongere, schoonmaakster, beeldend kunstenaar, vakkenvuller, elektricien, tv-presentatrice, taartenbakster, enzovoorts.
Onder het Statuut is geen sprake van gelijkwaardigheid, zelfstandigheid en wederkerigheid. Er is echter wél een alternatief dat werkt voor 17 miljoen mensen: het Nederlandse staatsbestel. Die 350 duizend mensen op de Caraibische eilanden kunnen zich daarbij voegen, dat wil zeggen: als zes gemeenten en tezamen als provincie. Wees welkom. Bon biní. Be welcome.
Met de constructie van volledige integratie wordt de relatie ontmanteld, die nu enerzijds door het bedelen en anderzijds door de gunstverlening wordt geteisterd. Alleen dan zal het aan beide zijden duidelijk zijn wat geëist kan worden én, ongetwijfeld niet minder van belang, welke de verplichtingen zijn. Met de Nederlandse grondwet, de bijkomende wetgeving en het rechtssysteem als fundament kunnen dan beide partijen eindelijk elkaar tegemoet treden als gelijkwaardige partners.
Erin of eruit
Het Statuut behoeft geen verkenning. Het Statuut moet verdwijnen. We voegen ons allen – aan beide zijden van de oceaan – onder de Nederlandse grondwet. Met andere woorden: Caraibische eilanden maak een keuze! Nederland zal onvermijdelijk die keuze van de eilanden volgen, gegeven het internationaal recht inzake dekolonisatie.
Kies! Het Koninkrijk der Nederlanden: erin of eruit! Kom erin of vertrek. Of je wordt onafhankelijk en treedt als Suriname de eigen toekomst tegemoet – inclusief een agressief opdringend Venezuela, een genadeloze Latijns-Amerikaanse maffia en een expansief en neokoloniaal China. Of je wenst je een Koninkrijk zónder koloniale gunstverhoudingen en mét een volwaardig meedraaien in een democratisch bestel.
Stap Nederland in als gemeenten en tezamen als provincie. Dát is stoutmoedig afrekenen met het koloniale verleden. Om de emancipatie van hun bevolking een fikse stimulans te geven zouden de politici van de CAS-landen zich juist dit streven moeten toe-eigenen. Dát is dekoloniseren. Het nieuwe coalitieakkoord zou er zomaar een uitnodiging toe kunnen zijn. Doe er je voordeel mee. Probechá. A once-in-a-lifetime opportunity.
Dr. Aart G. Broek woonde en werkte jarenlang op Curaçao. Hij is (historisch) socioloog en letterkundige; auteur van talrijke artikelen, columns, boekbesprekingen, curricula, adviesrapporten en boeken.